SchoonWe kamperen in Epen. Vast ritueel voor vertrek: de bidons vullen en nog een extra anderhalfliterfles voor onderweg. De meneer van de schoonmaak is net de boel aan het kuisen. Hij werkt van links naar rechts. Ik besluit de meest rechtse kraan te nemen, zodat hij het gespetter van het vullen direct mee kan nemen met zijn schuddeldouk. ‘Mag ik nog even mijn bidons vullen meneer?’ ‘Al neem je de hele kraan mee’, krijg ik terug. Dat lijkt me toch wat veel van het goede. Ik probeer nog wat waarderende, respectvolle vriendelijkheden te wisselen. Misschien was het teveel, voelde hij juist, ja wat eigenlijk…? Voor ik er erg in had, mopperde hij dat hij 7 dagen in de week moest werken en helemaal geen tijd had om te fietsen. En hij was al met pensioen. En dat kwam allemaal door die Hollanders. Oei… voorzichtig nu Jan. ‘U had het vast al wel gehoord, wij komen uit Groning’n’, probeer ik wat olie van het vuur te halen. ‘Die Rutte hè, dat is één van de drie grootste leugenaars op de wereld…’ wordt hij steeds bozer. Ik weet niet goed hoe met respect een einde aan dit gesprek te maken en wanneer ik mezelf hoor vragen: ‘Hoe weet u dat?’ weet ik dat het me niet gaat lukken om als goede vrienden uit elkaar te gaan. ‘Van de televisie’, is zijn meesterzet. Daar kan ik niet tegenop! Ik wens hem een goede dag en we vertrekken. Voelt niet goed. Mijn intentie was om even contact te maken met één van die mensen die we zo vaak niet echt zien. Niet gelukt en misschien, en dat vind ik nog vervelender’ heeft hij nu juist wel het gevoel dat ik ‘zo’n Hollander’ ben die geen oog en oor heeft voor de mensen die precies net zoveel waarde hebben als wie-dan-ook, maar die die waarde zo weinig voelen.
Dit was toch een blog over fietsen Jan? Zeker, dit gebeurde precies hier op deze plek. Niet zomaar. Dit gebeurde omdat iemand geconfronteerd werd met een stel dat zómaar 8 weken kan gaan fietsen, terwijl hij dag in dag uit de rotzooi van een ander staat op te ruimen. Niet omdat hij dat zo graag doet, maar omdat hij moet. Zulke gesprekken heb ik thuis niet, wanneer Marike de afwas doet.
VennbahnEn het fietsen? Gaat boven verwachting goed. Op en af tot we bij Raeren (België) de Vennbahn opgaan (een oude spoorweg van Aken tot Troisvierges, waar 10 jaar geleden een fantastische fietspad van 125 km lengte van is gemaakt). Het is vanaf dat punt steeds zo’n 2 % stijgen. Makkie zou je denken, toch worden we van 50 km 2 % meer moe, dan van de korte klimmetjes van daarvoor. Marike is de diesel, waar Jan zijn wagonnetje achter hangt, zo komen we er wel. De 2000 calorieën die we verbranden per dag onderweg aangevuld bij een echt Belgisch frietkot.
Eind van de dag verlaten we dit spoor om in Roberville te kamperen. Hoegaarden als herstelvocht in de zon op het terras voor de machinist en haar conducteur. De campingbaas is gespeeld verontwaardigd wanneer ik zeg dat die Vennbahn ook wel een beetje saai is. Zeker, hartstikke groen, gemakkelijk fietsen, maar er zijn geen wissels waar je eens lekker kunt ontsporen. En dat groen is een soort van groene muur, mooi, maar je ziet niet echt waar je fietst.
Geschreven door Jan-Marike.waar.we.fietsen.is.de.weg