Gevlucht voor de hitte in Napels, rijden we naar het noorden. Grappig genoeg is het bewolkt vandaag met af en toe een spetter regen. Geen reden om vroeg te stoppen. Het wordt het Trasimeno-meer met genoeg campings en je kunt rond het meer fietsen. De temperatuur zal hier zo rond de 33 zijn dat lijkt ons te doen. De camping met 50 plaatsen heeft waarachtig nog een plekje met veel schaduw. En een zwembad. Alleen moet je daar een badmuts op. 15 jaar geleden was dat in Italië ook al zo en ik had verwacht dat dat nu wel voorbij zou zijn. Bovendien zijn de baarden en snorren onbedekt. Ik moet nog ergens een badmuts hebben uit die tijd. Blauw met geel. En als je iets zoekt, is zo’n camper toch groot. Ik geef het op en pak een koude douche. Eigenlijk wel zo lekker. Het nadeel van een meer zijn de muggen. Die hangen met wolken op de camping dus vluchten we naar binnen. We hebben gaas voor alle ramen en zien met verbazing de wolken muggen tegen het gaas aangeplakt. De kleintjes die er door heen komen dansen rond de lampen. Wil Rene heeft het niet op muggen dus gaan de horren omhoog en zien de muggen alleen de verduistering. Pas als we gaan slapen en het licht uit is gaat de verduistering weer naar beneden. De volgende ochtend zien we veel geplette muggen in het gaas zitten. De meeste muggen blijken niet te steken dus blijven we de volgende avonden lang buiten zitten.
Dinsdag 27 juli fietsen we rond het meer. Over asfalt, grintpaden en tractorweggetjes en daarom is de fietstocht als MTB-route gekwalificeerd. Niet dat erg spannend is, eigenlijk is het saai. Je fietst tussen gele en braakliggende velden ver van het water. En gek genoeg voert de route niet door de dorpjes tenzij die letterlijk aan het meer liggen. En dat zijn er drie. Waarschijnlijk om de route eenvoudig te houden want het is toch al 60 km. Er zijn niet zoveel fietsers. Het merendeel zijn gezinnen met gehuurde mountainbikes. We hebben geluk want ook vandaag is het bewolkt met af en toe een paar spetters. De laatste 20 km trekt de lucht open en is het gewoon heet. Het meer lijkt vooral uitvalsbasis te zijn voor een bezoek aan steden zoals Siena, Orvieto, Assisi, Florence en Perugia. En die laatste ligt op 42 km fietsen (met de auto is het slechts 25 km) . Eigenlijk te ver maar in Passignano di Trasimeno, het stadje waar we vlak bij zitten, is een station. Alleen weten we niet of er fietsen in mogen. In Napels mocht het niet.
Woensdag. Er kunnen fietsen mee in een aantal treinen. Dat kun je zien aan een klein fietsje op de vertrekstaat staat, aldus de campingbaas. Op internet lijk je in de meeste treinen fietsen te kunnen meenemen. Dus we gokken er op en gaan met de trein heen en terug met de fiets. Gezien de warmte was andersom beter geweest maar ja stel dat het niet kan, dan zouden we 85 km moeten fietsen en dat is een brug te ver. Kaartjes kopen en afstempelen hebben we in Napels al geoefend maar zul je net zien dat het ons niet lukt de kaartjes te stempelen – het apparaat geeft geen sjoechem. Dan spelen we wel de onnozele toerist en verdomd we krijgen kaartcontrole. De conducteur wijst ons er vriendelijk op dat we de kaartjes moeten stempelen en wij knikken braaf. Even ben ik bang dat ze ons gaat wijzen dat we onze fietsen in het hangsysteem van de trein moeten stoppen. Met lichte fietsen kan dat prima en dan kunnen er veel meer fietsen mee. Maar die van ons…. Maar het is blijkbaar geen probleem. Dat is een meevaller, evenals dat deze trein een fietsservice heeft. Want op de vertrekstaat ontbrak er een fietsje bij deze trein en de volgende was 45 min later. Internet blijkt meer up-to-date te zijn dan het station. Een tegenvaller blijkt het perron in Perugia. We kunnen niet zoals op het vertrekstation de rails oversteken en op het perron is geen lift. Dus moeten we een steile trap af om onder het spoor door te gaan. Gelukkig kunnen we aan de achterkant van het station met een korte trap naar buiten en kunnen we de hoge trap naar de stationshal skippen. Perugia is op de top van een berg gebouwd zoals de meeste steden hier. Het station ligt… precies in het dal. De kaart toont een wirwar aan straatjes en de route die onze tomtom uitzoekt is er een met veel haarspelden. Met onze batterijen is steilte niet zo’n probleem dus kiezen we voor de kortste route. Inderdaad een pittige helling en dan door een tunnel!?! De bus blijft gelukkig achter ons rijden. Dan weer een pittige helling en dan een groot hek. Chips! Helling terug, de lift van de metro mogen we beslist niet in waarschuwt een dame al hoofdschuddend. Halverwege de helling loopt een straatje naar links en die komt uit op een… trap. Een lange trap. Wat treden naar beneden gelopen en dan bereiken we via een aantal haarspeldbochten het oude centrum. Kortom de kortste route was in dit geval niet de makkelijkste en waarschijnlijk ook niet de kortste. Perugia is een middeleeuwse stad met Etruskische basis. Een stadje met van de terracotta daken en kleine steegjes. En redelijk wat toeristen. We bezoeken de kathedraal die er van buiten klein uit ziet, een bijna plat dak heeft en in de renovatie is. Van binnen is het opvallend ruim, rechthoekig met prachtig geschilderde koepels. Dit weekend begint hier een orgelfestival. Dus als er een man plaatsneemt achter het orgel, kijk ik vol verwachting tot hij de eerste noten aanslaat. De kerk vult zich meteen maar al snel is het een brei van geluid. Dit is niet wat we hoopten te horen en ook het andere publiek maakt zich uit de voeten. Het is bijna middagpauze. Zou het een manier zijn om bezoekers de kerk uit te jagen? Dan is het wel effectief … De kerk staat op het centrale plein naast de oude fontein, het Palazzo en het stadhuis. Het toeristisch centrum van de stad. En daar laat Wil Rene zijn drone op. Het is onduidelijk of het mag. Het is geen verboden gebied maar heeft een oranje kleur op de kaart. Het blijkt dat Wil nogmaals moet bevestigen dat hij de volledige verantwoordelijkheid draagt als er iets gebeurd (bij de registratie heeft hij dat al moeten aangeven). Niet zo gek boven zo’n drukke plek. We dwalen nog wat door de smalle straatjes met trappen. We vinden een broodjeszaak net buiten het centrum en vlak er naast een Gelateria die bijzondere ijssmaken verkoopt. Ik kies voor aardbeienijs met gember en limoenijs met basilicum. Het zijn bijzondere smaken maar ik zou ze niet nog een keer kiezen. Wil Rene is niet zo avontuurlijk en houdt het bij koffieijs en vanille. De terugreis begint lekker omdat we uiteraard bergafwaarts gaan. We kopen bij de Coop nog wat extra drinken en beginnen aan toch wel warme tocht naar de camping. Na de afdaling vinden we de route naar het Trasimeno meer. Bordjes wijzen je de weg die langzaam omhoog gaat. Het meer ligt namelijk op 350 meter. Ook hier geen bar of terras langs de route. Na 30 km komen we bij het meer aan waar we nog een terras weten van gisteren. Hier waait het lekker. Weer op weg zien en horen we een vliegtuig die net lijkt te zijn opgestegen. Het model heeft iets ouderwets, is geel met rood en er lijken kleine drijvers aan de vleugels te zitten. Even verder passeert dat vliegtuig weer. Zeker toeristen aan het rondvliegen. Als we voorbij de bocht/berg komen zien we op de berg aan de andere kant van het meer bij Passignano sur Trasimeno op twee plaatsen rook uit de bergen komen. Het vliegtuig blijkt een blusvliegtuig (Canadair). Het landt/vliegt over het meer en vult zich met water en loost het water boven op de berg. Bij de andere brand is een helikopter in de weer met een soort zak waarmee het water over de brand wordt uitgestort. Later lezen we in de krant dat er op vier plaatsen rondom het stadje bosbranden waren dat er zelfs 4 helikopters betrokken waren om de brand te blussen. In heel Zuid Europa blijken er bosbranden te zijn.
https://youtu.be/1v7VSaWKdTs Donderdag is een rustdag. Bij de receptie vraagt Wil weer eens of we ergens onze gasfles kunnen later vullen. Het manusje-van-alles moet toch nog melk halen en hij weet wel waar. Met de gasfles op de achterbank scheurt hij met Wil naar het stadje. Maar noch de metaalwerkplaats, noch het tuincentrum kan/mag de fles vullen. Wel kunnen we een ander model kopen. Onze andere fles is nog niet leeg dus we stellen het toch nog maar een keer uit. Laten we in het meer gaan zwemmen. We hebben nog waterschoenen in de camper. Vol frisse moed en gedreven door de warmte stappen we het water is dat warm is, vol alg en modder. We ploeteren een paar meter het meer in en zijn dan nog niet verder dan de knieën terwijl de voeten in de modder wegzakken. Het is duidelijk waarom er zo weinig mensen in het meer zijn en we druipen af naar het zwembad. Dat is wel fris. Wel jammer dat ik een badmuts op moet (groen-wit) maar a la.
Vrijdag reisdag. De camping vol Hollanders hebben we wel gezien. En die muggen beginnen te irriteren en de temperatuur zal hier vandaag 39 graden worden. Tijd om door te trekken naar het Noorden. De receptie heeft nog een adres gevonden vlak bij Perugia bij een campingwinkel waar ze gas vullen. Maar net als bij alle andere adressen vullen ze niet maar verkopen uiteraard wel gasflessen. Het probleem van die Italiaanse gasflessen is dat ze niet passen op onze drukregelaar. Andere maat. De eigenaar verkoopt vooral de nieuwste kunststoffen flessen maar die zijn 60 euro met 30 euro gas is het geen goedkope en ronduit onhandige oplossing want in Nederland hebben we weer niks aan die Italiaanse fles. Dat snapt hij wel. De eigenaar weet 'n oplossing hij heeft nog een gevulde stalen gasfles staan (letterlijk in het stof) en hij heeft nog een koppelstuk waarmee we de Italiaanse fles aan de Nederlands drukregelaar kunnen koppelen. Voor 36 euro zijn we klaar.
Geschreven door Hellie