Puzzelen
Fris, fruitig en vroeg op de fiets. Lange tocht naar het zuiden. We proberen in één keer Chur te halen, om daarna met een korte etappe aan de voet van de Splügenpas te staan. Het is een beetje een puzzel van goed voorbereid zijn en het weerbericht in de gaten houden. De laatste dagen is het een stuk instabieler geworden en de verwachting is dat het in de loop van de week niet beter wordt. Eerst nog een paar benauwd warme dagen (30+), daarna afkoeling met flinke onweerscomplexen (supercel zegt de Zwitserse meteo) en dan zou er tijdelijk een dip in de temperatuur zijn met stabieler weer. Als we nou eens precies in dat wak de pas over zouden kunnen trekken...
Lekker weer
De luchtvochtigheid is zo hoog dat we de bergen nauwelijks meer kunnen zien. Verdwenen in de mist. Daar valt prima mee te fietsen, maar in de loop van de ochtend zullen we te maken krijgen met een heel ander weerfenomeen, die zich wat minder gemakkelijk gewonnen geeft.
Drinken dus, niet een beetje, maar héél véél. Ik drink minstens 4 liter tijdens het fietsen en met het vocht daarvoor en daarna kom ik toch gauw tot zo'n 5 - 6 liter per dag. En, hoe zeg ik dat netjes...het komt er nauwelijks langs de normale weg weer uit zeg maar. Marikes koelsysteem doet het wat minder goed, maar ook zij probeert zoveel mogelijk te koelen met water; in- en extern.
De talrijke bronnen onderweg voorzien ons hier gelukkig weer van bruikbaar koelwater. Niet alleen de bidons worden gevuld. Continue spoel ik de lambada (zo'n ding waarmee je wel een piraat lijkt) die ik onder mijn fietshelm draag en doe die weer kliedernat op mijn hoofd. Dat helpt.
Pelgrim
Voor de kerk vinden we weer... een bron inderdaad. Daar putten we uit. Bankje in de schaduw, maar niet onopgemerkt. De deur van de kerk zwaait open en een vrolijke Zwitserse komt spontaan een praatje maken. Waar we vandaan komen en wat onze bestemming is. Dat zijn beide nogal existentiële vragen, maar voor een mevrouw van de kerk misschien ook weer niet zo gek. Dat we van Nederland naar Rome fietsen past wel in haar plaatje. Of we koffie willen? Een grote, of een kleine? Nou, doe dan maar groot alstublieft. Het dorp telt 1400 inwoners, van wie 1100 lid zijn van deze katholieke kerk. 'En de jongeren?', vragen we voorzichtig. Die zien ze niet zoveel meer. Gelukkig zijn er nog wel heel wat 'Ministranten' en 'sie sind sehr fleißig'. Marike verstaat migranten, maar 'nee' zegt de mevrouw, 'die zijn hier niet'.
Toch bijzonder, deze vriendelijke ontmoeting. Ik zeg haar dat ik me door haar gebaar zowaar een 'Pilger' (pelgrim) voel. We zijn op reis, naar Rome nog wel, en onderweg ontvangen we wat we nodig hebben. 'Das seid ihr ja auch' is haar antwoord. Zou het? We fietsen van bron naar bron en vinden onze bestemming in het op weg zijn. We zijn niet op zoek naar een moeilijk te bereiken verheven spiritueel doel ergens in de verte. We zijn gewoon onderweg, precies zoals we dat allemaal zijn. Van bron naar bron met hier een daar een kopje koffie. We leven, met alles erop en eraan. Dat is het.
Fõhn
Ik gebruik zo'n ding niet, want zoals de kleinkinderen zeggen: 'opa heeft geen haar'. Maar nu fietsen we er middenin. Gedurende de ochtend trekt de wind steeds meer aan, tot hij zo hard is dat we elkaar nauwelijks meer verstaan en dat we ook op moeten passen dat we niet van de dijk waaien. De Rijn is hier behoorlijk gekanaliseerd. Lang en recht met hoge dijken. En precies daar fietsen wij. Wanneer je bijna 100 km. wilt fietsen dan schiet 12 in het uur niet echt op. Het Rijndal functioneert als een soort schoorsteen waar deze storm soms dagenlang doorheen raast. Soms uit het noorden, maar vandaag dus uit het zuiden. Precies! de kant die wij op gaan. En omdat die sterke stroming meebeweegt met de bochtjes in het dal blijft hij ons tegenwerken. Nietzsche wist het al: "Was mich nicht umbringt macht mich stärker". Een goeie training voor de hoogtemeters later in de week schreeuwen we naar elkaar. En zo komen we toch altijd weer bij onze eigen JC uit: elk nadeel heb z'n voordeel. Dus.
En dan blijkt weer de kracht van de tandem. We gaan kop over kop. Elke kilometer wisselen. Marike maakt dan met haar hand zo'n mooi pirouetje in de lucht. Zo mooi, die heb ik maar van haar overgenomen. Het lijkt wel een soort dans zo samen. We dansen op de pedalen, we hijgen en puffen, tien in het uur, bek op het stuur (sorry, sportterm). We grijnzen en grimassen en we nemen maar weer eens een pauze. We redden nog net de fiets die als een vlag in de wind alle kanten op wil wanneer we hem even parkeren. Stap maar weer op en dans maar, dans maar. Deze pas de deux helpt ons kilometer naar kilometer verder op weg naar Chur. Bijna 100 km later vinden we een camping. Meestal geeft dat rust, deze keer niet...
Die hete Föhn doet wat met je. Hij laat ons dansen én het maakt ons stapelgek. Gek van de massieve herrie, gek van de tomeloze onrust, gek van de waanzinnige hitte. Hij (zal toch wel een hij zijn, alhoewel zij er ook wel wat van kan) stopt gewoon niet weer. Het is niet als een nette herfststorm in Nederland, die het gewoonlijk na een paar uur wel weer voor gezien houdt. Wisten we niet, maar Chur blijkt het epicentrum van de Föhn. Nergens in Zwitserland waait hij zo vaak en zo hard. Hier willen we een dagje rusten.
De camping is één grote Honda Goldwing meeting. Grote mannen met baarden en buiken met nog grotere glimmende machines met zijspan of karretje, met of zonder vrouw. Het zijn rustige kerels, ze drinken een potje bier, staan met handen in zakken hun speelgoed te showen en staan met handen in zakken het spul van de ander te bewonderen. Genieten! Mensen, mooi spul!
Geschreven door Jan-Marike.waar.we.fietsen.is.de.weg