Dit weekend hadden we maar liefst drie dagen vrij, want maandag was het Assumpion Day hier in Gambia, de dag waarop Maria naar de hemel stijgt en alle Gambianen (waarvan 90% moslim is) dit vieren met een dag zonder werk. De perfecte tijd om het uitgaansleven in Gambia eens te verkennen en een boottripje te maken!
Het idee om uit te gaan kwam van de groep Engelse studenten die hier op het instituut zitten. Hiervan zijn er twee Brits, twee Amerikaans en één Vlaams. Al met al een gezellige combi, want de Amerikaanse en Britse kunnen belachelijk drinken en wij Nederlanders kunnen hier stiekem over roddelen met de Belg, die zelf Palm biertjes mee had genomen (wat hij niet aanbood maar ik heb de hoop nog niet opgegeven). Ook zouden we nog meeten met een groep Amerikaanse mariniers die hier de ambassade beveiligen, die ook wel weten hoe ze moeten feesten als we alle verhalen moesten geloven. Dit resulteerde in een avond vol wodka, Jäger shotjes, ‘oh my gooood, and i was like no fucking wayyyy’ en ‘I am fucking shitfaced’. Aan het eind van de avond was het tijd voor een tapa lapa omelet bij een straatkraampje en heel wat water.
Het plan was om de volgende dag richting het zuiden te trekken om daar het weekend aan het strand te liggen, maar er waren onweersbuien voorspeld (en iedereen voelde de nacht ervoor nog aardig zitten) dus besloten we niet te gaan. Omdat Cynthia en ik niet zoveel voelden voor een heel weekend niks doen, besloten we op zondag de omgeving wat meer te verkennen door richting Bakau te wandelen. Dit is een vissersplaatsje waar ook nog een markt is, dus we konden gelijk boodschappen doen. Terwijl we de vissersbootjes stonden te bewonderen kwam er een man op ons aflopen die vertelde dat er heel wat grote barracuda’s binnen waren gekomen die we wel even mochten bewonderen. Na even twijfelen liepen we mee naar beneden, waar het vol stond met koelkasten. Een stemmetje in mijn achterhoofd zag mijn lijk al in zo’n kast liggen, maar gelukkig bleef het gewoon bij foto’s maken van de vissen en een man die heel enthousiast was over zijn ‘Ronaldinho fish’ die dezelfde tanden heeft als de befaamde voetballer. Alle boten worden door de dorpelingen zelf gemaakt uit één boomstam die ze uithollen en schilderen, heel indrukwekkend.
Als je nog verder doorloopt kom je uiteindelijk uit bij cape point, het meest noordelijke punt van Gambia. Hier is wederom een strand waar we besloten even bij te komen van de warmte bij een restaurantje die zijn eigen krokodillenvijver heeft! Ironisch was vooral dat we 15 minuten voor het spotten van de krokodillen nog een foto hadden gemaakt bij het waarschuwingsbord aan de andere kant van de vijver, denkend dat die er gewoon voor de sier/gein stond…
Na genoten te hebben van de krokodillen, ijsvogels en de koele drankjes gingen we weer op weg terug, wat nog een aardig eindje was. Gelukkig kregen we het gezelschap van twee straathonden, Rex en Diesel. Deze twee beestjes die beiden wondjes vol vliegen op hun oren hadden maar geen vlieg kwaad deden waren perfecte compagnons, want alle Gambianen wisten niet zo goed wat ze ermee aan moesten en of het onze honden waren of niet. Hierdoor bereikten we ongestoord de markt, waar we met wat stoere praatjes van onze marktman en wat stoerdere praatjes van ons een hele zak groenten voor 100 dalasi meekregen!
Omdat we ons door deze overwinning 100% Gambiaan voelden dachten we het wel aan te kunnen de dag erna met het openbaar vervoer naar onze geplande boottrip te reizen. Het openbaar vervoer is hier een wit busje die helemaal volgestouwd wordt met mensen. Niet ideaal, maar je kan hiermee wel voor minder dan 50 cent een uur reizen! Om bij de busjes te komen moesten we eerst met de taxi naar de beruchte Serrekunda market (herinner je nog het vorige berichtje over de regenval en mega-aanhankelijke mannen?) maar dit ging allemaal veel soepeler dan verwacht omdat we er vroeg bij waren. Ook de bussen vinden ging heel makkelijk en eenmaal in de bus voelden we ons onoverwinnelijk… tot we ineens het vliegveld voorbij reden en bleek dat we onze “stop” allang hadden gemist. Met het schaamrood (en zweetrood want het was belachelijk warm in die bus) stapten we zo snel mogelijk uit en namen een busje weer terug, waarbij we wel 20 keer hebben gevraagd of ze het wilden zeggen als we er waren… blunder!
Eenmaal aangekomen bij Lamin Lodge (voor de oplettende lezer onder jullie: hier waren we ook met Marco en Femke heen geweest) kon het onderhandelen beginnen. Cynthia was namelijk vergeten extra geld mee te nemen en het boottochtje van twee uur dat we eigenlijk wilden doen kostte 1400 dalasi. Wij kwamen maar op 750, als we het geld om weer terug te komen apart hielden. Grote ogen opzetten, lief lachen en opperen om een andere keer terug te komen et voilà, we mochten te boot in! Lamin logde ligt namelijk aan het mangrovegebied van de Gambia rivier en dat wilden we weleens van dichtbij bekijken. Aan de wortels zitten oesters die de vrouwen uit het nabijgelegen dorp verzamelen om te koken. De schelpen worden daarna vermalen en gebruikt als verf, heel interessant. Het was heerlijk rustig op het water en onze gids kon goed vertellen over de bossen en zijn opleiding tot officiële gids. Door wat miscommunicatie op de boot zijn we halverwege nog een keertje teruggegaan om te checken of we wel echt voor twee uur hadden betaald, maar iets wat je heel snel leert in Afrika is accepteren dat het zo gebeurt en maar zien wat er komen gaat terwijl je rustig wacht. Het bleek dat we gelijk hadden waardoor we uiteindelijk 3 uur in de boot zaten: dikke prima.
Om dit lange weekend vol met “The real Gambian Experience” ervaringen, was het tijd om weer even te aarden en relaxen en hoe kan dat beter dan een middag aan het strand en een avond met een groentesoep (van eigen veroverde groenten!!) en skypegesprek met het thuisfront? Het voelt nog steeds alsof we hier op vakantie zijn in plaats van op stage, maar aan de andere kant beginnen we ons ook steeds meer thuis te voelen als inwoner van Gambia! Nog even en we kunnen onze boodschappen met ogen dicht bij elkaar sprokkelen en spreken we vloeien Malinka (haha).
Liefs,
Janeri
Ps. vandaag heb ik wel degelijk ons ontbijt bij elkaar gesprokkeld tijdens mijn ochtend hardloopsessie! Ik voelde me belachelijk geïntegreerd tot het moment dat ik met mijn eieren en tapa lapa naar huis moest wandelen en mijn tomatenhoofd bijna ontplofte… wat kan ik zeggen?
Geschreven door Janeris.reisblog