Dag 23 - Rit van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Aoiz in Spanje.

Spanje, Aoiz / Agoitz

Vandaag een rit om naar uit te kijken, de Pyreneeën over. De weg van de pelgrims te voet is over de brug van de Nive, daarna komen ze al vlug op kleine wegen door het gebergte om Roncesvalles te bereiken en daar te overnachten. Dat doen alvast de meesten, er zijn ook pelgrims die een pad volgen dat dicht bij de D933 ligt en soms op de baan zelf. De D933 is ook mijn weg, klimmen dalen in het begin, niet al te zwaar tot in het Spaanse Arneguy op de grens. Het autoverkeer wordt geleidelijk minder maar er komen motorijders op de proppen, die zonder snelheidsbeperking naar boven en beneden rijden.
In Valcarlos staat er een origineel monument in plaatijzer. Terwijl ik er een foto van neem komt er stel motorijders op de kleine parking gereden. Ze nemen hun helm af, ze zien er nog niet zo kwaad uit. Ik waag het om hun te vragen voor een foto van mij te nemen, terwijl ik fiets. Geen probleem, ik reed enkele keren heen en weer en doe men mijn best om er goed mogelijk op te staan. Ik bekijk nu de motorijders, deze altans, met andere ogen. Ze wensen me nog een 'buen camino' en veel moed. De naam van het dorp, Valcarlos, herinnerd aan Karel de Grote die in 778 die met zijn leger na enkel veldslagen tegen de Moren hier uitrustte. Toen hij trompetgeschal hoorde zal het al te laat geweest zijn. Zijn achterhoede, onder bevel van Roeland, was aangevallen. Niet door de Moren, maar door de Basken, Roeland ook gekend als Roland was gesneuveld. Een gebeurtenis die veel weerklank kreeg toen en lang nadien. Er werd een heldendicht gemaakt dat doordrong in heel het rijk van Karel de Grote. Bij de abdij van Roncesvalles boven staat er sinds lang een monument dat daar aan herinnerd.
Ik zie in Valcarlos ook enkele lokale bewoners die me doen beseffen dat het zondag is.
Het is een zonnige dag en warm geworden. Ik zet de beklimming verder. Na een tijd zie ik in de verte iemand zitten op de reling naast de baan. Dichterbij zie ik een jonge vrouw met haar fiets naast zich, ik stop. Op haar volgeladen fiets met heel wat bagage zie ik ook nog een jas. In Lyon in Frankrijk was ze vertrokken en wil ook naar Compostella, het is een 27- jarige Hongaarse. Ondanks dat ze het zelf heel lastig heeft, moedigt ze me aan. Er blijven nog maar 10 km van de beklimming te doen, zegt ze. En reeds 15 km achter de rug, voegt ze er nog aan toe. Wat een moedige vrouw. Ze wil boven na deze klim overnachten in Roncesvalles. De dag is nog lang, ze heeft tijd genoeg om haar rustpauze daar nog wat te verlengen.
Het hoogste punt van deze pas, de Puerto de Ibañeta, is 1057 m, 901 meter hoger dan Saint-Jean dat op 156 m hoogte ligt. Roncesvalles is nog wat verder en een beetje lager, er is een abdij die reeds in de 12-de eeuw dienst deed als onderdak en verzorging voor de pelgrims. Verder is er de 'Silo van Karel de Grote' hierin zijn pelgrims en monniken begraven, daarnaast staat er een kapel. Meer naar rechts is er het Hostal La Posada waar ik in 1989 en in 2001 overnachtte. Dit was toen op dezelfde tochten zoals ik schreef in het verslag van gisteren. Ik denk er met een heel nostalgisch gevoel aan terug, men zou er weemoedig van worden.
In Burguete, het volgende dorp, staan er nog veel mooie huizen uit de 18-de eeuw. Terwijl ik de hoofdstraat in beeld tracht te brengen komen er twee fietsers in de verte aangereden. Met hun bij op de foto zal hij levendiger zijn denk ik. Het zijn geen pelgrims, ze reden in tegengestelde richting. Wanneer ik later verder aan het fietsen ben haalt de man van het fietsend duo mij in. Hij vraagt dat ik de foto die hij me had zien nemen naar hun wil opsturen. Ze hebben van hun twee nog geen foto waarop ze samen al fietsend opstaan. Het zijn Nederlanders, we maken kennis. Ik neem nog enkele foto's die ik hen zeker zal opsturen na mijn reis.
Enkele kilometers verder verlaat ik de weg naar Santiago de Compostela, de Camino Frances. Dus ook de wegen die in de gids van Clement Sweerman beschreven zijn. Dat had ik zo voorzien, later zal ik er terug op de Camino Frances komen. De afslag in de Valle de Arce die ik genomen heb, is onbekend gebied voor mij. Pas morgen in de namiddag zal ik op plaatsen komen die ik van vroeger al ken. De weg in de vallei, naast een riviertje, is prachtig. Het is een afdaling van bijna 20 km, heel geleidelijk naar beneden.
Waar de vallei breder is geworden is er een stuwmeer. Nadien komen er twee bergpassen van enkele kilometers lang, op het einde is er telkens een tunnel. Dankzij deze tunnels moet er boven op het einde van deze twee bergen minder geklommen worden. De laatste tunnel is 520 m lang, het verkeer is vrij druk en ben blij dat ik er uit ben.
  • 62 km

Geschreven door

Al 2 reacties bij dit reisverslag

We blijven je met veel interesse volgen, Ricardo!

Lutgarde 2023-10-28 19:03:23

Jullie weten wat het is om steeds verder te trekken. Toen je van Le Puy naar Conques stapte volgde ik ook. Zoals in een 'road movie' kan er elke dag van alles gebeuren, kom je door andere streken en zie je andere dingen.

SantiagodeCompostela2023 2023-10-28 22:37:48
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.