Een nawoord, meestal doe je dat niet voor een reis. Maar in dit geval, omdat er elke avond meer en mijn hoofd bij kwam om te willen onthouden, heb ik daar wel voor gekozen, als hulp om al dat wat nu geestelijk geregistreerd staat vooral maar vast te mogen houden, of in ieder geval is na te lezen.
Dit nawoord geeft een mooie indruk van het gevoel van ons, achteraf, terugblikkend op deze geweldige reis. Want wat was het een ervaring, wat een belevenissen, en wat een -voor mij- grens verleggende avonturen heb ik ondernomen, meegemaakt. Er zijn nog een aantal punten die ik in het nawoord dan ook niet achterwege kan laten te vermelden.
Opsommend:
*Conditioneel was het soms best een uitdaging om de lange dagen van diverse bezoekjes aan o.a. watervallen (en zonder spierpijnen) te volbrengen. Daarbij de vele opgelopen schrammen, blauwe plekken, en blaren nog maar niet eens genoemd.
*de bordjes met uitleg wat te doen in het geval van een tsunami, 😬 die we snel parkeerden als in ‘dat zal heus niet gebeuren’. En die van de aapjes die mogelijk de bril van je neus zouden gappen als je even onachtzaam zou zijn.
*Het snorkelen in een levend aquarium, met schildpadden in lengte soms zo groot als een gemiddelde beginners eetkamer tafel 😊. En niet te vergeten de haai die recht voor me op nog geen meter afstand heen en weer zwom. (Wat een geluk dat de gids zei dat deze haaien alleen houden van dames billen van maximaal 35 jaar oud 😅).
*Hoe bijzonder was het om te zien dat er op elke hoek, in elke gang, en aan bijna elke paal, offer mandjes, de zogenaamde ‘canang sari’ werden neergezet/gehangen met daarin wierook stokjes. Voor de hindoeïstische bevolking van Bali is het brengen van offers een belangrijk onderdeel van hun geloof. Het is een een offer aan hun god Sang Hyang Widhi Wasa.
Hoe onhandig zo’n offermandje midden op straat ook is, er op stappen wordt als disrespectvol naar de cultuur en religie gezien. De offers worden namelijk gebracht om kwade demonen goedgezind te houden en als teken van dankbaarheid voor het leven. Wanneer er iemand in de familie of gemeenschap overlijdt, blijven de offers dan ook uit. De mandjes worden gemaakt van palmbladeren en gevuld met rijst of koekjes, wierook en bloemen in verschillende kleuren. Elke kleur bloem staat symbool voor een andere god en dient in een bepaalde richting geplaatst te worden. Op verschillende belangrijke feestdagen worden nog eens extra offers gelegd om bepaalde elementen te zegenen. Op de dag dat het metaal gezegend wordt, zie je bijvoorbeeld offermandjes op auto’s, computers en bromfietsen liggen.
*En zo is het ons ook bij gebleven dat onze Bali indruk vooraf bestond uit een tropisch kleurrijk eiland. Maar heel veel soorten en kleurige bloemen hebben ze er echter eigenlijk niet, of we hadden de pech dat er weinig in bloei stond. In de jungle kwamen we wel vele plantensoorten tegen die wij door ons klimaat alleen als binnen planten kunnen houden.
*Dan ons motto van alle genoten ontbijtjes is; thuis ook meer fruit te eten, of in ieder geval die lekkere fruit juice sapjes te gaan maken. We gaan op zoek naar o.a. het fuchsia/paars achtige fruit genaamd Dragon als toevoeging.
*De zee, ook zo’n item waar je zo niet uren over zou kunnen schrijven. Doorgaans klapt elke 7e golf met grof geweld het strand of tegen de rotsen op. Alsof het een zucht van verlichting is voor de golf en die aangeeft ‘hehe daar ben ik weer’. Dit is meestal ook de golf die hoog genoeg voor de board surfers is om zich staande op te kunnen houden.
*Hoe vanzelfsprekend was het daar: ‘goodmorning, how are you today’ als begroeting, en ‘sorry’ zeggen als ze alleen maar bijvoorbeeld je bord met eten neer zetten. Dat heb ik ze hier in een hotel nog nooit horen vragen 🫣 en doen. Het personeel van elk restaurant, de medewerkers van elke acco, de dame achter de kassa, de gidsen op het water, en de bewoners die zichtbaar arm oogden, werkelijk iedereen was enorm vriendelijk, behulpzaam en ook dienstbaar. Bijna gênant voelden het voor ons om je zó bevoorrecht te voelen dat iedereen het ons op Bali zo naar de zin heeft gemaakt en je je daardoor deze vakantie als een waar ‘koningskoppel’ mocht voelen. Mede hierdoor voelden deze eilanden voor ons ook als heel veilig. Al zou je je hotel deur open hebben staan, je paspoorten en geld voor het pakken hebben liggen, dan nog zou dat geen kwaad kunnen.
*De Bali-belly is ons bespaard gebleven gelukkig. Wel was het een paar keer spannend in de zin van 6x op een nacht sproeiend 🤪 op de wc te toeven, maar daar bleef het godzijdank bij.
*We vinden het een grappig weetje dat de zonen en dochters allen als 1e naam hetzelfde heten. Namelijk, de 1e zoon Wayan, de 2e zoon Madé, de 3e zoon Nyoman, en de 4e zoon heet daar Ketut.
Bij nr 4 beginnen ze weer van voor af aan.
Voor de dochters dito, alleen plakken ze daar -ni (als in Wayan-ni etc) achter.
Een roepnaam wordt er nog bij gezet zodat men dan wel weet welke Ketut 😅 er wordt bedoeld. Zo heette onze chauffeur bijvoorbeeld Ketut Besma. Het was grappig om mee te maken dat wanneer we ‘onze Ketut’ (zonder toegevoegde roepnaam riepen) er wel een stuk of 4 tegelijk omkeken 😁.
*last but not least, wat zouden we willen doorvoeren in ons leven, waar hebben we van geleerd:
- Rustiger aan doen, niet meer zo gehaast.
- Minder poetsen, denk aan Bali, daar vegen ze alleen maar.
- Niet zo druk maken, denk eerst na of dat de energie wel waard is.
- Een vriendelijke uitstraling, daar bereik je meer mee.
- Behulpzaam zijn, voor iedereen om ons heen.
- Geduld hebben, tot 10 tellen, en bedenken dat (zoals Rob herhaaldelijk en met altijd de nodige rust aangaf) alles wel goed zal komen’.
Hoe mooi is het om zo ook af te mogen sluiten. Van te voren denken ‘oh my waar beginnen we aan’ en daar ook echt van wakker hebben kunnen liggen. En dan terugkijken en ons realiseren: ‘hee, alles is goed gekomen’. Of zoals onze Rob zegt ‘kumt goed Sas’. Deze gedachten houden we vast in het hart, in gedachten, en we willen er zeker ons best voor doen het door te voeren in ons dagelijks leven.
Geschreven door Saskias.reisverhalen