21 juli: De wekker staat op 7 uur. Het wordt vandaag weer zo’n 30 graden. We rijden naar het zuiden met de zon vol op de voorruit. Gelukkig hebben we airco op de motor. We zijn al een tijdje op zoek naar een bedrijf die onze gasfles kan bijvullen. In Frankrijk mag het niet meer hebben we begrepen en de gastanks daar zijn weer anders dan die van ons dus we kunnen m ook niet omruilen. We hebben niet zo’n haast want er is pas eentje leeg. We gebruiken het gas om op de koken en de gas-bbq maar vooral om de koelkast te laten koelen als er geen stroom is en de motor niet draait. Bij de laatste camping meende de campingbaas dat ze dat bij een benzinestation in de buurt wel deden. Nee dus. Een andere campinggast wist er nog een in Piombino. Maar toen hij belde bleken ze dat toch echt niet te doen, ze verkochten wel Camping-gaz. Via internet vonden we een lijst waar vulstations in Italië op staan. Op een uur rijden naar het zuiden bij Grossete zou er een zitten. Als ik onderweg het adres via Street view bekijk zie ik een leeg weiland tegenover het militair vliegveld. Hmmm de beelden kunnen oud zijn en staat er inmiddels een bedrijf. De bedrijfsnaam ingetikt levert alleen van die telefoonboekachtige opsomming maar geen website. Een bedrijf dat niet gevonden wil worden?? Wil Rene wil er persé gaan kijken. Het is immers maar 7 minuten van de snelweg. Streetview bleek up to date te zijn – een verlaten grasveld…. De zoektocht gaat verder.
We volgen de SS1 een Italiaanse snelweg die geen tolweg is. En dat betekent dat het meest voorkomende verkeerbord een driehoek met rode rand is met daarin 2 bobbels. Slecht wegdek dus en dat is vaak niet overdreven. Er zit gaten in het wegdek of boomwortels komen boven. Het is wel een redelijk rustige weg met weinig vrachtverkeer. Niet zo gek want je kunt je ogen niet van het asfalt halen. We zien vrachtwagens regelmatig half op de vluchtstrook rijden om de kuilen te vermijden. Als die er tenminste zit. Vaak staan er ook betonranden. En met smalle stroken is inhalen soms spannend. Je mag er zo’n 90 km/u tenzij er afslagen zijn dan 70 km per uur. Een tweebaansweg waar je je ineens rot schrikt omdat er een fietser opdoemt naast je voorganger. Er net een auto naast je zit en voor de fietser geen strook is, dus vol op de rem om achter je buurman op de linkerrijstrook uit te wijken. Hartstikke mesjokke. Even later zien we een andere fietser staan in een pechhaven zijn routekaart bekijken. Hij zal nog zo’n 5 kilometer over deze snelweg moeten voordat hij er af kan… Na zo’n 2 uur gaat de SS1 over in een tolweg en zien we een verkeersbord waarop staat dat over 4 km fietsers, brommers, paard en wagen niet langer op deze weg mogen. Die fietsers die wij voor gek verklaarden mochten daar dus gewoon fietsen!?!
De tolweg gaat richting Rome. Rome trekt mij niet omdat het een hele drukke, slecht te fietsen stad is. Ik ben er ooit met mijn vader geweest. We hebben toen de locaties uit het boek van Dan Brown ‘Angels en demons’ bezocht die draaiden om de werken van Bernini (beeldhouwer en architect). Het is rond 12 uur dat we de ring van Rome bereiken. We besluiten door te rijden naar Pompeï (net voorbij Napels) wat op ons verlanglijstje staat. Na bijna 500 km rijden we de camping naast de ingang van het Romeinse Pompeï op. Het aantal toeristen is klein. Onderweg komen we af en toe een buitenlands nummerbord tegen. Italianen gaan wsch. in eigen land op vakantie maar hebben a. een grote voorkeur voor strand en de eilanden en b. hebben een ruimere keuze in de weken omdat schoolkinderen 14 weken vrij hebben. Op deze camping zien we voor het eerst veel andere buitenlanders. Belgen, Oostenrijkers, Polen, Fransen en nog twee andere Nederlanders. De camping is voor de helft gevuld en dat is fijn want dit zijn de kleinste plekken die we tot nu toe gehad hebben. Het is passen en meten om tussen/onder de citrusbomen te parkeren. We zetten stoelen op de plek naast ons. Duidelijk een stadscamping waar het geluid van weg, trein en stad hoorbaar is maar voor een paar dagen is dat wel te doen.
Donderdag 22 juli. Om 9 uur wachten we bij de ingang op Effy. Onderweg heb ik gisteren een Nederlandstalige gids geregeld want Pompeï is enorm! Ruim 12 km2. Net iets groter dan gemeente Enkhuizen, Voorschoten of Oostzaan. Met 9 wijken met zo’n 15 straten gemiddeld. Weet je niet waar je moet beginnen en met de ervaring van de wandelingen in Populonia en San Silverstro is een beetje dwalen geen goede strategie. Effy komt van Curaçao en is beëdigd reisleider die haar man hier jaren geleden leerde kennen en toen hier is blijven wonen. In 2,5 uur vertelt ze vele verhalen over ontstaan (700 v Chr. en ondergang door de vulkaanuitbarsting van de Vesuvius in 79 na Chr.). Ze vertelt vooral over het leven in deze stad van ca 15 tot 20.000 inwoners. Over water, over handel, over plebs en slaven. We zien publieke gebouwen zoals de Basilica (de rechtbank), het Forum (centraal plein) en amfitheaters. Bedrijfjes (graanopslag, bakker, restaurantjes, bordeel) en woonhuizen, villa’s. Ze wijst op terracotta waterleidingen, karsporen in de weg, vloermozaïeken, fresco’s die de muur versieren, de gipsafdrukken van slachtoffers, bouwstijlen. Rondlopen in deze stad zoals die bijna 2000 jaar geleden was, is heel indrukwekkend. Eigenlijk wil ik nog meer gaan zien maar na een broodje en nog een paar straten ben ik moe en nat van het zweet. De temperatuur is opgelopen tot 29 (vannacht was het 24), maar door de wind van zee is het in een aantal straatjes heel prettig. Het aantal toeristen is (nog steeds) erg beperkt. Fijn voor ons, minder voor de gidsen.
Er blijft een grote frustratie. We mogen de drone niet gebruiken. Niet in het park (wat ons niet weerhoudt om vanaf de camping te filmen) maar ook niet in Napels. Want hier ligt het vliegveld zowat in de stad.
https://youtu.be/WWL2TWrynqU Vrijdag 23 juli Napels. We verkennen de wijk Rione Sanità samen met Iris (30) die in deze wijk woont. Samen met haar vriend Joel die uit Woerden blijkt te komen, vertrokken ze drie jaar geleden uit Nederland omdat ze de ratrace zat waren. Joel was als eerste voor de stad gevallen. Misschien doordat hij gepassioneerd Napoli-fan is…. Voor de niet-voetballers onder jullie – Maradonna die Napels jarengeleden kampioen maakte, wordt hier aanbeden. Zijn dood leidde tot rouwtaferelen. De stad hangt vol met zijn beeltenis. Van mondkapje tot muurschildering. Iris heb ik gevonden op internet via Ontdeknapels.nl. Reclameboodschap: “Als je een citytrip naar Napels boekt regel dan een van hun tours via hun website.” Onze camping zit niet alleen op 200 mtr van de ingang van Pompeï maar ook 200 mtr van het treinstation. Ideaal dus. Behalve dat we een half uur vertraging oplopen (op een uur reistijd). Rione Sanita is een wijk met een slechte reputatie. Werkeloosheid, armoede speelde de Camorra (corruptie, drugs) in de kaart. En dat woord spreek je daar dus niet hardop uit. Het vooroordeel zit echter wel in je kop. Dus bij een man met een weekendtas denk je meteen geweer 😉. Het godfather-gevoel noemt Wil René het. In deze volkswijk lopen de laatste jaren veel sociale projecten om de achterstandspositie te verbeteren. De kunstenaar Jago werkt sinds kort in een leegstaande kerk in deze wijk. In dit Italiaanse interview zie wat van de wijk en zijn werk.
https://www.youtube.com/watch?v=I285CrqFq10 We wandelen over de dagelijkse markt en langs kleine winkeltjes. De visboer snijdt de zalm op een klein tafeltje op straat terwijl de mosselen in het water liggen met bevroren flessen als koeling. Met zo’n 30 graden. Als we twee uur later weer langslopen ligt er nog maar een klein stukje zalm en zijn de waterflessen ontdooit. We lopen door smalle straatjes waar de was buiten hangt. Dat heeft alles te maken met de tufsteen waarmee de huizen gebouwd zijn. Het is zacht materiaal dat vocht aantrekt. Daarmee wordt was binnen drogen hetzelfde als schimmel creëren. De wijk is in een dal gebouwd tegen een rotswand aan. Van tufsteen. Dus zitten er woningen in de wand. Deels op andere woningen, deels achter elkaar. Bij een aardbeving zal de schade groot zijn. (De Vesuvius ligt in de achtertuin). Iris heeft er wel bij stilgestaan en het ook aan de andere bewoners van de wijk gevraagd. Maar niemand maakt zich echt zorgen. Ze hebben wel andere zorgen. De woningen zijn klein, één soms tweekamerflatjes dus leven veel mensen op straat. De deur is vaak de enige plek waar daglicht naar binnenkomt dus staan, zitten mensen op de drempel. Iris legt het bestaan van een “basso” uit. Dat is een kleine eenkamerwoning op de begane grond waar vaak ouderen wonen en vroeger vaak prostitués. Terwijl ze uitlegt worden we gadegeslagen door een groepje oude vrouwen die er wonen en die reageren. Wij blijken net zo interessant voor ze te zijn en Iris vertelt ze dat ze ons uitlegt wat een Basso is. We worden meteen uitgenodigd bij een 80-jarige vrouw die trots haar huisje laat zien. Ze schuift de emmer sop aan de kant. “Kom binnen, dit is van mij, ik woon hier alleen” zegt ze trots. In de 20m2 grote ruimte staat een bed, een bank, een kleine tafel met stoelen, een grote koelkast, twee wandkasten en een klein dressoir waar de foto’s van haar broers, zussen en moeder op staan. Ze is nog de enige. Ze blijkt hier geboren te zijn en heeft dus met dat hele gezin in dit studiootje gewoond. We moeten ook de badkamer zien, daar zit ook nog een kleine keuken in… Ze heeft een stoepje van een kleine meter breed waar ze een hek op heeft staan en met potplanten een tuintje van heeft gemaakt. Overal staan deuren open en kijk je in de huizen die er allemaal heel schoon uit zien. In tegenstelling tot buiten waar de verf bladdert, muren gescheurd, metaal verroest en vuil op straat ligt. Er is veel lawaai, mensen roepen over straat. Er scheuren vooral scooters door de straatjes met opvallend vaak Poolse nummerborden of andere ex-Oostbloklanden. Dat zijn geen Polen maar Italianen die op die manier de hoge verzekeringspremies opzeilen. Iris heeft zelf ook een scooter met een NL-nummerplaat. De premie is 17,50 euro per maand. "Als ik m hier afsluit betaal ik 150 euro per maand." Belasting betalen schijnt zo wie zo lastig te zijn want mensen zien er niks voor terug maar als ze niet bijdragen dat is dat zeker zo. Hier helpt iedereen elkaar. Met Corona hingen er emmertjes van de balkons. Daar kon je dan eten in doen voor mensen die het slecht hebben. Dat werkt goed. De solidariteit is hier inmiddels ook al minder. Maar we spotten nog een emmer die door een vrouw wordt binnengehaald. Een grote emmer wordt even later naar beneden gelaten en zit vol puin. Vier, vijf lagen en geen idee hoe diep. Ze laat ons twee precies dezelfde oude Spaanse villa’s zien die verstopt zitten achter grote deuren die inmiddels allemaal appartementen bevatten. De ene is gerestaureerd de andere verwaarloosd en decor van een aantal films. We stoppen bij een banketbakkerij waar de derde generatie een succes is geworden dankzij een gebakje dat Fiocci di neve (sneeuwvlokje) heet. Behalve dat het echt lekker is, heeft de huidige eigenaar een goed gevoel voor marketing. Van de Fiocci heeft hij vele varianten gemaakt (o.a. met blauw voor Maradonna met bijpassen blik als cadeauverpakking). Na twee uur verhalen, ontmoetingen nemen we afscheid. Het was echt een boeiende wandeling en stiekem ben ik blij dat we een uur op stoel op een terras gaan zitten want mijn benen willen niet meer. De treinreis teruggaat snel en terug op de camping plof ik neer in de campingstoel en val bijna direct in slaap.
https://youtu.be/RVubZPmU1VA Zaterdag – rustdag (wasje draaien, verhaal schrijven, filmpje maken en boodschappen doen). Nou ja we kunnen we even naar de zee fietsen. Ligt maar 3 km van de camping. Van veraf hebben we die gezien en ondertussen valt de avond. Wat we vooral gezien hebben zijn spoorwegen, industriegebied, braakliggende terreintjes met daartussen hele armoedige huizenblokken. We fietsen op een gegeven moment een steegje in waar de hele buurt buiten lijkt te zijn. Met een vriendelijk “bonna sera” gaan de groepjes mannen, vrouwen, kinderen aan de kant want het steegje is amper 2 mtr breed. Het voelt alsof we indringers zijn… Af en toe staat er een goede flat en daar staat meteen een hoog traliehek omheen.
Zondag 25 juli. In het archeologisch museum van Napels zijn veel voorwerpen, mozaïeken, en fresco’s uit Pompeï te zien. Indrukwekkend. Fantastisch. Het feit dat we van 10 tot 14:30 ronddwalen in dit museum zegt genoeg. Naast de schatten uit Pompeï en andere opgravingen uit de buurt, zijn er ook beelden uit Rome, een etage Egypte en een tentoonstelling met veel info over gladiatoren. Kortom aanrader. "Vedi Napoli e poi muori" zoals de Napolitanen zeggen (Napels zien en dan sterven), nou zo extreem wil ik het niet stellen maar er kan wel een vinkje op de bucketlist :)
@Julia: tip voor volgend jaar: een weekje Napels maar dan niet in juli of augustus. We vluchten morgen ook weer naar het noorden. De voorspelling voor morgen is hier 35 graden en eind van de week tegen de 40. En daarmee is het idee om naar de voet van de laars de reizen van de baan. Ook de gedachte om bij Bari de Adriatische zee over te steken naar Albanië valt in duigen want ook daar gaat de thermometer voorbij de 40 graden. Hier hebben we vandaag 32 graden gehad wat met een klein briesje te doen was maar nu het avond is, is het windstil en de thermometer staat nog steeds op bijna 30 graden en het idee van slapen in deze kleffe warmte spreekt me nog niet aan…
Geschreven door Hellie