We worden vroeg wakker in Twin Falls en zijn om 7.30 uur al klaar om de weg op te gaan. Vandaag staat er een rit van 226 km op de planning, dat is niet zo ver maar met de stops onderweg belooft het weer een vol dagje te worden.
De route via de Thousand Springs Scenic Byway is een avontuur op zich, maar we beginnen met een kleine omweg en gaan eerst op pad om een America the Beautiful pas (voor toegang tot alle nationale parken en gebieden) te scoren. De tip van gisteren negerend, rijden we naar het kantoor van het Bureau of Landmanagement (BLM). We hebben, op onze eerdere camperreizen, veelvuldig en dankbaar gebruik gemaakt van hun land, lekker wild kamperen op BLM land is echt geweldig! Ter plaatse vraag ik om de parkenpas en uiterst vriendelijke medewerkers helpen ons aan de pas en natuurlijk ontstaat er weer een levendig gesprek. $80,- armer maar een geweldige pas rijker stappen we weer buiten. We zien later zelfs dat de pas geknipt is op september in plaats van juni, hebben we zowaar twee maanden extra gekregen. Mmmmm toch maar eens nadenken over een Amerika reisje in 2025….;)
Daarna stoppen we bij de Perrine-Coulee Falls, aan de rand van Twin Falls. We parkeren langs de weg en wandelen naar een verborgen waterval. Het bijzondere aan deze waterval is dat je er onderdoor kunt lopen. Danny ontvangt een tweede douche deze ochtend en ik blijf op veilige afstand om foto’s te maken 😉.
En dan is het tijd om koers te zetten richting Bruneau Dunes State Park. We verlaten Twin Falls over de Perrine Bridge, het is drukker vandaag. Maandag dus iedereen is onderweg naar zijn of haar werk en we komen een paar schoolbussen tegen. Als de bus zijn stopbord uitklapt staat al het verkeer rondom stil. Een regel die door iedereen gevolgd wordt. Zo ook door ons, al is het meer omdat de auto voor ons op de rem trapt en wij dus ook. Niet vergeten dus, net zoals parkeren op straat alleen in de rijrichting anders kun je een behoorlijke boete oplopen. De regels in Nederland zijn net iets anders.
Onderweg naar de Niagara Springs zijn we omringd door de landbouwgrond en veeteelt waar Idaho bekend om staat. Helaas begint het steeds harder te regenen, maar eenmaal aangekomen regent het gelukkig iets minder. Het is een National Natural Landmark, dus zeker een tussenstop waard. De weg ernaartoe is steil en daalt 350 meter, maar wat een indrukwekkend uitzicht. We rijden langs verschillende watervallen, en bij de spring waar het park zijn naam aan te danken heeft, tuimelt superheldere water met zo'n 250 kubieke voet per seconde naar beneden. We zien een heleboel witte pelikanen over vliegen en landen op de Snake rivier. Het is een waar paradijs voor vogels, want de bijgelegen viskwekerijen zorgen ook nog eens voor meer kans op een lekker hapje. Ineens loopt er een uit de kluiten gewassen kat langs het pad. Het is wel een echt stevig exemplaar, we twijfelen of het wel een kat is. We zullen toch niet zomaar een bobcat gezien hebben? En vlak voor we wegrijden zien we ook nog een paar marmotten die zich proberen te verstoppen. Niagara Springs is de omweg meer dan waard.
Onze volgende stop is de Earl M. Hardy Box Canyon Springs. We trekken naast onze vesten snel een extra jas aan, want hier boven op de hoogvlakte daalt de temperatuur naar de 5°C. Een ijzige wind waait om onze oren. Hoe is het toch mogelijk dat we net in een extreem koudefront zijn beland? Twee dagen geleden was het nog ver boven de 30°C.
We trekken een sprintje naar het uitzichtpunt en worden beloond met een prachtig uitzicht op een helderblauw zwembad van water. Er stroomt 180.000 gallon bronwater per minuut in de poel (voor liters is dat x 4,6). Op een mooie zonnige dag zouden we zeker het pad naar beneden volgen, maar vandaag springen we snel weer in de auto.
We vervolgen onze route door het Thousand Springs State Park, waar de Snake River langs vulkanische kliffen stroomt en honderden of duizenden watervallen vormt. Het park is enorm en bestaat uit verschillende gebieden, nu rijden we naar Ritter Island. De eerste aanblik terwijl we naar beneden rijden de canyon in is niet best. Je zou bijna omdraaien omdat je denkt verkeerd te zijn gereden. Maar eenmaal beneden krijg je een blik terug in de tijd toen de eigenaresse daar woonde en experimenteerde met verschillend voer voor haar Guernsey koeien. De stallen zijn nog te bekijken en we lopen een rondje over het eiland. De temperatuur is hier laag gelegen aan de Snake River een beetje beter.
Inmiddels is het al over twaalven en we hebben nog niets gegeten. In Hagerman zijn we een restaurantje dat er wel gezellig uitziet en dus zetten we de auto voor de deur stil. We lopen de Snake River Grill binnen. We bestellen beiden een hamburger en als bijgerecht neem ik tatter tots en fry sauce. We kennen het niet maar het stel bij de warmwaterbronnen in Almo vertelden dat dit een typisch Idahoose (correcte spelling? 😊) saus is van mayo met ketchup en nog iets. En tatter tots blijken een soort mini aardappelkroketjes maar dan rösti-achtig. Erg lekker en zeker voor herhaling vatbaar.
Daarna is het tijd voor wat prehistorie en bij het bezoekerscentrum van Thousand Springs liggen de fossielen van het Hagerman Fossil Beds National Monument. Wat een leerzame dag is het toch en ons rijtje van gespotte dieren groeit ook want we spotten nu een prehistorisch paard 😉.
Onze laatste stop voordat we naar de eindbestemming rijden, is Malad Gorge State Park. Hier stort de Malad-rivier via traptreden in de Devils Washbowl en stroomt vervolgens door een prachtige kloof. We rijden dit deel echter van de verkeerde kant in dus zien wel de kloof maar niet de waskom. De zin om terug te rijden is er niet, dus gaat de navigatie op onze eindbestemming Bruneau Dunes State Park.
We slapen vannacht in Bruneau Dunes State Park, waar de grootste zandduinen van Noord-Amerika liggen. Je kunt een slee of sandboard huren bij het bezoekerscentrum en vervolgens van de 143 meter hoge zandduin roetsjen. Aar de verhuur is al beëindigt als we om 10 voor 5 inchecken. Na een korte inspectie van de cabin, rijden we meteen door naar de duinen. We lopen wat rond bij het meer voor de duinen. We worden geplaagd door kanariegeelbuikige vogels die steeds net wegvliegen als we onze camera niet hebben ingezoomd. Wij geven het uiteindelijk op en besluiten ons geluk dan maar op de zandduinen zelf te beproeven. Het valt niet mee om tegen zo’n duin op te klimmen en zeker niet met windkrachtig storm. We worden gezandstraald en zo ook mijn camera. Die kraakt steeds harder ….oei. Danny bereikt als eerste de top. Ik ga op handen en voeten achter hem aan, capuchon diep over mijn kop om mijn ogen zoveel mogelijk te beschermen en als ik op een meter afstand ben tuimel ik plat op mijn buik over de rand. Daarna glij ik op mijn kont naar beneden, Danny probeert met zo weinig en groot mogelijke sprongen af te dalen. Beide opties hebben hetzelfde resultaat je wilt niet weten waar het zand allemaal tevoorschijn is gekomen ’s avonds 😉.
Als afsluiting van de dag willen we de sterren bewonderen in het Bruneau Dunes Observatory, maar het is gesloten. Daarom hebben we de flessen rum maar weer op tafel gezet 😉. Om 8 uur gaat bij mij het licht uit. Ik ga ‘even’ naar binnen om de kou te ontvluchten, maar val in slaap op de bank. Danny kletst buiten nog wat met de buurtjes, en komt kijken waar ik blijf. De alcohol heeft zijn werk gedaan, ik heb het niet meer koud maar duik snel het bed in, niet veel later gevolgd door Danny.
overnachting: Cabin Andromeda in Bruneau Dunes State Park
km’s: 224
temperatuur: 4-19 °C
Tussenstand dieren
Moose: 1
Herten: 2
Eekhoorns in allerlei soorten en maten, roofvogels, witte pelikanen: ik heb het tellen opgegeven 😉
Hermelijn: 1
Yellow bellied marmotten: 6
Prehistorisch paard: 1
Yellow belly vogels: 5
Geschreven door Ellens.reizen