Vandaag was een groot avontuur. Ik vond het zalig, spannend, wonderlijk, ... Nadat ik gepakt en gezakt in de bar van de Old Bridge Backpackers zat en er een (heel mooie) vogel tegen mijn wang vloog, was het tijd dat ik zelf ging vliegen. Een taxi bracht mij en Sofie naar het centrum waar onze wegen splitsten. Sofie ging naar de winkel en enkele dagen relaxen in de backpackers, ik ging een auto huren. Ik wilde geen 4WD huren want die is 1) te prijzig, 2) ik heb er nog nooit mee gereden (zo stoer ben ik nu ook weer niet) en 3) iedereen verzekerde me dat ik met een 2WD de Tsodillo Hills kon bereiken. Een uurtje later (nadat de papieren afgehandeld waren) ging ik naar de Spar. Dit winkelbezoek is enkele zinnen waardig. Ik vond er Orgran producten (jammer dat ik geen oven heb hier, anders maakte ik sowieso cake). Het verbaast me echt (in de positieve zin) hoeveel glutenvrije en vegan producten er te vinden zijn in Namibië en Botswana. Dat maakt me zo blij. De laatste week kon ik echt lekker en genoeg eten zonder (al te veel) ongemakken. Genoeg over mijn allergievriendelijk sparbezoek. Ik stapte in mijn witte volkswagen polo en vertrok op mijn gevoel (zonder gps dus, wel met kaart maar die gebruikte ik de eerste 50 km niet) richting Shakawe. Na een uurtje rijden moest ik een wegomlegging volgen. Een man stond te liften. Ik besloot hem mee te nemen, aangezien ik dit als lifster zelf ook ten zeerste apprecieer. Ik had tenslotte een auto voor vier. De man stelde zich voor als "Heros the farmer". Hij was me zo dankbaar en trok de eerste tien minuten foto's van me terwijl hij in zijn Herero taal vanalles honderduit vertelde. Ik begreep dat hij een gesprek wilde voeren. Heros' Engels was echter verschrikkelijk. Hij bleef maar in zijn taal verhalen vertellen die ik moest begrijpen. Dus ik speelde het spel mee en probeerde zijn verhalen en armgebaren te vertalen. De man glunderde iedere keer ik hem begreep. (Het ging over koeien, schapen, gras, ...., denk ik ;-)) Onderweg kwamen we nog twee lifters tegen. Tja, ik had er al ene in mijn auto zitten, waarom niet nog twee meer? Simon ("saimon") en Simon ("siemon") stapten dankbaar in. Even later stapte Heros uit en werd hij vervangen door een vrouw. Met z'n vieren gingen we een kilometerlange baan vol potholes tegemoet. Ik deed mijn best om ze te ontwijken, maar af en toe wipten we toch even omhoog. Een tweede hindernis waren de koeien, de geiten, de ezels, ... die zonder kijken de baan overstoken. Het was net alsof ik in zo'n videogame was beland. Toen de vrouw uitstapte, ging ik snel even naar het toilet in een militair huis. Daarna ging ik verder met de Simons, beiden slapend op de achterbank (die mannen vertrouwden me dus echt wel). Een meisje geladen met rijst en groenten stapte even later erbij. Toen alledrie mijn lifters ter plaatse waren, was het al 15u. Ik zette me aan de kant in de schaduw van een grote boom om een hapje te eten (mijn ontbijt van 6u 's morgens was ondertussen al wel drie keer verteerd). Vol nieuwe energie stapte ik weer in mijn mini-auto. Een uurtje later sloeg ik, zingend, een gravel road naar Tsodilo Hills in. Mijn gezang werd regelmatig gestopt doordat ik me zo hard moest concentreren op de baan. Een baan vol putten en zand, niet echt werk voor mijn polootje. Ik dacht dat het ergste voorbij was toen ik het bordje "community camping" zag. Helaas was niets minder waar. De laatste vijf kilometer naar de camping waren de hel. Een weg vol stenen en putten. Djeezes, hoe zou ik dit zonder platte band kunnen doen? Ik weet het niet hoe ik het deed, maar ik deed het. Waarschijnlijk hielpen een grote portie geluk en de geesten uit de bergen me (en de Sint Christoffel van oma).
Ik werd verwelkomd door Boo ("Bow") met de grootste glimlach en de supersympathieke manager Lapo ("Lappo"). Op een lege campsite kon ik mijn tentje opslaan. Geen licht, wel water, dus ik douchte nog voor het donker werd. Ook mijn laatste hap van mijn zelfgekookt potje at ik op voor de zon helemaal onder was. Tijdens het koken kwamen er eekhoorntjes rond me zitten. Fantastisch! Op de campsite was het muisstil. Ik zette me met mijn e-reader in het zand om meer over de Tsodilo Hills te lezen. Lappo kwam nog even langs en hielp me om een bank bij mijn tent te zetten (want er zouden mogelijks slangen in het zand zitten, dus ik zat beter wat hoger). We hadden een goed gesprek. Over hoe mijn bezoek aan deze campsite echt veel betekent, meer dan de day visites. Als je de Tsodilo Hills via een lodge bezoekt (wat eerst mijn plan was) wordt er vaak veel geld achtergehouden en worden gidsen uit de gemeenschap vaak niet eerlijk betaald. Na de (door de backpackers georganiseerde) mokorotrip waarbij ik dit ook zo ervaarde, wilde ik de community zelf bezoeken. Ik ben zo blij dat ik dit gedaan heb. Hier kamperen als enige naast de vier Tsodilo Hills met eekhoorntjes en vogels rondom me in de stilte met een warme bries en een sterrenhemel. Heaven.
"Kill nothing but time (no fauna and flora), leave nothing but tracks (no litter) and take nothing but pictures (no nature elements)" is het motto van de Tsodilo community. Via "Education" (kinderen worden onderwezen tot gids, receptionist, cateraar, ...) wil de overheid de community de kans geven tot "Ecological Benefit" waarbij de omgeving van de Hills zo goed mogelijk bewaard wordt ("Ecological Benefit"). Aan deze drie "E"s voegde ik nog "Equally benefit" toe toen de manager me vertelde dat de lokale gidsen zelf een shiftensysteem hebben uitgewerkt zodat ze evenveel verdienen.
Ik kijk ernaar uit om morgen de omgeving te verkennen!
Geschreven door Heleen85dagenafrika