De wekker wekte ons deze morgen om 5u30 aangezien we om 6u30 in het busstation moesten zijn voor een acht uur durende rit van Lusaka naar Katete in het Oosten van Zambia. De Johabi bus was volgepakt met bagage en 70 mensen. Aan de ene zijde van het gangetje waren er drie zetels, aan de andere zijde twee. En daar zaten wij, in het midden met amper beenruimte in de drukke bus. Gelukkig maakte men plaats voor onze rugzakken in de kofferruimte. Bij vertrek stond er een prediker in het gangetje die luidkeels gebeden riep, wat voor ons grappig aandeed, maar we waren tenminste zeker dat God ons een veilige en behouden rit zou geven in de bus met kapot voorvenster.
Mama las gedurende de hele rit en ik deed tukjes. De rit duurde lang, en we passeerden veel wegomleggingen aangezien men volop asfaltbanen aan het leggen is. De verkiezingen komen dichterbij dus waarschijnlijk is dat de oorzaak voor al deze werken (die misschien niet afgeraken door geldgebrek).
Uitgeteld zette de bus ons tegen 15u af in Tikondane. Daar werden we met open armen ontvangen door Elke, een Duits-Australische weduwe die sinds 1993 in Zambia woont en werkt. Eerst onderwees ze verplegers in het nabijliggende Sint-Francis hospital over hiv en aids. In 1999 startte ze vervolgens Tiko Lodge en community. Tiko betekent in de Chewa taal "let's love one another" en dat is zeker wat er hier gebeurt. Elke vroeg ons onmiddellijk of we een uurtje later mee wilden op een village tour. Een beetje overvallen na de lastige busrit, maar zeker enthousiast vergezelden we een uurtje later een Duitse en een Zwitsere vrouw richting Katchipu, een dorp vier kilometer verder (een heel eind van de bewoonde wereld). We mochten geschrankt plaatsnemen in een ossenwagen die ons naar daar bracht. Voor we vertrokken kregen we een chitenge (een lange rok) om aan te doen, want blote benen maken mannen helemaal gek hier. In onze blote borsten mochten we wel gaan, maar we toonden onze witte flikkerlichten wijselijk niet.
Een ossentemmer hitste de dieren op met zijn stok en zijn gefluit en hobbeldebobbel (maar toch comfortabel door een matras en kussen) reden we door een prachtig stuk natuur (met bergen in de verte en veel groen) naar Katchipu. Daar werden we verwelkomd door opa Benson en zijn driejarige kleinzoon Benson junior, een echte charmeur. Opa Benson nam ons mee voor een wandeling door het uitgestrekte dorp waar ongeveer vierhonderd mensen wonen, zowel in hutten als in bakstenen huizen. Een grote groep (in lompen geklede) kinderen vergezelde ons op onze tocht. Ze vochten bijna om ons een hand te mogen geven en huppelden samen met ons door het dorp. We zongen enkele liedjes onderweg.
Op het einde van de wandeling stonden vier stoelen voor ons klaar en de kinderen zongen zelf een tiental liedjes voor ons. Elk op zijn beurt werden we uitgenodigd om te dansen terwijl ze onze naam zongen. Na hun optreden deelden we snoepjes uit en we vroegen hen om de plastieken papiertjes te verzamelen, wat ze duidelijk niet gewoon waren. We werden daarna gebracht naar een afgelegen ruïne waar we even wachtten op de komst van een tiental vrouwen. Zij dansten beurt om een beurt de verleidingsdans. Deze dans wordt gebruikt tijdens een initatieritueel voor meisjes die voor het eerst menstrueren. Als een meisje voor het eerst menstrueert, wordt ze twee weken binnengesloten in een huis waar andere vrouwen haar leren hoe ze zich als volwassen vrouw moet gedragen, ook tegenover een echtgenoot. De verleidingsdans is deel van deze initiatie.
Choquerend voor ons was het eerste optreden van een albinomeisje. De vrouwen riepen dat we een foto moesten nemen, maar wij weigerden aangezien ze deze dans in bh of bloot bovenlijf doen en we dit te intiem vinden. Omdat we weigerden werd het albinomeisje vervangen door een zwart meisje. De vrouwen schenen te denken dat we geen "muzungu" (blanke) wilden fotograferen.
De dans houdt in dat de vrouwen met hun heupen wiegen en schudden om een man te verleiden (of zelfs te bevredigen). Zoals zij hun heupen kunnen bewegen op het ritme van de ophitsende djembemuziek, daar zouden wij lang voor moeten oefenen. We waren heel blij dat we na deze dans aan tafel konden schuiven in Bensons huis. Hij en zijn vrouw hadden een vegetarisch feestmaal voor ons bereid: nshima, bonen, mushed pumpkin, rijst, aardappelen, Irish potatoes, prinsessenbonen, ground nuts, geraspte kool, ... ook heel wat dat ik kon proeven! Suuuper lekker en zo overvloedig als je weet dat de mensen zo arm zijn. Hun gastvrijheid, daar kunnen we niet aan tippen.
Na het avondmaal werden we nog een eind verder verwacht voor de ghost dance, een dans waarbij jonge mannen onherkenbaar verkleed heel indrukwekkende danspassen tonen op het ritme van de djembemuziek en het gezang van de jonge meisjes en vrouwen. Deze dans is erkend door Unesco als werelderfgoed sinds 2005. Het was fantastisch, maar na zo'n lastige busrit, zoveel indrukken en zo'n lekkere maaltijd verlangden we naar ons bed. Musa, de Tiko gids die ons vergezelde, zag dat we moe waren en nam ons mee terug naar de ossenwagen die ons onder de sterrenhemel en de volle maan terugbracht naar Tiko. Zonder veel woorden kropen we doodmoe in ons (voor mama dubbel) bed. Slaapwel!
Geschreven door Heleen85dagenafrika