Hete nachten
De temperatuur doet er nog maar een schepje bovenop. Het is hier een uurtje eerder donker dan thuis. Dat past heel goed bij ons dagritme. Vroeg eruit en vroeg erin. Zo bewegen we mee met de natuur.
We rollen na een hete nacht nog voor 06.00 uur van ons matje. Nu ik dit zo opschrijf vraag ik me af of ik uit moet gaan leggen dat dit over de feitelijke temperatuur gaat. Ik dacht het niet. We voelen ons in de tent als zweterige kaas die verlangt naar een koelkast. Zegt genoeg toch?
Klem
Rijwind brengt verkoeling. Heerlijk off road langs de Adda, het riviertje dat uitmondt in één van de zijarmen van het Comomeer. Verderop is een pontje dat ons naar de overkant gaat brengen. Je raadt het al: niet dus. Tijdelijk buiten gebruik. Aan de staat van het bootje te zien is tijdelijk hier een verhullend synoniem voor permanent. Goed, terug langs de Adda, er is geen andere optie. In het laatste dorpje waar we een half uurtje eerder ook al doorheen fietsten vinden we de brug naar de overkant. Het is even zoeken en laveren. Italiaanse dorpjes zijn nogal krap gebouwd. Voor ons rijdt een mini pickup, die ook naar de brug wil. Wanneer we naast elkaar fietsen hebben we ongeveer dezelfde breedte als het autootje. Fietsers zijn flexibel, die kunnen ook achter elkaar gaan fietsen wanneer de steegjes erg smal worden. Dat blijkt in dit geval een enorm voordeel. Ik schat dat die overdekte en gemotoriseerde bakfiets voor ons aan beide kanten een cm over heeft. Hij wurmt zich tussen de huizen door om zich vervolgens.... alsnog vast te rijden. 'Ga toch fietsen', denk ik. David en Goliath. Maar wie is er nou eigenlijk David en wie Goliath in deze situatie?
Nog hoger
Zweetdruppels vallen in een vast ritme van onder de veel te warme helm op mijn fiets. Bidons vullen we bij iedere dorpspomp die we zien. Drinken is verplicht. Zelfs voor Italië is het veel te warm voor eind juni. Bij het kasteel vinden we weer een tappunt. Vullen, drinken, vullen. Verderop is de weg afgesloten. Dus gaat Marike voorop, want die lost elke 'mag niet' op in een 'kan wel'. De stokoude BMW die ons tegemoet rijdt bevestigt het idee dat er voor fietsers geen belemmering is. Hij komt immers vanaf die kant, dus: 'moet kunnen'.
De vriendelijke man stopt naast ons. Zoekend naar Engelse woorden, maakt hij duidelijk dat de weg echt niet begaanbaar is. 'Ook niet voor fietsers?', proberen we nog. 'Nee, onmogelijk'. Hij zit nu even op zijn motor ('I am an old man on an old bike', zo schetst hij zichzelf), maar hij is ook fietser. Woont hier al zijn hele leven en echt: 'Too dangerous'. Een aardverschuiving blokkeert alles en wat ons nog het meest overtuigt om toch maar niet die kant op te gaan: er komen nog steeds stenen naar beneden.
Met een probleem kun je soms van alles en een andere keer niets. Dan rest er niets anders dan accepteren en zoeken naar de mogelijkheden die er wél zijn. Het is ons duidelijk, deze wegafsluiting gaat zelfs Marike niet oplossen. Wanneer we ons erbij hebben neergelegd vraagt hij: 'Hebben jullie eten; heb je genoeg te drinken?' Wat een schat! Samen bestuderen we op Marikes telefoon Google maps, om een alternatief te vinden. Hij kijkt naar onze beladen fietsen en komt tot de conclusie dat nog verder omhoog niet mogelijk is. Te steil. We zouden ons weer helemaal moeten laten zakken naar beneden, om dan met een grote boog over redelijk vlak terrein naar Bergamo te fietsen. Dát vinden wij dan weer geen aantrekkelijk idee. Dit is nou een mooi voorbeeld van een probleem dat er niet echt is. We fietsen hier niet om van A naar B te geraken, we zijn hier om te ervaren. Als dat betekent dat een mooie route nog verder omhoog gaat, dan gaan we weer klimmen. We overtuigen hem dat we dat wel kunnen door te vertellen dat we met deze fietsen en met dezelfde belading de Splügenpas hebben gefietst. Hij rijdt met zijn oldtimer voor ons uit, tot op de hoek van het kasteel. We krijgen nog eens alle aanwijzingen voor de omleiding en dan mogen we gaan. Ik had 'm zo mee willen nemen als een soort wijze gids voor onderweg , wat een sympathieke lieverd!
't Is ook echt wel een pittig klimmetje dat ons naar de top brengt. Vanaf hier dalen we naar Bergamo, een prachtige, oude Noord-Italiaanse stad. IJs voor Marike, brood voor Jan (blijkt afbakbrood te zijn, handig voor wanneer je continue in een flink opgestookte oven rondfietst😉).
Gras
De elektrische step zoeft met een noodgang voor ons uit door een straat met aan beide zijden een muur van blik en canvas. Dit is het zomerse alternatief voor een rijtjeshuis: een rijtjesplek. Tenten en caravans staan hier gezellig rug tegen rug. De camping bestaat uit 2 volle straten. De eigenaresse heeft wel een plekje voor ons op haar terrein. Dit is niet de 'onenightstand' die we hoopten te vinden aan het Lago d' Iseo. De camping even verderop, waar we wél graag wilden staan...die is er niet meer. Ze wijst ons aan het eind van de straat een plek aan het hemelsblauwe meer. Idyllisch natuurlijk, maar ons tentje houdt niet zo van steen als ondergrond. 'O.k.?', vraagt ze. Marike kan heerlijk ongecompliceerd duidelijk zijn en het grappige is dat dat vaak uitstekend wordt verstaan. Ze antwoordt dan ook: 'Nee, niet o.k.'. 'Dan moeten jullie naar een andere camping'. Even dacht ik dat ze toch niet overweg kon met de 'niet o.k.', maar niets is minder waar. Ze blijkt eigenaresse van meerdere terreinen. En niet voor het eerst vandaag rijdt er weer iemand voor ons uit om de weg te wijzen. Aan het eind van een lange, warme dag vinden we wat we zoeken: gras. Met pizza en bier vullen we de tekorten een beetje aan. Morgen weer een dag.
(Leeswijzer: na deze blog sturen we alle blogs in één keer; de reis verliep net even anders dan gedacht. Om te volgen hoe dat ging zou je de verhaaltjes chronologisch moeten lezen)
Geschreven door Jan-Marike.waar.we.fietsen.is.de.weg