Vlak voor Ponta Delgada sloeg ik rechtsaf naar het noorden richting
Lagoa do Fogo (meer van het vuur). Het was mistig in de bergen en dat was jammer. Er was ergens een uitkijkpunt waar je zowel de noord als ook de zuidkant van het eiland kan zien. Niet zo vreemd want er zit minder dan 10 km tussen, de perfecte foto lukte dus niet.
Even verderop is het meer te bewonderen, ook hier niet echt fantastisch vanwege de laaghangende mist/bewolking, maar toch wel de moeite waard. Verder afdalend kwam ik bij
Caldeira Velha een van de 'must see' plekken vanwege de geothermische bronnen. Auto aan de kant, kaartje kopen (€ 8,00), zwembroek en badslippers aan en naar binnen.
In dit natuurpark bevinden zich tussen vele varens en palmbomen een paar natuurbaden en een waterval. In de omgeving zijn een aantal vulkanen, door een daarvan wordt water opgewarmd, dat opgevangen wordt in een drietal zwembadjes die door keien en stenen afgebakend zijn. De temperatuur van het water is er tussen de 26 en 29 graden als ik het goed onthouden heb. Ik heb een flinke tijd rondgedobberd in alle drie baden. Het regende een beetje, dus niks beters dan zo'n warm bad. Grappig om het temperatuurverschil tussen de baden onderling te ervaren. Iets verderop was er nog de waterval die ik bijna vergeten was, terwijl ik daar wel over had gelezen in de reisgids. Het water was daar een stuk koeler, maar het was heerlijk om onder de kletterende watermassa te staan (zie foto).
In
Ribeira Grande zag ik een Repsol benzinepomp. Tank weer vol en naar binnen om af te rekenen. Nou, dat werd een hele show omdat mijn Rabobank pinpas niet geaccepteerd werd. Ik probeerde de dame achter de kassa nog uit te leggen dat het geen creditcard was omdat ik het idee had dat ze dat dacht. Ook een tweede pinpoging mislukte en de vraag was of ik contact kon betalen. Nee helaas, ik had onvoldoende cash bij me. Een Engels sprekende klant wist me te vertellen dat er verderop een geldautomaat was bij een andere pomp.
Daar bleek de geldmachine echter leeg te zijn 😡. De caissière wees me de weg naar een andere automaat. Die ben ik mogelijk voorbij gereden.. Anyways.. op het dorpsplein zag ik een andere machine en daar slaagde ik gelukkig wel. Door de vele smalle straatjes met eenrichtingsverkeer moest ik om het hele stadje heen rijden voor dat ik weer terug kon richting de pomp, ik ben zeker 20 minuten weg geweest, hoe dan ook (zoals Tom Egberts graag mag zeggen) : eind goed, al goed. Toch mooi dat Portugese vertrouwen, ik had zonder betalen hiermee weg kunnen komen. Een paar dagen later hoorde ik via een autoverhuurder dat dit soort dingen gewoon is in Portugal: als je niet genoeg geld bij je hebt kom je toch gewoon de volgende dag even betalen, mooi dat dit zo kan!
Ik ging weer richting Ponta Delgada om vlak daarvoor westwaarts naar de meren van
Sete Cidades (7 steden) te gaan. Het weer was naar mijn idee niet perfect hiervoor, maar de kans bestond dat ik geen betere gelegenheid zou krijgen omdat ik mijn langste tijd op dit eiland al weer heb gehad, dus toch maar een poging wagen. Dit viel gelukkig mee en ik trof best goede omstandigheden. Ik heb ruimschoots de tijd genomen om alles goed te bekijken en te fotograferen vanaf diverse plekken. Het
Visto del Rey (uitzicht van/voor de koning) kreeg zijn naam omdat het de plaats is waar het Portugese koninklijk paar in 1901 stond om het uitzicht over de meren te bewonderen.
Het uitzicht vanaf het dakterras (dat ik zo graag wilde zien) van het verlaten spookhotel Monte Palace is naar mijn gevoel waarschijnlijk nog 'koninklijker'. Tot voor kort nog vrij toegankelijk, helaas nu niet meer toegankelijk omdat alle toegangen dicht gemetseld waren, ik hoorde gisteren echter van een paar landgenoten die ik tegenkwam dat het hotel weer verbouwd wordt en in 2020 heropend zal worden.
Maar goed, het verschil tussen het Lagoa Azul en Lagoa Verde (blauwe en groene meer) was goed te zien. De mineralen en grondstoffen in de bodem en de lichtinval zorgen voor het kleurverschil simpel gezegd. Meer algen en andere waterplanten in het kleinere en meer dichtgeslibde Lagoa Verde bepalen de groene kleur.
Er is echter ook een sprookjesachtige versie hiervan. Een herdersjongen en een prinses waren ooit vreselijk verliefd op elkaar. Dat eindigde echter in tranen omdat de prinses van haar vader die jongen natuurlijk niet meer mocht zien. Nog een keer mochten ze elkaar ontmoeten en dat werd huilen. De prinses blauwe tranen, de herdersjongen groene, zo ontstonden de meren. Maar ik heb ook versies gelezen waar de prinses groene tranen huilde... ach, laat ook maar 🤗.
Behalve deze meren liggen hier ook ten oosten van Lagoa Verde nog het prachtig groene Lagoa de Santiago en het kleinere Lagoa Rasa. Vanaf
Miradouro da Boca do Inferno kun je ze samen met het Lagoa Azul bewonderen.
Geschreven door Itesreisavonturen