Vanmorgen vroeg opgestaan. Ik had een druk programma voor de boeg en een autorit van 258 kilometer. De dag begon grauw en koud (10 graden) en er viel een licthte regen. Deze dag zou ik vooral ruines van kastelen en broches gaan bekijken. Verder een paar cairns en ook nog standing stones. Broches zijn van oorsprong hoge ronde torens, een soort burcht die bij uitstek in Schotland te vinden zijn en een cairn is een grafheuvel. Al eerste stond Nybster Broch op de lijst, op een steenworp afstand van John O'Groats. Veel is er er niet over van deze broch. Bij de broch staat een monument van ene mijnheer Francis Tres Barry die de broch heeft opgegraven. Na de Nybster Broch stond op een paar kilometer afstand de ruine van Castle Sinclair. Net als bij de Nybster Broch waren er flinke kliffen langs de kust. Een deel van de ruine was afgesloten. Daar kon ik dus niet in. Op een plattegrond was te zien hoe het kasteel er ooit uit had gezien. Even verderop op Noss Head staat Noss Head Lighthouse. De weg er naar toe was afgesloten, maar op het bord stond dat alleen auto's niet verder mochten. Dus wat doe je dan? Je klimt over het hek om de vuurtoren van dichterbij te bekijken. Deze was in ieder geval wat mooier dan die in John O'Groats. Terug naar de auto voor de volgende ruine, ook weer vlakbij. Op de weg ernaar toe kwam ik door Wick. Wat een vreselijk grauw plaatsje is dat. In het dorp is een distillerij van whisky. Dat hebben de mensen daar wel nodig om een beetje vrolijk te blijven. Tot daar aan toe was het landschap ook al niet om vrolijk van te worden. Net voorbij Wick staat het restant van Castle of Old Wick. Veel meer dan een toren is het nooit geweest. Het staat ook weer aan de rand van een klif. Van het vroeger kasteel is het onderste deel van de toren nog over. Gelukkig werd het weer wat beter. Af en toe viel en nog wat regen, maar de zon liet zich ook een beetje zien. Na Wick werd het allemaal wat leuker langs de weg. De weg ging langs vele weides vol met koeien en schapen. Hier wel gelukkig. Niet allemaal in de stal zoals in Nederland. Die beesten horen gewoon lekker buiten. Volgens mij krijg je daar veel betere melk van. Na het Castle of Old Wick kwam er even wat anders in het programma; de Whaligoe Steps. Dat is een trap van zo'n 330 treden die naar een baai tussen hoge kliffen loopt. De baai heeft vroeger als haventje gediend. De trap is daar speciaal voor aangelegd. Bij laag water kun je daar ook in grotten langs de kust. Dat heb ik maar niet uitgeprobeerd, maar wel een paar lekkere dingen in het Whaligoe Cafe. Tenslotte kan een auto ook niet niet benzine. Nog maar net weer in de auto kwam ik bij Hill o'Many Stanes. Dat is een verzameling staande stenen die in rijen zijn neergezet. De precieze betekenis van de stenen is nog niet achterhaald. Het zijn in ieder geval geen grafstenen. De volgende Broch was gelukkig wat verder weg. In dit tempo zou ik niet snel in Lossiemouth komen. Onderweg toch nog wel een paar keer gestopt voor wat mooie plaatjes. De hoge toppen van de highlands waren niet meer te zien, maar toch kwamen er wat heuvels in beeld en af en toe reed ik door mooie bossen. Hoe zuidelijker ik kwam hoe mooier het allemaal weer werd. De volgende broch was Carn Liath. Deze wat een stuk dan die in Nybster. De hoge toren die er ooit was geweest was er niet meer, maar aan de hand van een plattegrond kon je hier meer terugvinden van de oorspronkelijke broch. Je moest ook geen brand krijgen in de broch, want er is maar 1 in- of uitgang. De enige broch die nog bijna gaaf is staat overigens op de Shetland Eilanden. Vanaf de Carn Liath kon ik het volgende adres al zien. Dit keer een kasteel wat nog in goede doen was. Het is het Dunrobin Castle. Hier was het dan ook drukker dan bij de ruines. Achter het kasteel liggen mooie tuinen. Ik heb er ook een bezoek aan het kasteel aan vast geplakt. Helaas mocht ik daar geen foto's nemen. Het was inmiddels wel weer gaan regenen en nog flink ook. Tot Lossiemouth moest ik nog een behoorlijk eindje rijden. Op de weg naar Inverness was het behoorlijk druk. Af en toe kwam het echt flink naar beneden. Maar de zon liet het er niet bij zitten. Dat leverde weer een paar mooie regenbogen op. Vlak bij Lossiemouth in Forres staat de best bewaarde staande steen. Die 6,5 meter hoog en om hem zo netjes te houden stast de steen in een glazen kast. In de laatste 25 kilometer kwam het echt een paar keer met bakken uit de lucht. Op een bepaald moment was het ineens droog. Toen ik mijn spiegel keek leek het net of ik uit de mist was gekomen. Echt bizar, wat een bui was dat. Nu ben ik in Lossiemouth, in het Skerry Brae Hotel. Eindelijk weer een tweepersoonsbed en na een paar keer de douche en wc te moeten delen mijn eigen douche en wc. Het hotel ligt geweldig. Uit mijn kamer kijk ik op een golfbaan en daarachter de zee. Morgen ga ik naar het WDC Dolfhin Watch Centre in Spey Bay. Volgens een meisje wat in het hotel werkt zwemmen hier iedere dag dolfijnen voor de kust. Ik ben heel benieuwd. Toen ik net nog even naar buiten zag ik de vuurtoren hier geen licht geeft, maar de hele toren veranderd telkens van kleur. Weer eens wat anders.
Geschreven door Aad.op.vakantie