Dinsdag 7 september: Lago d’Iseo gaan we wel een andere keer beter bekijken. We rijden verder naar het Westen via Milaan en Turijn over de tolweg. Rijdt wat rustiger denken we. Maar we rijden van file naar file. Een aanrijding, volgelopen afrit, veel vrachtwagens, wegwerkzaamheden. En als een file door een tol-betaalstation met 10 poortjes wordt geperst en daarna weer in een 2-baansweg moet terwijl er ook een afslag is, krijg je echt chaos. Je komt ogen te kort om je camper heelhuids naar de rijbaan te krijgen en ondertussen auto’s, brugpilaren ontwijkend. Pas als we Turijn voorbij zijn is het rustig op de weg. Tunnels voor ons alleen. De langste is de Fréjus, bijna 13 km. En verreweg de duurste die we ooit hebben gehad – 62 euro. We zijn daarmee wel snel en met weinig inspanning in Frankrijk. Volgende keer nemen we weer een leuke col want de bergen zijn prachtig ook gezien vanaf de snelweg. Onderweg zijn we maar weer begonnen met bellen van campings want naseizoen lijkt gewoon hoogseizoen te zijn. Nou hebben we de criteria wat aangescherpt want we willen in de buurt van een dorp of stadje kamperen aangezien fietsen nog niet zo lekker gaat. En er liggen uiteraard veel campings midden in de natuur. De ene naar de andere stadscamping zit al vol. Uiteindelijk vinden we plek op een kleine, eenvoudige gemeentecamping in La Rochette in de Savoie.
Woensdag 8 september. We kijken uit op de Franse Alpen. Ik kijk graag naar bergen en almen - Wil René liever naar de zee. We zien zelfs de sneeuw liggen. Het lijkt niet zo ver maar om er te komen is het 120 km – dus toch een tikje te ver. We gaan een korte fietstocht maken met veel pauzes zodat de pijn in mijn schouder te hanteren is, hoop ik. Eerste stop is de markt in het dorp zelf. Dan het eerste bankje dat we zien in het volgende dorp (weer 3 km). Daarna een sudoku op een picknickbank, een koffie op het terras, de rest van het brood onder een boom. Zo rijden we toch bijna 20 km met kleine klimmetjes. Tuurlijk pijnloos is het niet maar ik geniet van het uitzicht. Het is heerlijk weer. Dertig graden maar door een briesje en schaduw is het prima.
9 -10 september. De volgende plek wordt Aix-les-Bains ook wel de Rivièra van de Alpen genoemd. Een 19e -eeuws kuuroord dat een beetje tegenvalt. Dat kan ook liggen aan de bewolkte dag. Dan zien de witte villa’s er grauw uit. Je fietst er zo door heen en het hoogtepunt blijkt een casino te zijn. Wel veel fietspaden of fiets-suggestiestroken (ja, ik was ooit gemeenteambtenaar). De camping die aan de rand van het stadje en vlak bij het meer ligt, hebben we vooraf gereserveerd want ook hier waren de campings vol. We mogen twee nachten blijven daarna is het weekend volgeboekt. Opvallend is dat op 75% van de plekken campers staan, voornamelijk Fransen. ’s Nachts gaat het regenen en de ochtend is grauw en grijs maar wel droog. We besluiten het mooie fietspad langs het meer te doen naar een dorp 10 km verderop. Daar zien we studenten van de TU Chambery introductie-spelletjes doen. Na 'n kop koffie (ik mis nu al de Italiaanse zekerheid van goede koffie) begint het te regenen. En voor het eerst trekken we ook de regenbroeken aan en fietsen dezelfde route terug. In de regen ziet alles er nog troostelozer uit. In de loop van de middag wordt het droog en kunnen we zelfs op een aardig terras een hapje eten. In de avond zien we meer de charme van de stad.
11 september Zaterdag moeten we de camping verlaten en dan schijnt natuurlijk de zon. We rijden langs het meer en zien hoe druk het er kan zijn. De zon maakt de stad en het meer veel aantrekkelijker. Aangezien het weekend is, gok ik op een camping municipal (gemeentecamping) omdat die veelal eenvoudiger zijn en daarmee waarschijnlijk minder vol. Daarvoor rijden we zo’n 2 uur door de bergen, langs een deel van de Rhône die zich een weg baant door een kloof, langs bergdorpen en steden die in brede dalen liggen, over een plateau naar Ars-sur-Formans. Deze kleine camping ligt vlakbij een stadje dat we morgen kunnen bekijken. ’s Middags eerst maar eens genieten van de zon.
12 september. Het is vannacht goed afgekoeld. Om buiten te zitten moet ik eerst mijn stoel afdrogen zoveel dauw ligt er. Mijn schouder gaat steeds beter dus een ietsje langere fietstocht over het platteland. Het is een actieve zondag zo blijkt. In “ons” dorp blijkt een jamboree. Verschillende groepen verkennertjes zijn verzameld op het veld en groeten hun Akela. In het volgende dorp is zojuist de mis ten einde en de kerkgangers gaan op weg naar het sportveld waar borden met foto’s staan. In een ander dorp is een marktje annex kofferbak verkoop. En in Trévoux aan de Saône zien we een groep mensen waarvan een aantal hoge hoeden dragen met gekleurde linten er omheen, kokarde (rozet) op de borst en sommige met een bosje bloemen. We blijken de parade net gemist te hebben die hoort bij het Fête des Conscrits. Een traditie uit de tijd dat Frankrijk nog de dienstplicht kende. Jongens uit een gemeente ontmoetten elkaar voordat ze het leger in gingen. Het heeft iets weg van een ritueel waar jongens mannen worden. Frankrijk kent inmiddels geen dienstplicht meer maar de traditie is in sommige plaatsen gebleven. Ondanks alle activiteiten is het zo’n zonnige, luie zondag waarbij we op een bankje naar de traag stromende rivier kijken.
https://youtu.be/ycnMuTp2oRs Maandag 13 september. We blijven nog n dagje van de zon genieten want na morgen schijnt het vaker te gaan regenen. Aldus de andere Nederlanders op de camping en dat zijn waarachtig 5 andere campers. Zij zijn net begonnen en onderweg naar het Zuiden. We blijken vlak bij de Route Soleil te zitten, dus prima overnachtingsplek.
Het dorp waar we zitten is beroemd onder katholieken omdat hier een pastoor leefde die in 1925, 75 jaar na zijn dood, is heiligverklaard. Dat levert paradoxale taferelen want die pastoor werd geroemd omdat hij eenvoudig leefde, geen afbeelding van zichzelf wilde want het ging om liefde voor God. Aan het einde van zijn leven kwamen er al vele duizenden pelgrims mn priesters hem opzoeken om naar zijn woorden te luisteren. Na zijn dood is de pastorie waar hij leefde, museum geworden. In zijn slaapkamer staat alles nog precies zoals op het moment dat hij stierf – staat op een bordje te lezen. De dorpskerk is uitgebreid tot een overdadige kathedraal, zijn hart is een reliek een kapel. Er zijn souvenirwinkeltjes, een audiotour en het enige beeld dat de goedkeuring van de pastoor kreeg staat in apart gebouwtje. En die afbeelding echoot door het hele dorp. Waarschijnlijk zeer gelijkend (want je ziet geen mooie man) en vooral heel devoot, op een knie, de ogen opgeslagen ten hemel, de handen gevouwen. Ik denk dat hij zich in zijn graf omdraait als hij de verheerlijking van zijn persoon zou zien. Een plakkaat maakt melding dat paus Johannes Paulus zelfs hier is komen bidden. Jaarlijks komen hier zo’n 350 duizend pelgrims en zie daar de belangrijkste inkomstenbron van het dorp.
Spontaan een dagje langer blijven vraagt om improvisatie want de lokale supermarkt is op maandag gesloten. Dus pannenkoeken bakken en cup-a-soup als lunch en een frietje op het terras van de campingsnackbar als avondeten. En daarvoor heb je je Pass Sanitaire nodig. Op ieder terras, restaurant, museum moet je de OR-code laten scannen. Ik lees dat het in Nederland de Coronapas een discussie is maar in Frankrijk, met toch niet echt een overheidsminnende bevolking, is het met weinig weerstand ingevoerd. Mondkapjes zijn hier dan nog wel verplicht in winkels, musea, terras, kerk ed. Morgen verlaten we de regio van Rhône-Alpes en beginnen aan een langzame terugweg naar Nederland.
Geschreven door Hellie