Deze ochtend kunnen we het resort een beetje beter bekijken. Het bestaat uit hutjes met een bladeren dak die verspreid liggen tussen de rijstvelden. De irrigatiekanaaltjes stromen tussen en onder de hutjes door en overal is het geluid van klaterend water. Het domein is erg mooi maar het is duidelijk dat alles betere tijden gekend heeft. Ik vermoed dat het zijn glorietijd heeft gekend in 2000 toen het verkozen werd tot beste resort van Thailand - dat zal ook wel de tijd zijn geweest dat Brad Pitt en Angelina Jolie er verbleven.
We besluiten om het vandaag kalm aan te doen: de kinderen leven zich uit in het zwembad en wij zetten ons erbij met een boekske.
Van de 38 hutjes, zijn er misschien maar 5 waar er gasten zitten en wij hebben het gevoel helemaal alleen te zijn - op het personeel na. Brad en Angelina noemen dat: dinsdag ;-).
De tempels
Maar het is regenseizoen en na een tijdje begint het zachtjes te regenen. Het ziet er niet naar uit dat het snel zal overgaan, dus trekken we toch naar het stadje. Waar Pai echt een toeristencentrum was met een mengeling van 17 jarigen op weg naar de volgende fuif en neo-hippies, is Mae Hong Son een echte Thaise stad. Uiteraard zie je veel dingen die op toeristen gericht zijn, maar het is niet zo overheersend.
We eten iets in een klein wegrestaurantje waar Zeb en Vic laten zien dat ze zich al helemaal thuis voelen: hun hele maaltijd verorberen ze met stokjes ( met smaak!). Daarna wacht een belangrijke taak: als je met de wagen van Chiang Mai over Pai naar Mae Hong Son rijdt, heb je recht op een officieel certificaat van ervaren chauffeur omdat je met succes de weg met de 1864 bochten hebt afgelegd. Dit certificaat moeten we afhalen in 'The Mae Hong Son Chamber Of Commerce'. Voor de luttele waarde van 40 baht, krijg ik een certificaat dat er heel erg officieel uitziet :-)))
In Mae Hong Son zijn er 3 tempels die de moeite waard zijn om te bezoeken: Wat Prah Nong, een tempel aan de voet van een berg. Boven op de berg staat de 2de tempel - Wat Doi Kong Mu. En er is de tempel naast het meer Wat Chong Klang. We beginnen met Wat Prah Nong. Hier zijn we weer alleen op een aantal monniken na. De sfeer is enorm ingetogen en omdat er geen andere toeristen zijn kunnen we de tijd nemen om alles goed in ons op te nemen en te genieten. De tempel zelf is een eenvoudig gebouwtje waarin er een grote liggende boeddha staat. Zeer eenvoudig en zonder veel franje, maar het bijna alledaagse die het tempeltje uitstraalt is enorm mooi. Buiten is er een boeddha in Shan stijl, wat meer birmees is. Maar vooral een indrukwekkende oude trap tussen het groen en half overwoekerd. We kunnen ons inbeelden dat er boven een oude Sensei op ons zit te wachten. In combinatie met de tempel tegen de achtergrond van de indrukwekkende bergen is dit onwerkelijk. Volgens onze reisgids leidt de trap naar de 2de tempel en dat willen we wel proberen. Maar de regen strooit weer roet in het eten en we besluiten de klim uit te stellen tot het weer betert.
We gaan eerst naar de tempel naast het meer. Ook hier geen andere toeristen, maar wel een bedrijvigheid van erg jonge monniken die de tempel aan het klaarmaken zijn voor één of andere festiviteit. Eigenlijk zijn er 2 tempels naast elkaar. In de ene staat een boeddha die gevlochten is zoals een mand. De andere is niet zo spectaculair maar het is opnieuw het ontbreken van elke luister die het zo mooi maakt. Prachtige donker houten vloer, lichtblauwe zuilen en het oranje van de monniken - prachtig!
Het weer klaart een beetje op en we wagen ons toch aan de klim naar de 2de tempel. De trap is echt in verval maar wordt nog wel gebruikt. Hoe hoger we klimmen, hoe mooier en spectaculairder het uitzicht wordt op de bergen waartussen laaghangende wolken hangen, het woud dat stoomt van de regenbui die net is gepasseerd en de tempel beneden waar ondertussen de monniken begonnen zijn aan het snoeien van de bomen rond de tempel. De trap leidt echter niet tot de 2de tempel maar alleen naar een lelijke boeddha die ook aan een opknapbeurt toe is. We moeten dus terug naar beneden en gaan dan maar met de auto naar de tempel op de berg.
Wat Doi Kong Mu zou het oudste land mark zijn van de Mae Hong Son provincie en bestaat vnl. uit 2 witte chedi's. Wanneer we boven komen, zitten we tussen de laaghangende wolken en dat geeft alles een zeer mysterieus sfeertje. De chedi's zijn heel mooi maar voor de rest maakt alles nogal een onderkomen indruk. Vanop de berg zou je een mooi uitzicht op de stad moeten hebben, maar het enige dat we nu duidelijk kunnen zien, is de luchthaven. Maar dan klaart het toch nog even op en hebben we een fantastisch uitzicht over de bergen.
Weeral een fantastische dag!
Jammer genoeg eindigt die in mineur wanneer ik uitglij op de natte stenen en hard op mijn heup terecht kom. Niks gebroken, maar heel mijn rechterbeen voelt blauw en verrokken. Stappen doet enorm pijn en ik kan alleen maar hopen dat het morgen beter zal zijn. Ik vrees dat onze plannen om morgen te gaan trekken zullen moeten opgeborgen worden.
Geschreven door Deanelszebenvics.reisblog