De toeristische kust van Istrië: Poreč - 6-9 augustus

Kroatië, Červar

Vrijdag 6 augustus. Het medicijn dat ik heb gehad, werkt als 'n tierelier. Gisterenavond eigenlijk geen last meer. Wel heel moe dus vroeg naar bed. Aanvankelijk waren we van plan weer 100 km verderop een camping te zoeken maar van campinggasten hoorden we dat het lastig was. Dus belden we het beperkte aantal in deze omgeving met 0 resultaat. Verder noordelijk kom je in de buurt van Padua en Venetië. Die hebben we al eens gezien, en na twee prachtige steden wel weer even genoeg. We willen niet te ver noordelijk want in de Alpen regent het nog. Dus gaan we richting het oosten. Voorbij Venetië richting Slovenië. We prikken Triëst op de kaart en rijden door het vlakke Italiaanse landschap. Rond lunchtijd stoppen we bij een centro commercial. Als we willen lunchen, blijken we voor het eerst onze coronapas nodig te hebben. Sinds vandaag is het in Italië verplicht om in musea, restaurants, OV de coronapas te tonen. En gelukkig hij doet het.
Het is rustig op de weg dus we schieten goed op. We kunnen ook naar Istrië in Kroatië rijden. We pakken een stuk tolweg bij Triest en door Slovenië. Als we bij Slovenië de grens willen oversteken naar Kroatië komen we in de file. Wij denken dat dat voor de snelweg in Kroatië is (alle snelwegen zijn tolwegen) maar het blijkt een paspoortcontrole. Die hebben we echt al heel lang niet meer meegemaakt.
De kuststrook van Istrië is toeristische weten we van eerdere vakanties. En de campings zijn enorm. We kiezen er een vlak bij Poreč en rijden om 17:15 uur de camping op. Zo’n 1100 plekken groot, 2 km kustlijn, echt een compleet dorp met 5 restaurants/bar, supermarkt, bakker, en die zit bijna vol! Er zijn nog wat gaatjes in de zogenoemde vrije veldjes waar iedereen zijn kampeermiddel gewoon kan neerzetten. Het is een chaos met weinig schaduw. Ik voel er niks voor. Er zijn ook een paar plekken voor een of twee nachten. Daarna zit het vol. We vinden een plekje met veel schaduw aan de rand van de camping vlak bij de zee. Hier voel je niet die massaliteit.
We koken snel en springen daarna op de fiets naar Poreč, een plaatsje 6 km verderop langs de kust. Ik wist dat het toeristisch zal zijn maar toch verrast het me. Zoveel mensen die over de boulevard lopen, de kermis, de boten die hun dagtripjes aanprijzen, marktkramen, terrasjes. De zonsondergang is prachtig. Vele mobieltjes leggen het beeld vast. De beelden gaan vast heel Europa door. We horen Nederlands, Duits, Italiaans, Sloveens (denken we) etc. We blijven niet te lang want we moeten nog terugfietsen - in het donker. En het laatste stuk is een gravelpad naar boven.

Zaterdag – Was ik gisteren enthousiast over de medicijnen, vandaag merk ik dat de antibiotica mijn darmen grondig heeft aangepakt. Toch wil ik graag wat meer dan de kust zien en aangezien we morgen van de camping af moeten, volgen we een fietsroute. Die begint langs de kust waar het blijkbaar nog niet zo lang geleden goed geregend heeft. Er staan grote modderplassen in de rode aarde. We doen een klein schiereiland aan waar veel daggasten hun hangmatten, koelboxen en parasols hebben uitgestald. Aan de auto’s te zien, is half Europa hier verenigd. Na de modder volgen we gravel, rotsige paden naar het eerste vakantiedorp. Was Italiaans al moeilijk van het Kroatisch is helemaal niks te maken. Met de vertaalapp lukt het om koffie en cola te bestellen in een plaatselijke sportbar. We leren dat Hvala (spreek uit al koala) dank je wel is. Aangezien Duitsers hier de grootste groep toeristen vormen, kun je met Duits wel terecht. We fietsen het binnenland in naar een dorp Visnjan dat op een heuvel ligt. Hier vandaan kun je de hele kuststrook overzien die vooral uit lage bomen bestaat, olijfbomen-plantages (heet dat zo?), wijngaarden op de heuvels. De volgende stop is Porec dat een oude basiliek heeft die op de Unesco-lijst staat. Niet met een groot plein maar aan een van de kleine steegjes in het oude centrum. Dat past wel bij het begin van deze kerk want dat was in de tijd dat de Christenen nog vervolgd werden door de Romeinen. Het startte in een huis van een welgestelde burger en werd in de loop van de eeuwen aangepast, heropgebouwd, gemoderniseerd. Dat maakt het voor de historici niet eenvoudig want welke vloer laat je zien, welke laag van de muur. Ze hebben gekozen om meerdere lagen naast elkaar te laten zien: hier de mozaïeken uit de 4e eeuw, daar de muren uit de 7e eeuw, beelden uit de 13 en 15e eeuw, meubilair uit de 17e en 18e eeuw. Hiermee doen ze recht aan alle mooie vondsten maar het geeft ook een verwarrend beeld. Het oude binnenplein met zijn zuilengang er om heen dat zicht geeft op de toren aan de ene kant en de kerk aan de andere kant vind ik het mooiste stuk.
Het is middag en het stadje is een stuk rustiger. Veel kleine steegjes met lichte straatstenen en witte huizen. De wind waait, de zon schijnt en het water kabbelt. Wil René wil nog wel een of twee nachten blijven op de camping dus gaan we vragen of dat kan. Het lukt om een extra nachtje er aan vast te plakken in het rijtje voor ons maar dan wel graag direct verkassen. Dus om 18 uur verslepen we de boel.

Zondag 8 augustus. De nacht is warm gebleven zo rond de 25 graden door de lichte bewolking. We maken er een luierdag van. We gaan in de rij staan van de bakker, pakken een (ijs)koffie op het terras, zitten op een bankje naar de zee te kijken en verslepen onze stoelen naar het rotsstrand. Ze hebben pieren aangelegd zodat je ook zonder waterschoenen de zee in kan springen. Gelukkig maar want de 20 jaar oude waterschoenen vallen letterlijk uit elkaar. De zee is warmer dan de koude douches waarmee je het zout van je huid kunt afspoelen. Net als de eerste avond hebben we weer een prachtige zonondergang.

https://youtu.be/FpR5pWTsqvw

Maandag - toch gaan we weer verder. Als ik ga betalen staat er een lange rij - uiteraard in de zon - grrr. Dan blijkt dat die rij is voor mensen die willen reserveren voor volgend jaar. "Ieder jaar is het drukker," zegt een Nederlands stel, dat hier al 8 jaar komt. "we willen graag een plek waar we de zee kunnen zien." We rijden via de binnenlanden richting het oosten. Het wordt steeds bergachtiger maar het blijft erg groen. Als de tolweg in de buurt komt zie ik dat de weg enorm veel haarspeldbochten gaat krijgen. "Laten we de volgende oprit maar nemen", maar de weg blijkt afgesloten. We moeten meteen de tolweg op en we komen direct in een file. En wat voor een! Over 5 km doen we 45 min vanwege wegwerkzaamheden. Dus we eten een boterham op de snelweg, gaan plassen, doen de blinderingen dicht om de zon buiten te houden. Je zal eens in een gewone auto zonder airco zitten. Het is zo'n 30 graden buiten. Het blijft druk maar rijdt redelijk door. Bij Rijeka staan de tegenliggers in de file (eenbaansweg). Bij het stoplicht staat een motoragent het verkeer aan te manen om sneller te rijden. Dan rijden 100 mtr verderop twee auto's in de file op elkaar. De agent heft vertwijfelt zijn armen in de lucht en loopt naar zijn motor. Het is blijkbaar zo'n dag.
Na Rijeka rijden we pas echt de bergen in. Het landschap en de huizen doen Oostenrijks aan. En dan rijden we de bergen uit en is het weer een grote vlakte. Aan de noordkant van die vlakte ligt de eindbestemming: Zagreb. De stadscamping is ontworpen als twee cirkels om de toiletgebouwen heen (hartstikke nieuw) met nauwelijks schaduw. Creatief als Wil Rene is, hangen we doeken om de camper heen om de hitte buiten te houden. We lijken wel zigeuners :). Morgen gaan we de stad in.

Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

En was de ijswinkel er van vroeger nog? Bolletjes op vangen met je mond en ijs in de lucht gooien ?

Jacqueline 2021-08-09 21:51:27
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.