In bed
Joop had gelijk natuurlijk met die nachtrust (zie vorige blog), maar toen lag hij vast en zeker niet onder de landingsbaan van Luxemburg. Voor onze buren op de camping een zegen, want die matjes van ons...die kraken! Maar zeg nou zelf: Wat heb je liever: krakende matjes op een camping tegen een achtergrond van een zacht kabbelend beekje, of op 100 meter boven je hoofd landende vliegtuigen? En voor de goeie orde: dat extra-ordinaire gekraak komt van de matjes en niet van onze oude botten of wat er verder nog in jullie dirty minds (trouwens: hoezo dirty...?) rondspookt.
Schengen tastbare hoop: onderweg naar elkaar.
We steken weer even de Moezel over (Duits - Luxemburgse grens) om in Schengen, het stadje op het drielandenpunt Luxemburg, Duitsland, Frankrijk, het monument te bezoeken dat is opgericht na het Schengenakkoord (1985). En ja we weten heus wel dat er tussen de inmiddels 26 landen die deelnemen aan dit akkoord regelmatig veel gedoe is, maar wat is en blijft: de meeste binnengrenzen in Europa zijn verdwenen. Dat merkten we de voorgaande dagen: we wisten vaak niet in welk land we nu eigenlijk fietsten. Veel op en over de grens zonder belemmeringen. Tegenhouden doen we nu aan de buitenkant van die Schengenlanden... zie er maar eens binnen te komen. Fort Europa; van binnen komen we dichter bij elkaar, aan de buitenkant verharden zich de grenzen (vooral voor mensen). En toch: toenadering biedt hoop voor ons mensensoort. We horen bij elkaar. Eén soort, meer soorten zijn er niet. Sommige van hen zitten op de fiets onderweg naar de anderen. Onbegrensd fietsen noemde Paul Benjaminse,de ontwerper van de route naar Rome, dit.
Graan
Gigagrote landbouwgebieden. Graan, graan en nog eens graan met hier en daar een verdwaalde koe. Verbouwen wij hier meer, nu het Oekraïense graan steeds moeilijker naar de wereldmarkt kan? Dood en brood.
Wij scoren een frisse maaltijdsalade bij de Lidl. Dan is het afgelopen met stadjes, winkels, onderdak. De dorpjes zijn leeggelopen. Vervallen huizen, dichte luiken, geen mens op straat, stoffig, heet. Autowrakken, rotzooi, armoe zou je zeggen. Hier en daar luidt de kerkklok nog. Welluidend, vaak 2 tonig, een onverwachte schoonheid in dit verder desolate land. We vullen onze watervoorraad aan bij de enige mannen die we buiten treffen, werkend aan een tractor, die betere tijden heeft gekend.
Wild
Geen chambre d'hôte, geen camping, nergens een plek om te overnachten. Nu hebben wij een tentje achterop, dus die kan eigenlijk overal wel staan. Mag niet, maar kan wel. Het is even zoeken tot we naast een bouwval, direct naast een weg, net buiten het dorp, maar achter bomen en heggen een plekje vinden waar we de nacht door zullen brengen. Ik hou er niet zo van, het maakt me toch wat onzeker. Voor Marike is het geen enkel probleem. Zij is één met de natuur en die natuur ontvangt haar overal gastvrij. We slapen heerlijk in het stoppelveld. De naaktslakken zijn ook blij met ons; de volgende ochtend blijkt dat zij zo'n tent in hun veld ook fantastisch vinden.
Geschreven door Jan-Marike.waar.we.fietsen.is.de.weg