We gaan
Het tikt nog gezellig op de tent wanneer we wakker worden. Wolkenflarden langs de flanken van de bergen. Met ons hoofd in de wolken, letterlijk in dit geval. In het echt zijn we iets minder blij, want dit brengt miezer en weinig zicht. Een Nederlandse mistige, druilerige dag in februari zeg maar. Wat zullen we doen? Toch nog een comfortabel dagje wachten? We hebben de keet, kunnen rustig aanrommelen. Wacht, daar is de buurman al. Wettervorhersage erbij; 'Es sollte trocken werden...' Meerdere buren erbij. Samen buigen we ons over het weerbericht. Geen garantie, zegt buurman nog. Nee, het blijft een voorspelling, maar wij besluiten dat we het erop wagen. In de loop van de ochtend droog, zo gokken we en boven op de pas zelfs zon. Buurman meldt nog trots aan de andere campinggasten: Sie gehen hoch!' We zien ze een inschatting maken; de bepakte fietsen, onze benen, het lijf daarboven en de koppen die erop zitten. We zullen nooit weten wat de uitkomst van die optelsom is maar ze wensen ons; alles gute. We gaan!
Meter na meter
Hoog gaat het! Kilometer na kilometer, hoger en hoger. Nog voor Splügen is er een stukje redelijk vlak door het bos, waar we even kunnen herstellen. Wolken, regen en ijskoud. Donsjas aan, regenjas erover bij de 'pitstop' aan het stuwmeer. We tanken moed en energie. Ondanks de kou is het zwaar zweten bij deze inspanning. Zwaartekracht is best handig om ons met beide voetjes op de grond te houden maar we zouden het niet erg vinden wanneer die vandaag iets minder zwaar zou zijn. We gaan als een tierelier. Extra kleding eerst weer in de tas. Rustig klimmen we meter na meter hoger. Iedere trap is er één die het doel dichterbij brengt. Nergens hoeven we van de fiets omdat het niet meer te doen is!
Vlak voor Splügen gaat de miezer over in echte regen met veel wind. Regenspul maar weer aan. In het dorpje waarnaar de pas is vernoemd, nog een stop voor we de laatste 10 km naar de top gaan doen, de echte pas. Onder een overkapping van het oude politiebureau eten en drinken we zoveel mogelijk. Het is onwijs druk met auto's en héél veel motoren. Opeens valt alle verkeer stil. We gaan terug in de tijd. Moeder en dochter drijven een kudde gezellig 'bellende' geiten over de weg naar de andere kant van het dorp. Heidi. Vol vertrouwen gaan we verder op weg naar het hoogste punt van deze reis.
Nur mit eigenen Beinen
We zijn nog niet halverwege de eerste serie van de zes haardspeldbochten die ons in een kort stuk flink de hoogte in helpen of alle bescherming tegen regen en kou gaat weer uit. De bewolking breekt en de eerste spatten zonlicht drogen het wegdek op. Twee keer worden we ingehaald door een fiets met ondersteuning. Eén meneer kijkt wel heel nadrukkelijk naar het versnellingsysteem van mijn fiets (Pinion) dat er op het eerste gezicht uitziet als elektrisch. 'Nur mit eigenen Beinen', reageer ik op zijn blik. Dat hij het maar weet. Mannetje Jan is er nog, hij kan het niet laten.
In de dagen die volgen begrijp ik zijn verbaasde blik beter. We zijn nog geen fietsers-op-eigen-kracht tegengekomen die deze pas gedaan hebben. De meeste mensen kiezen hier voor de trein en zoals één van die fietsers met een dikke knipoog zei: 'je bent gek als je de mooiste treinreis van Europa aan je neus voorbij laat gaan'. Dat van die mooiste treinreis zijn we met hem eens. Drie jaar geleden hebben we hier gespoord tijdens een treinreis door Zwitserland en Italië. Maar we zijn niet gek, dus we sporen echt wel, want wát een intense beleving deze tocht over de Alpen. Daar hadden we geen meter van willen missen.
Haarspel(d)en
Het venijn zit in de laatste kilometers. Boven de boomgrens brengen 15 haardspelbochten heel kort op elkaar ons naar 2114 meter. Spectaculair. Hele scherpe bochten, waar auto's soms in 2 keer doorheen moeten, waardoor dalende motorrijders de binnenbocht moeten nemen. Weg ideale lijn. Dat brengt ze bijna tot stilstand. Soms meer dan 180 graden van koers wijzigen en dan ook nog loodrecht naar beneden. Wij kennen dat probleem niet. Buitenbochten zijn heerlijk, daar is het percentage net wat minder hoog en direct na de bocht kan even de druk van de benen. En op naar de volgende van de 15. Marike probeert zoveel mogelijk die buitenbocht te houden, ook wanneer die bocht naar rechts gaat. Ik hou van die binnenkant, daar hoef ik minder op het verkeer te letten en het vraagt telkens een korte, flinke krachtsinspanning voor ik weer 10 meter hoger zit en een heel kort moment even de spanning van de spieren kan halen. Precies genoeg voor de volgende. En dat dan 15 keer. We genieten allebei. Nog een kleine, steile kilometer zonder bochten en na bijna 4 uur klimmen (24 km vanaf de camping) zijn we boven. Wij kunnen echt wel langzaam fietsen!
Boven is het stil
Tranen, toch, ze zijn er zomaar wanneer ik stop op de top. Het is wat. Dat we dit samen doen, dat we dit kunnen, dat we zo sterk zijn. High five, dikke knuffel, geen woorden. Stilte.
Boven is niks. Een oude verlaten grenspost en een grenspaal. Harde ijskoude wind. Warme spullen aan. Marike loopt nog even naar de topmarkering. Voelt hoe het bemoste steen, de berg, haar draagt. Ik verschans me vanwege de snijdend koude wind achter de ouwe grenspost. We maken nog wat foto's voor we ons naar beneden storten, Italië in.
Magisch
Een magisch landschap ontvouwt zich. Majestueus hooggebergte met grote (stuw)meren. Hemelsblauw, smaragdgroen, wijds en groots. Een totaal ander panorama dan aan de Zwitserse kant met zijn smalle dal en kale, soms bijna desolate bergen. Dit is meer dan een landsgrens; dit is de overgang van noord naar zuid, van koud naar warm (in ieder geval vandaag), van ingetogen naar uitbundig. Een grandioze afdaling brengt ons in geen tijd 1000 meter lager. De kleine bergdorpjes onderweg zijn eerst betonachtig grijs. Daarna kleurrijk warm ton sur ton.
Dalen en indalen
De camping die we passeren laten we links liggen. Dagenlang hebben we naar deze rit toegeleefd. Eerst de top halen en dan maar weer zien. Maar gek,1000 meter lager weten we het niet zo goed meer. Onze fietsen zijn hier, maar waar zijn wij? Dalen was super, maar het indalen moet nog beginnen. In Campodolcino (alleen die naam al...) keren we de fietsen en nemen alsnog de afslag naar de camping.
Italiaanse passie
Vol natuurlijk, maar dat kennen we nu wel. We mogen wel tussen het restaurant en de speeltuin staan, pak maar een stoel, neem een tafeltje, daar is het stroom, zet je fietsen onder het afdakje; we worden in de watten gelegd. Heerlijk met hoeveel passie we hier worden afgezet. Of we een deel cash zouden willen betalen. Ach, ja... De pizza was lekker (onze eerste deze reis), de wijn van het huis was goed, mijn tafeldame een engel en de herrie van het restaurant was fabuleus. Om 03.30 uur vertrekken de laatste gasten, nog steeds heftig discussiërend, of was het ruzie, of toch gewoon Italiaanse passie? We hadden bedacht om hier 2 nachten te gaan staan, om de tijd te hebben om hier echt te arriveren en om na het dalen de ruimte te geven aan het indalen. Niet dus, morgen dalen we verder. We zijn benieuwd waar we de fietsen weer inhalen...
Geschreven door Jan-Marike.waar.we.fietsen.is.de.weg