Na een erg teleurstellende maandag, waarbij het fenomeen dat onze diagnostische test niet betrouwbaar genoeg is om lage concentraties parasiet te detecteren wederom het hoofdonderwerp was, was het dinsdag tijd voor een vrije dag. Een beetje gek voelde het wel, omdat we het idee hebben nog maar erg weinig gepresteerd te hebben gedurende deze maand, maar Cynthia’s ouders zijn maar een keer in het land en één dagje minder in het lab klungelen zal het verschil niet maken. Er stond een lange reis voor de boeg, want we gingen de rivier over en het land uit, om net over de grens in Senegal naar een aripark te gaan!
De wekker ging om 5 uur ’s ochtends omdat ik zo naief was geweest te denken dat ik wel in de ochtend kon douchen. Onder het motto: dan ben je gelijk goed wakker, stond ik om kwart over 5 onder de koude douche; het enige nadeel van dit luxeappartement is het gebrek aan warm water. Iets later liepen we over de verlaten hoofdweg richting het taxikruispunt en nog wat later zaten we in de bus van Gambia tours, op weg naar Senegal. Leuk feitje: 90% van de toeristen hier is Nederlands. We zaten dan ook in een compleet Nederlandse bus, wat wel weer even wennen was na een maand in het gezelschap van buitenlanders. Het voelde bijna onwennig om een beleeft gesprek te hebben met de anderen, omdat ik zo gewend was om de stage hier in het Engels uit te leggen in plaats van het Nederlands. Toen onze “reisleider” van de dag ‘researcher’ schreef onder het kopje beroep bij de grensovergang en vroeg hoelang onze visum aangevraagd moest worden was iedereen namelijk best geïnteresseerd waarom ik een half jaar ging blijven in plaats van de normale 1 a 2 weken.
Voordat we bij die grensovergang waren moesten we echter nog de rivier oversteken. Dit gebeurt met een ferry, vanuit de hoofdstad Banjul. Het blijft echter Afrika, dus de ferry is nooit op tijd en we moesten nog een tijdje wachten in de regen. Ook werd ons nadrukkelijk verteld dat we snel moesten lopen zodra we de boot op mochten, zodat we een zitplaats konden bemachtigen voor de 45 minuten. Er ging een hele stoet aan mensen de boot op, die allemaal wilden zitten en allemaal wisten dat je zo snel mogelijk de boot op moest om dit te bereiken. Als reisorganisatie hadden wij voorrang, iets waar ik normaliter niet zo goed tegen kan. Toen we later echter zagen wat er allemaal de boot op moest was ik stiekem wel een beetje blij met deze voorkeursbehandeling. Geiten, kippen, busjes, vrachtwagens en heel veel mensen met hun koopwaar en bezittingen dromden de boot op zodra ze het startsignaal kregen: een soort vloedgolf van felgekleurde kleding, dierengeluiden en manden met water, fruit en ander goed. Gelukkig kon de boot dit aan en zonken we niet halverwege de oversteek, maar het was wel duidelijk dat de motor er moeite mee had, gezien het slakkengangetje waarop hij ons naar de overkant bracht.
Eenmaal aan de overkant was het nog maar een luttele 25 km naar het park, waarvan 20 tot de grens van Senegal. Hier moesten we een tijdje wachten terwijl de gids onze paspoorten door de controle liet gaan, wat betekende dat we 20 minuten in een stilstaande bus zaten. Ik denk dat je net zoveel aandacht had gekregen van de kooplui op het plein als je ‘toubab’ schreeuwend rond had gerend, want binnen no time waren we omringt door meisjes die ons cashewnootjes en snoepjes wilden verkopen. ‘No thank you’ zeggen werkte niet, wat resulteren in het ongemakkelijk de andere kant op kijken terwijl zij verwoed op het raam recht naast je oor kloppen en de nootjes bijna door het glas in je schoot proberen te duwen. Gelukkig hadden we airco.
Eenmaal in het park aangekomen konden we nog even snel plassen voordat we in de jeep op weg gingen. Ze konden ons niet beloven dat we dieren zouden zien, maar als we geluk hadden waren er giraffes, zebra’s, 4 soorten antilope en zelfs een neushoorn te bewonderen!
Geluk hadden we. Waarschijnlijk doordat het niet zo warm was waren de dieren actiever dan normaal en al snel stuitten we op ons eerste wilde dier. Wat verstopt achter de bladeren, stond een gestalte en met mijn snuggere hoofd riep ik vol overtuiging ‘oh look, there’s horses here as well!’. Het bleek het grootste soort antilope te zijn, die in mijn verdediging een achterwerk hebben die erg veel weg heeft van een paard…
Hierna was het een tijd rustig, tot we in de verte nog een groep antilopes zagen. Vol enthousiasme reden we erop, maar toen we er bijna waren werd ons blikveld ineens naar een heel ander gestalte gezogen. Deze beesten hadden niks weg van een paard, want die lange nek en gele kleur kan maar één ding betekenen: giraffes! Een hele groep stond loom aan de bomen te grazen, terwijl ze ons zonder een sprankje interesse aankeken. Het was duidelijk dat ze de auto’s niet met gevaar associeerden, waardoor we heel dichtbij konden komen en de prachtige beesten tot in de details konden bewonderen. Onze gids vertelde ons dat er nog twee andere giraffes waren die zich afzonderlijk van de hoofdkudde voorbewogen, omdat eentje een 2 weken oud mannetje was en de moeder deze moet beschermen voor het alpha mannetje van de groep. Ja je leest het goed, er was ergens in het park een twee weken oud giraffje te zien!
Terwijl de Haanappeltjes erop los klikten met hun camera’s (echt handig om je eigen team fotografen te hebben!) liet ik mijn ogen over de horizon glijden op zoek naar de knuffelige baby giraffe. In plaats daarvan stuitten ze echter op iets anders wat zeker niet minder leuk was: zebra’s! Ik had voor de gelegenheid mijn zebrabloes aangetrokken (dress to impress enzo) dus om ze dan ook in het echt te zien was natuurlijk geweldig! De zebra’s zelf waren wat minder onder de indruk en bleven op een fixe afstand staan, maar met behulp van de superhaanappels hebben we toch mooie foto’s en kon ik ze met behulp van de verrekijker toch goed zien. Daarnaast stond er voor deze twee gestreepte paarden nog een hele kudde antilopen. Wat een geweldig mooie beesten zijn dit zeg! Met hoorns die bijna nep lijken en een lichaam die perfect gesynchroniseerd is met hun bewegingen en alleen uit spiermassa bestaat, kon ik niet anders dan onder de indruk zijn van beesten die voorheen niet meer dan een soort hertachtige van de dierentuin waren. Ook het feit dat ze allemaal een uniek uiterlijk hadden, maar individueel zo in balans waren met zichzelf was geweldig om te aanschouwen. Wat een machtig beest.
Na een fotoshoot konden we weer doorrijden, waarbij mijn gedachten al snel weer naar de miniatuur giraffe gingen. De safarigoden waren gelukkig erg gul, want het duurde niet lang voor we ze dan echt zagen. Huppelend achter haar moeder liep een klein (maar voor twee weken eigenlijk al gigantisch) giraffje. Ze waren niet zo blij met het geohh en geahhh van de auto, want al snel staken ze de weg over om een meer beschutte plek op te zoeken. Maar mijn doel van de dag was bereikt: een miniversie van één van de big five zien!
Het leek wel of de dieren doorhadden dat ze ons na het zien van de baby giraffe niet meer konden vermaken, want alleen de vogels (waar de Haanappeltjes maar al te blij mee waren) lieten zich nog zien. Tot er plots gekraak door de walki talki van onze gids klonk en ze de chauffeur opdroeg sneller te rijden. Er stond een verassing op ons te wachten, maar we moesten snel zijn. Zou het? We durfden het bijna niet te denken in de angst om teleurgesteld te zijn, maar de gedachte dat we vandaag ook een van de meest gigantische en machtige beesten van het dierenrijk konden aanschouwen vloog toch door het hoofd van iedereen in de jeep.
Eenmaal daar waar the magic happens, bleek dat ons mytische schepsel niet meer aanwezig was. Na een gesprek met de andere jeep bleek dat er daadwerkelijk een neushoorn had gezeten, maar dat hij was overgestoken naar het bladerdek aan de andere kant van de weg. Onze gids liet het hier echter niet bij zitten en trok samen met de andere gids en een soort plastic zak/regenjas de bosjes in. Even later kwamen ze weer tevoorschijn, triomfantelijk lachend. Waarom zal voor mij altijd een raadsel blijven, maar de neushoorn werd aangetrokken door het wapperen van de regenjas en langzaam maar zeker kwam hij uit het struikgewas tevoorschijn. Hoe zo’n log beest het voor elkaar krijgt om enigszins sierlijk over te komen is nog zo’n raadsel waarop ik het antwoord nooit zal weten, maar adembenemend was het zeker. Vol desinteresse liep deze gigantische koning weer richting het pad, klaar om over te steken en zich weer in de bosjes te verschuilen. De gidsen waren er duidelijk van overtuigd dat hij geen vlieg kwaad deed en dit was de eerste keer sinds twee weken dat de neushoorn weer gespot was, dus ze gingen vrolijk met hem op de foto. Wij konden dan natuurlijk niet achterblijven met al die verschrikkelijke goede camera’s, waardoor ik nu zowaar bewijs heb dat ik het dikke achterwerk van een neushoorn in het echt heb gezien! Toen onze gids later vertelde dat deze gehoornde man een jaar geleden zijn vrouwtje had vermoord in een gevecht werden onze vrolijke foto’s toch even in een ander daglicht gezet. Op de foto met een gigantisch moordwapen... gewoon omdat het kan.
Hierna was het tijd om bij te komen van alle indrukken onder het genot van een pizza (vegetarisch voor mij omdat het zien van al die majestueuze dieren mijn vegetarisme weer deed oplaaien) en daarna was het tijd om weer op huis aan te gaan.
Wat een avontuur, ik had niet gedacht dat ik een safari zo leuk zou vinden. Het feit dat de dieren officieel niet in Senegal voorkomen sprak mij erg tegen, maar je kon goed zien dat ze wel degelijk in hun natuurlijke habitat leven in het park en ruimte genoeg hebben om vrij te gaan en staan zonder enige bemoeienis van de mens. Zeker een aanrader, ook al ben ik benieuwd hoe het gaat zijn als ik in het hoogseizoen met de Fröbergjes ga… Zullen het meer auto’s dan dieren zijn? De tijd zal het leren.
Liefs,
Janeri
Geschreven door Janeris.reisblog