Stoer en wijs
De héle nacht is hij blijven staan, die harde wind uit het zuiden. Wij zijn er wél bij gaan liggen en dat zou die wind langzamerhand ook wel eens mogen doen. In alle vroegte rollen we van ons matje om alvast een stuk te gaan klimmen. Een stoere voor ons nog jonge fietser vraagt of we iets van olie hebben. Zijn slot wil niet open. Sinds we met een riem i.p.v. met een ketting rijden blijft de olie thuis, dus kunnen we hem niet helpen. Wanneer hij weer van het slot is, vraagt hij wat we gaan doen vandaag. Wij fietsen een korte etappe naar Andeer, om daar het voorspelde slechte weer af te wachten voor we de pas over trekken. Met achteloos bravoure bromt hij dat die pas er nog wel bij kan vandaag. Doet hij ook. Op zo'n moment zou je willen dat hij enig idee had wat een leeftijdsverschil van ruim 25 jaar betekent. Maar dit gaat niet over ons, hiermee onderstreept hij zijn eigen kracht en stoerheid. Dat is ook 25 jaar verschil.
Wij kennen onze krachten en weten wat goed voor ons is, we fietsen zo tactisch mogelijk en het aller-allerbelangrijkste: we willen genieten van die tocht. De weg is het doel immers. Niet met deze hitte de pas over. Dat is 'killing'.
Wij gaan alvast op pad. 'Tot straks', horen we hem nog zeggen.
We moeten helemaal niks
We gaan off road, loodrecht omhoog. MIjn Garmin meldt 12 - 14 % op het steilste stuk. Pittig, maar wat is het mooi! We kunnen het. Het is zo fijn om te merken dat de twee-en-een-halve week die we nu al weer fietsen ons sterk gemaakt heeft. En dat is niet omdat we onszelf dwingen om te buffelen. Sterk worden we door te luisteren naar ons lijf. Wat heeft die ons te melden? Ik ben niet meer de jonge hond van eerder, die zodra het landschap ook maar enigszins de hoogte in ging of wanneer er geen glad asfalt meer lag helemaal los ging. Een beetje zoals de fietser van vanochtend denk ik.
Het heeft even geduurd en ik had het al jaren geleden kunnen weten want de wijze vrouw die meestal voorop fietst, laat al heel lang zien dat ze haar krachten bijzonder goed kan verdelen. Ze fietst op de spaarstand, zodat ze over heeft voor het moment dat het erop aankomt. Marike is de vrouw die als geen ander kan sporten zonder te hoeven presteren. Ooit won ze hardloopwedstrijden tot ze het besluit nam dat die competitie haar plezier in het lopen in de weg zat. Ik bleef toch meer het mannetje dat graag wil laten zien wat hij kan. Dat je daar nou eerst 66 voor moet worden om je te realiseren dat prestatiedwang ook een vorm van moeten is... Ik wil nog steeds heel graag, maar IK MOET HELEMAAL NIKS! Zó, dat helpt.
Nicht Anna vroeg zich af wat ik van Marike zou leren. Nou Anna, dit dus en dit is niet de eerste de beste levensles. Deze wijsheid helpt me om te doen wat echt goed voor me is, het helpt me om niet op te branden, of om mijn kruit te verschieten en om mentaal en fysiek lenig en gezond te blijven. Wát een kanjer die Marike van me!
Sterk
Met al die wijsheid in gedachten eerst maar eens op een bankje in de schaduw: eten en genieten van de fabelachtige natuur! Onze jonge fietser passeert. Hij beweegt traag en stampt op zijn trappers. We willen niet te dicht achter hem verder, dat zou hem mogelijk alleen maar meer opjagen. Kwartiertje later gaan we weer, op naar de volgende klim. Asfalt deze keer, maar wel 300 meter omhoog in een kort stuk. Tunnels onderweg. Al vanaf dat de kinderen klein zijn kukelekuen of kraaien we in een tunnel, alsof er een heel kippenhok achter op de fiets zit. Gewoon, spelende kinderen, het gaat er niet meer uit vrees ik. Ik kraai er lustig op los naar Marike, ik zie haar achterlichtje voor me in de lange tunnel. Wel vreemd dat ik haar inhaal, dat is niet zoals het hoort te gaan. Marike is sneller omhoog. Toch maar voorbij dan. Wát ben ik sterk vandaag, heerlijk gevoel. Dan zie ik dat ik de hele tijd achter een andere jonge dame heb zitten kraaien. Oei!
Verderop lopen we in op de man van de pas-in-één-keer. We besluiten achter hem te blijven. Hij drijft zichzelf al meer dan genoeg. Straks maar weer even van de fiets. En dan toch, kilometers verderop gaan we hem voorbij. Hij oogt vermoeid.
Ons gaat het gemakkelijker dan we hadden gedacht; kom maar op met die pas. Marike voelt zich zelfs zo top, dat ze in Andeer, waar we gepland hebben te overnachten, zegt: 'Of zullen we maar doorfietsen, het gaat zo lekker'. Ik ben resoluut. Mijn nieuw verworven vrijheid (ik moet helemaal niks), gunt me een tussenstop zodat ik helemaal fris de Splügenpas kan bedwingen morgen. Of overmorgen wanneer het morgen slecht weer is.
Keet
We staan al voor de middag bij de camping. Gesloten tot 2 uur. Dan zetten we toch alvast ons tentje op, melden we ons straks wel. De ouwe mevrouw schuifelt voorzichtig vanaf haar vaste staanplaats in onze richting. Geen tent op het hele terrein, maar ze wijst waar we ons onderkomen voor één nacht neer kunnen zetten. En dan wijst ze naar een man achter op de camping, die weet er meer van. Dag Meneer, bent u van de camping? Nou, niet helemaal, maar hij hoort inmiddels wel bij het meubilair.
'Zet je tent hier maar neer, dan kun je gebruik maken van die keet, daar kun je zitten of slapen, wat je wilt, je spullen opladen en wanneer het slecht weer wordt zit je daar ook goed'. En dan 'party!' grapt hij. Dit moet de voorzienigheid zijn. Vannacht wordt er noodweer verwacht en precies dan hebben wij zó'n schuilplek.
De tent staat nog niet of hij komt alweer aanzetten. Twee ijskoude biertjes in zijn grote werkhanden. Aarzelend, vriendelijk, vol goede bedoeling: 'Willen jullie die?' Het is nog vroeg, maar die slaan we niet af. Hij zal ons nog regelmatig bezoeken de rest van de dag. Altijd met iets van reserve; wil zich niet opdringen. Laat het weerbericht zien. Denkt mee over onze tocht naar de top morgen of wie weet overmorgen en maakt nog een grap over die Hollanders: weet je wie het snelste zijn in de bergen? Precies, de Hollanders, altijd vooraan in de file. Hahaha, die buurman. Maar morgen zijn wij de snelste grappen we terug, dan rijden wij vooraan de stoet en wij zijn geen Hollanders. Moest ie even over nadenken.
Die keet is geweldig. De pittige bui 's avonds zitten wij nu eens niet in de tent af te wachten maar bekijken we onze tent in de storm, regen, hagel en onweer vanachter het raam van de keet. Hij doet het goed, die tent van ons.
We weten nog steeds niet of we morgen over de top gaan. De voorspellingen beloven dat het na 09.00 uur droog, maar ook bewolkt is. Bewolkt betekent op deze hoogte ook vaak nat, met je hoofd in de wolken. Lekker slapen, morgen zien we wel weer. Mo
Geschreven door Jan-Marike.waar.we.fietsen.is.de.weg