Vandaag worden we getrakteerd op zomerse temperaturen die oplopen tot wel 30°C. Toch besluiten we Sevilla te bezoeken. Vanaf de camping is er een busverbinding, maar wij kiezen ervoor om op de fiets te gaan. Om de ergste warmte voor te zijn, vertrekken we al om 10 uur in de ochtend. De tocht van 17 kilometer voert ons grotendeels over fietspaden en brengt ons naar het hart van de stad.
Onderweg valt ons iets op: bij verschillende openbare gebouwen hangen de vlaggen halfstok — een teken van rouw om het overlijden van de paus.
Eenmaal aangekomen gebruiken we de Komoot-app om een stadswandeling te maken door het historische centrum. We dwalen door smalle, sfeervolle straatjes en komen langs enkele van Sevilla’s bekendste bezienswaardigheden, zoals de indrukwekkende Kathedraal Santa María en het Real Alcázar. Voor dat laatste hebben we al kaartjes, al is ons bezoek pas op zaterdag gepland. Voor de kathedraal lukte het helaas niet om op korte termijn toegang te krijgen — alle tickets waren uitverkocht.
Op Plaza de la Encarnación strijken we neer op een terras voor een kop koffie. Het plein wordt overschaduwd door het opvallende Metropol Parasol, een gigantisch houten bouwwerk van zo’n 150 bij 70 meter dat boven de stad uittorent als een moderne parasol.
Een ander bijzonder plekje dat we ontdekken is het halfronde binnenplein Plaza del Cabildo, in de wijk Arenal, tegenover de kathedraal. Dit charmante pleintje, gebouwd in de 20e eeuw, is als het ware tegen de oude stadsmuur aangebouwd en vormt een rustige oase midden in de stad.
We wandelen verder naar de stierenarena, maar van buiten maakt die weinig indruk. Een bezoekje kost bovendien 25 euro per persoon — een prijs die ons doet besluiten dit maar over te slaan.
Voor we onze wandeling afronden, nemen we nog een pauze op een terrasje tegenover het indrukwekkende universiteitsgebouw van Sevilla. Daarna wandelen we dwars door dit gebouw naar misschien wel het meest iconische plein van de stad: Plaza de España, gelegen in het Maria-Luisapark. Het plein werd in 1929 aangelegd ter gelegenheid van de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling en heeft een unieke halvemaanvormige opzet. Het hoofdgebouw omsluit het plein in een grote boog, rijk gedecoreerd met baksteen, kleurrijke keramiek en smeedijzeren details — typisch Andalusisch.
Midden op het plein varen kleine roeibootjes door een sierlijke gracht, en langs de voet van het gebouw vinden we 48 met tegels versierde banken, elk gewijd aan een van de Spaanse provincies.
Na dit indrukwekkende bezoek lopen we terug naar onze fietsen. Rond het eind van de middag zijn we weer op de camping. De hitte viel uiteindelijk mee; dankzij de schaduwrijke straatjes en een verkoelend briesje konden we langer van de stad genieten dan verwacht. Sevilla heeft indruk gemaakt — warm, maar wondermooi.
Geschreven door Batistjes.op.vakantie