Dinsdag 24-8. Net als gisteren regen. Alleen krijg ik nu een SMS van de Poolse Veiligheidsregio: “Heavy rainfall today. Risk of sudden river swelling and flooding”. In dit gebied zijn inderdaad veel vennetjes en stroompjes. We hadden al gezien dat er zandzakken lagen bij de oever van het riviertje naast de camping. Niks van gemerkt verder. Voor de volgende camping kijken we wel even naar de ligging. Bij Krakau liggen drie campings dus kiezen we die in het noorden ligt, ver van de rivier. Alleen merken we later vandaag dat er zelfs twee stroompjes uit de bergen naast de camping lopen. Niet ver genoeg ingezoomd. Maar voordat we bij de camping zijn rijden we door een nat landschap. Veel auto’s op straat, weinig mensen. Totdat we op een groep stuiten die over de weg lopen met megafoons. Nee geen demonstratie want de spandoeken ontbreken. Het lijkt iets van een processie want voorop loopt iemand met een kruis en daarachter iemand met een blauw schild met daarop een stierenkop en adelaar. Het doel moet belangrijk zijn want wie loopt er nou op een dinsdagochtend in de stromende regen over een provinciale weg?! In het volgende stadje Zator zien we een podium staan en er hangen vlaggen bij de kerk. En tot mijn ergernis heb ik het doel niet kunnen opsporen… (een mislukte Aarsman actie). Krakau ligt zo’n kleine 200 km van de camping en ook al hebben we provinciale wegen uitgezocht, we zijn rond het middaguur in deze stad en het regent. We moeten toch boodschappen doen en kiezen een grote mall uit. Dan zijn we weer even zoet. Om 4 uur rijden we dan toch de camping op. Een déjà vu van de Nederlandse campings in april: modder en plassen. We krijgen een plek in de volle zon - als die zou schijnen.
Woensdag – we worden gewekt door de zon! De temperatuur is krap 18 als we wegfietsen. Op de fiets is het toch wel koud. Wil René trekt een regenjas aan en vind zijn fietsmuts tussen de regenbroeken. De helm geeft toch te weinig bescherming tegen de gure wind. Rond 9 uur staan we op het grote plein – in de zon. Wat een uitzicht. Krakau moet een goede afspraak gemaakt hebben met een god want het centrum is al die eeuwen ongeschonden gebleven. En dat ze dankbaar zijn blijkt uit de binnenkant van de Mariakerk. Je moet heel rustig om je heen kijken want anders wordt je dol van al het goud en bonte kleuren.
De zon is weer vertrokken en we fietsen door de straten, langs het kasteel en de Wisla. De brug over waar beelden balanceren op een draad en sloten van geliefden aan de tralies hangen. Naar de grafheuvel van Krakus waar je uitzicht hebt over de stad. Met de drone zie je wel beter maar och je wordt warm van het naar boven trappen. Op de terugweg fietsen we langs de fabriek van Schindler dat door de film een toeristische trekpleister is geworden. We kiezen voor het Etnografisch museum – wat de cultuur en gewoontes van Polen toont. Een openluchtmuseum maar dan binnen, zoals Wil Rene opmerkt. Wel n kleine variant. Het zijn vijf interieurs van twee oude houten huizen, een oliemolen, een leerlooier en een schooltje. Schaalmodellen laten de buitenkanten zien. Wat mij het meest verbaasde dat dit gebied een hele andere ontwikkeling heeft gehad dan zeg West-Europa. Bij ons ontstonden in de Middeleeuwen steden met vrije burgers, handelaren, gilden die rechten eisten, die niet langer afhankelijk wilden zijn van de adel. Dat losmaakproces duurde eeuwen maar voor de meeste Polen is die er niet geweest. Het bleef een voornamelijk feodale samenleving waar de adel horigen bezat, die hun land bewerkten. Ze hoorden van generatie tot generatie bij een bepaalde grond. Eigendom van de heer - lijfeigenen. De adel wilde wel de economische ontwikkeling maar niet hun lijfeigenen kwijtraken dus mochten alleen buitenlanders (vnl. Duitsers) steden, ambachten ed. ontwikkelen. Pas aan het einde van de 19e eeuw komt er een einde aan semi-slavernij. En mogen Poolse landarbeiders trouwen met wie ze willen, mogen ze ergens anders werken, mogen ze zelf een beroep kiezen etc. Er liggen voorwerpen met verhalen van deze mensen. Uiteraard zijn er ook zalen met landbouwgereedschap, klederdracht, muziekinstrumenten ed. Nog een leuke traditie: wie maakte de mooiste draagbare kerststal van de stad. Of jongelui die zich rond nieuwjaar verkleden en uitbundig dansen voor dorpelingen en krijgen dan kleine cadeautjes. Een van de uitdossingen is de Jood (een lelijke man met baard en puntmuts – antisemitisme was normaal). Eiertje-tik – wie heeft het sterkste ei en wie heeft het mooist gedecoreerde ei.
https://youtu.be/7REWlSYCta0 De middag splitsen we ons. Wil Rene een Thaise Massage voor zijn schouder en ik ga kijken naar de oude synagoge, de begraafplaats en een “gewone” synagoge om te snappen wat er in Boedapest nou zo anders was.
Aan het eind van de dag is de zon er weer en is het grote plein vol met toeristen, kraampjes, paardenkoetsen en muzikanten. We besluiten hier een hapje te eten en na de Wiener Schnitzel wil ik wel traditioneels Pools eten. Leuk plan maar ik vond de Pierogi niet lekker. (Dumplings met zuurkool, met kaas en gehakt) Veel te klef en weinig smaak.
Donderdag. Het regent weer en is nog kouder. Het is 13 graden als we opstaan. Dus met trui en vest aan ontbijten. Ik schrijf een stuk aan dit verhaal. Wil leest de krant, maakt een begin met het filmpje over Krakau. Als het om half twaalf droog is stappen we alsnog op de fiets om naar het museum voor moderne kunst te gaan. De automobilisten balen blijkbaar ook van het weer want ze zijn agressief en ongeduldig, passeren rakelings, toeteren en gebaren. Er zijn weinig gewone fietspaden, de meeste zijn borden aan het begin van de stoep. De ene keer aan de rechterkant van de straat dan weer aan de linkerkant. Fietspaden zijn vaak tweerichting. Totdat we een eenrichtingsfietspad oprijden om even verderop bij het zebrapad over te steken. We worden aangehouden door de politie! Bekeuring. We hadden over moeten steken en aan de overkant op de stoep moeten fietsen. En voor jullie beeld je fietst dan langs de ingang van winkels, kantoren ed. – da’s pas onveilig. Niks aan te doen – we zitten fout. Ze noteren onze gegevens inclusief mijn vaders- en moedersnaam, het framenummer van de fiets. Waarom -omdat ze dat moeten noteren van het Poolse systeem. En de bekeuring is 50 zloty pp. Omgerekend 11 euro – dus de schade valt mee. We geven 100 zloty maar dat kan niet. We moeten ieder 50 betalen. De vraag naar het waarom, slikken we maar in -zal wel van het systeem moeten. Dan vraagt Wil Rene ineens of hij een foto van ze mag maken. Tuurlijk. Een agent stapt uit de politiewagen, zet z’n pet op, en poseert trots. Een monty python-achtige scene waarbij ik niet al te hard probeer te lachen en snel naast hem ga staan met mijn bekeuring.
Het museum moderne kunst bereiken we bijna droog. Een boeiende tijdelijke tentoonstelling van jonge kunstenaars en de kunstenaars/kunst die hun inspiratiebronnen vormden. We houden het zeker drie uur vol en dan zijn mijn hoofd, ogen en oren overvol. We fietsen in de kou terug naar de camping en besluiten dat we de laatste vier weken van de reis niet in de regen en kou willen doorbrengen. De voorspellingen voor Polen en omgeving is dat het veel regent met hoogste temperaturen van 13 tot 17 graden. We hebben de eerste drie maanden al genoeg net en kou gehad, we willen nog zon en lekker kunnen fietsen.
Vrijdag – reisdag. Zoals voorspeld veel regen en soms heel hard. We rijden in anderhalf uur naar Tsjechië. Het is dat er een bord staat en een oude grenspost maar het landschap loopt gewoon door. Naar buiten kijkend heb je geen idee of je in Polen, Tsjechië of Duitsland bent. Aanvankelijk telt dat ook voor Oostenrijk totdat we in de bergen komen die hoger zijn en de maisvelden plaats maken voor frisgroene weilanden die op de berg omgeven zijn door de naaldbossen. We doen boodschappen in een buitenwijk van Wenen en om zes uur stoppen we bij een camping in Bad Waltersdorf.
Geschreven door Hellie