Dit weekend was het weekend waar we al een maand naar uitkeken: mijn surrogaatfamilie en Cynthia’s echte familie kwam op bezoek! Omdat Cynthia nu al op een derde van haar verblijf hier zit en het in Nederland nog net een weekje zomervakantie is, was dit hét moment om tourist guide te spelen en de Haanappels de leuke plekjes van Gambia te laten zien. Aangezien ik nu licht onder druk sta hier een leuk blogje over te schrijven doen we dat maar. Anders heb ik straks die surrogaatvader achter me aan zitten…
Het begon op zaterdag met een lekkere Afrikaanse lunch bij een tentje vlak achter het MRC (waar Cynthia en ik ironisch gezien nog nooit waren geweest). Op de wandeling naar het restaurantje werd al snel duidelijk dat de Haanappeltjes niet veel nodig hebben om zich te vermaken: elke vogel krijgt de volle aandacht in dit gezin. Ook werd al snel duidelijk dat ik niet per se naar Mexico hoef nu ik hier ben geweest, want bij elke boom en elk huisje riep zusje Haanappel ‘Oh kijk, net als in Mexico!’. Gelukkig hielden de meest bijzondere vogels zich nog even gedeisd en zaten we al “snel” aan de chicken yassa.
Hierna was het echter weer wandelen geblazen want als je ouders op bezoek zijn en je werkt op zo’n mooi terrein als het MRC, dan moet je natuurlijk een rondleiding geven! Volgens mij is het MRC een van de mooiste natuurreservaten hier in Gambia, zonder dat het er daadwerkelijk eentje is. Daarnaast is een wandeling in Afrika de perfecte voorbereiding voor wat we hierna gingen doen: het zwembad van dichtbij bekijken. De Haanappeltjes kregen vanuit onze infinity pool gelijk de geweldige zonsondergang te zien die we hadden besteld (waar zeker gebruik van werd gemaakt voor de nodige jaloersmakende foto’s) en ook konden ze even kennis maken met onze giga charmante bovenbuurman. Hierna was het alweer tijd om richting het hotel te gaan en nog even te genieten van een lekker toetje (crepes met ijs!!) met de parents. Terwijl zij daarna onder de wol gingen spraken Cynthia en ik nog af met wat vrienden voor een drankje...
Iets wat we de volgende ochtend iets minder leuk vonden, want we moesten vroeg op voor nog een dag avontuur. Misschien lag het wel aan de korte nacht, of was het gewoon mijn verstrooide ik, maar terwijl Cynthia haar connectie met de familie en Nederland aan het versterken was, werd mijn verbinding met de buitenwereld ruw onderbroken toen ik mijn mobiel in de taxi liet liggen. Hier kwam ik namelijk pas achter toen we aan het ontbijt zaten en ik een foto wilde maken van mijn lekkere sunny-side-up-eitje. Die taxi gingen we nooit meer terugvinden met duizend taxi’s op de weg. Jammer maar helaas, niks aan te doen.
Gelukkig gingen we de dag spenderen in een natuurreservaat aan mangrovewateren, waar het gebruik van je mobiel niet nodig is. Ook hoefde ik me geen zorgen te maken over het gebrek aan foto’s, want alle Haanappeltjes zijn uitgerust met een superluxe canon, waar mijn mobiel (die ook fungeerde als camera) toch niet aan kon tippen. Hoewel de activiteit die op de planning stond wel degelijk leuke selfies had opgeleverd; op de omafiets over de zandweggetjes van Afrika! Het was even spannend want er stonden 3 mannenfietsen en 2 vrouwenfietsen, terwijl Nico toch echt de enige man in ons gezelschap was. Gelukkig bleek dat de man die de fietsen tevoorschijn had gehaald nog nooit had gehoord van fietsen met een geslacht en nadat de zadels wat naar beneden waren gedraaid (bij de Haanappeltjes ben ik voor de verandering niet de kleinste!) konden we op pad.
Op de omafiets in korte broek, met megacamera’s om de nek en zonnebril op de neus waren we natuurlijk wel zo toeristisch als je maar toeristisch kan zijn en dat viel de kindjes van het dorp ook op. ‘TOUBAAAAAB!!’ werd er al van ver geschreeuwd als ze ons aan zagen komen. ‘Toubaaaaaab’ terwijl ze achter ons aanrenden en ‘TOUBAAAAAB’ terwijl ze ons de bult op duwden. Toubab betekent officieel “rich white person” maar wordt hier gebruikt voor iedereen die duidelijk niet uit Afrika komt. Ik denk niet dat ik ooit vaker Toubab heb gehoord sinds we hier zijn, het was aardig lachwekkend. Toen onze gids ook nog het geblaat van de geiten ging nadoen en ons ging beschuldigen van het gebruik van een electric bike was het feest helemaal compleet.
Op de terugweg kregen we ook nog de kans om een van de dorpshuisjes vanbinnen te bekijken, wat zowel heel ongemakkelijk als heel indrukwekkend was. Het eerste wat je merkte als je binnen kwam was dat het er aangenaam koel was. Dit kwam doordat ze palmbladen als dakpannen gebruikten in plaats van de ijzeren platen die de rijkere Afrikanen op hun fundering leggen. Het is dan misschien wat minder waterdicht, maar de zon warmt het veel minder op. In het huis wonen twee families met één man, elke familie één kamer en één bed. Wel goed om te zien was dat in ieder geval het gezin van de eerste vrouw onder een klamboe sliep. Ook waren ze erg hartelijk en probeerden ze ons nog wat mandinka te leren, wat naast het al bekende ab barraka grandioos faalde. Naast dit alles was het toch wel gek om daarna weer op je fiets te stappen richting de lodge, waar een heerlijke lunch (red benechin) op ons zat te wachten… het contrast kon bijna niet groter.
Terwijl vader en moeder Haanappel weer op vogeljacht gingen (met als wapens de verrekijker, telelens camera en superzoom) was het voor ons dochters vooral een tijd van uitbuiken en lekker niksen. Ik voelde me na 5 minuten bij de Haanappeltjes al part of the family (minus de spaanse taal, passie voor vogels en paparazzi camera) dus het voelde heerlijk vertrouwd en gezellig om even een dagje niks anders te doen dan te geinen en te kletsen over vakanties en herinneringen. Het was een gigantisch warme dag en het mangrovewater zorgde niet echt voor verkoeling (ookal zorgde de weg ernaartoe wel voor hilariteit) dus we konden wel dansen (en deden dit ook) toen de regen eindelijk begon!
Met een camera vol kiekjes en een hoofd zonder zorgen (het kwijt zijn van mijn mobiel echter nog niet helemaal vergeten en vergeven) gingen we aan het eind van de dag weer terug naar huis, om ons klaar te maken voor een dagje werk. Ja je leest het goed, maar een dagje. Dinsdag gaan we namelijk de grens over, om in Senegal op safari te gaan!! Hierover snel meer…
Liefs,
Janeri
Geschreven door Janeris.reisblog