Daar zaten we dan, in het wilde Basse. Ons appartement (die eind September af had moeten zijn) was nog steeds niet klaar dus we zaten weer in het Ajib guesthouse. Lekker basic, maar naast het irritante feit dat we geen eigen keuken hadden best te doen. Na de oververhitte autorit konden zowel Cynthia als ik niet wachten op een verkoelende douche, maar dit liep (natuurlijk) niet helemaal gesmeerd. Eerst wilde de douche niet aan en toen hij eenmaal aanstond wilde hij met geen mogelijkheid meer uit. Toen ik een beetje kracht zette om hem misschien toch dicht te forceren (Huisman trekjes zijn er nog steeds) schoot de kraankop eraf en spoot het water vanuit het gat in de muur de hele badkamer rond. Sta je dan, in je blootje met een badkamer die langzaam helemaal doorweekt raakt. Aankleden en naar buiten, waar ik gelukkig de liefste vrouw van het guesthouse tegenkwam. 10 minuten later had de rest van het guesthouse geen water meer maar had ik geen waterval meer in mijn badkamer. Het was wel gelijk duidelijk dat we terug waren in het rural Africa, alsof de douche het even duidelijk wilde maken dat het gedaan was met de luxe.
Dit keer waren we toch wel wat beter geïntegreerd en konden we bij onze lieve collega Fatou terecht voor een avondmaal en algemeen vermaak terwijl mijn douche gemaakt werd en Cynthia’s oven van een kamer een beetje afkoelde (een hoekhuis is hier niet iets waar je op zit te wachten want dit betekent alleen maar meer zon tegen de muren). Gambianen zijn erg fan van Senegalese muziek en onze avonden in Basse bestonden dan ook uit of avonden waar de Senegalese muziek uit de TV schalde, of avonden die bestonden uit afleveringen F.R.I.E.N.D.S. en nep-pringles als avondeten.
Klinkt allemaal erg romantisch en relaxed, maar we misten onze eigen friends en het westerse aan de kust aardig snel. Dit is niet per se omdat wij er niet tegen kunnen basic te leven en geen sociaal leven te hebben, maar overdag was er ook niet veel te doen. Basse bleek langzaam een groot fiasco te worden.
De eerste paar werkdagen waren prima; we hielpen Fatou met haar werk omdat de voedingsexperimenten met de muggen nog steeds stillagen en spraken ondertussen met de entemologische expert Chiara, een hele vrolijke Italiaanse vrouw die alles afweer van muggen en malaria. Voor de dagelijkse update vanuit de multimedia-wereld moesten we plaatsnemen onder de ‘WiFi-boom’, de enige plek op het terrein waar de WiFi goed genoeg is. Om het allemaal nog wat rustieker te maken was er nog de overstroming: elke dag moesten we 4 keer met de boot, die op de venetiaanse manier gevaren werd door maarliefst twee kapiteinen. Deze jongens stonden de hele dag in de volle zon achterop de boot om deze met een stok voort te duwen. En dat allemaal voor een loon van 750 dalasi per dag. Gekkenwerk als je het mij vraagt maar we hadden geen andere manier om naar de overkant te komen, dus stapten we elke dag (de laatste dagen met gigantische regenlaarzen omdat de boot niet meer helemaal tot de kant kon komen) in de boot om 20 minuten af te zien in de bloedhete zon.
We besloten in het weekend ook maar door te werken, aangezien er niet veel beters te doen was en het op zaterdag tijd was voor de eerste dissectie van de muggen.
Het ontleden wordt ook wel uitgelegd als ‘undressing the lower part of a woman’ omdat het een beetje is alsof je de broek van iemands benen moet afstropen, maar dan met een scalpel en een pincet. Volgens mij heb ik al eens eerder uitgelegd hoe dit precies gaat, maar voor de newbies / vergeetachtige onder ons: we koelen de muggen af tot een graad of 4 zodat ze bewusteloos raken en verwijderen de vleugels, zodat ze niet weg kunnen vliegen als ze wakker worden. Dan leggen we ze in een druppel onder de microscoop, waarna we het onderlichaam van het bovenlichaam en de kop afsnijden. Daarna begint het echte gepruts, want het is de maag in het onderlichaam die we willen hebben en deze zit vast aan de tubulaire buisjes en de eierstokken. Deze moeten er dus nog afgesneden worden, waarna alle rotzooi in de druppel (vleugels, stukjes poot en stukjes onderlichaam) moet worden weggehaald zodat alleen de maag overblijft. Deze wordt dan aangekleurd en onder de microscoop bekeken. Klinkt tof toch? Jammer genoeg zijn de microscopen hier niet zo best en was het een heel karwij om de muggen niet tot pap te snijden terwijl je die rotbroek uit probeert te trekken.
Uiteindelijk was het toch gelukt wat muggenmagen op een glaasje te krijgen en toen kwam de aap uit de mouw. De reden waarom Basse toch echt Passé is en het nog maar de vraag is of ik dit mooie dorp weer terug ga zien. Onze geliefde muggen hadden wel een infectie, maar het was niet de malaria waar we op zaten te wachten. In plaats daarvan waren alle muggen, samen met alle eitjes en alle maden, geïnfecteerd met microsporedia, een parasitaire schimmel. Deze schimmel stopt alle transmissie van malaria, waardoor onze muggen nooit met malaria geïnfecteerd hadden of zullen worden. Aangezien dit het hele doel van ons onderzoek is kan je begrijpen dat allesbehalve blij waren met dit nieuws. De vloek van Afrika was nog steeds duidelijke aanwezig.
De dagen hierna waren vooral gevuld met balen, antibiotica (het lekkere broodje op de vorige post of het water in Basse was net zo vriendelijk voor mijn binnenste als de microsporedia voor de muggen) en nog wat meer balen. Alle muggen moesten worden vernietigd, samen met alle kooien en kasten waar de kooien op stonden. Hierna moest het hele gebouw worden gereinigd, voordat de nieuwe eitjes uit Senegal opgestuurd konden worden om te kijken of we een nieuwe kolonie kunnnen groeien. Hier zijn wij verder niet veel mee bezig geweest, aangezien de mannen die in het insectarium werken zelf moeten leren dit te doen en de infectie te herkennen als ze deze onder de microscoop zien. Toen we ze de slides met de muggenmagen lieten zien en ze vroegen of ze dit al eerder tegen waren gekomen zeiden ze allemaal namelijk iets in de trant van ‘natuurlijk hebben we dit al eens gezien, dit is er altijd. Is dit iets ergs dan?’. De infectie was waarschijnlijk al maanden aanwezig, zonder dat het door iemand opgemerkt was. Dit nieuws is niet alleen voor ons nadelig, het is ook verschrikkelijk voor al het onderzoek dat voor ons is gedaan met deze muggenkolonies. Er kan niks gezegd worden als de transmissieonderzoeken negatief waren, want het kan heel goed dat dit gewoon lag aan de infectie en niet aan de interventie.
Gelukkig is onze toekomst in Gambia nog niet helemaal hopeloos. Er stond nog een ander onderzoekje in de wachtrij voor ons, waar we aan de kust mee konden beginnen. In plaats van 2/3 weken ontleden in Basse werd het 9 dagen meehelpen met Fatou en F.R.I.E.N.D.S. kijken met onze imaginaire vrienden. Eenmaal op de weg terug was het gevoel van weggaan dubbel. Basse is een geweldig dorp en het Basse MRC team is een van de leukste labteams, waarbij iedereen iedereen kent en niemand boven iemand anders staat. De kinderen op straat schreeuwen wel steeds toubab als je langsfietst, maar de rest van het dorp boeit het niet zoveel wat die blanken uitvoeren op hun mountainbike, wat ik wel kan waarderen. Aan de andere kant was het ook een heel fijn idee om weer terug te gaan naar het normale eten (hier is het zoals ik in één van mijn eerste blogjes al vertelde elke dag rijst met een of ander drabje) en de vriendengroep die we ondertussen om ons heen hadden verzameld.
Laten we maar hopen dat de vloek van Afrika in Basse is verdronken en het volgende project wat soepeler verloopt!
Liefs,
Janeri die weer vrolijk in de airconditioning van de Fajara MRC campus zit te koukleumen
Geschreven door Janeris.reisblog