We worden vroeg wakker, ja ook hier hoor je de oproep om te komen bidden. Eigenlijk ontsnap je daar niet aan als je in een stadje of dorpje slaapt.
We draaien ons nog even om en tegen 8 uur komen we uit bed. Beneden in de keuken annex eetruimte staat een uitgebreid ontbijt klaar. De heren hebben er een werk van gemaakt en alles smaakt lekker.
We gaan vanmorgen op aanraden van de eigenaren naar het dorpje Tiout dat een palmeraie heeft en een oude kasbah omgebouwd tot restaurant. Daarna willen we een stukje verder door de Anti-Atlas rijden. Wat we begrijpen van de heren is dat de omgeving sowieso erg bijzonder is, we zouden het hier ook een week kunnen uithouden.
Als we de auto teruggevonden hebben, in een straatje een paar minuten lopen van de riad vandaan, stappen we in en vandaag kunnen we de weg wél vinden. We rijden via smalle straatjes weer naar één van de toegangspoorten en komen zo op de doorgaande weg uit. Met behulp van de routebeschrijving van Lutz vinden we de afslag naar Tiout en rijden in een keer goed. Na nog een keer rechts af te slaan rijden we het dorpje Tiout binnen.
Bijna direct komt er een man op ons af in een blauwe outfit en begint te gebaren. We stoppen en ik begrijp dat hij ons wel de weg zal wijzen. Hij springt op z'n fiets en begint voor we kunnen antwoorden voor ons uit te fietsen. Een andere auto voor ons met waarschijnlijk ook toeristen ondergaat hetzelfde lot. We moeten er wel een beetje om lachen en volgen de man gelaten. De auto voor ons heeft andere plannen en wil niet naar de oase, maar naar de kasbah en slaat af een weg naar boven op. Zijn arme fietser probeert hen nog bij te houden, maar ik vrees dat hij pech heeft en ze zal moeten laten 'ontsnappen'.
Wij volgen braaf richting de palmeraie, daar stopt de fietser en hij wijst waar we de auto kunnen parkeren. Samen met de man lopen we de tuin binnen en hij begint van alles uit te leggen. Helaas is het Frans en nu kan ik het wel een beetje volgen, maar Danny verstaat er niets van. Met behulp van handgebaren en mijn beste Frans komen we een heel eind. Het is hier inderdaad erg mooi, echt bizar ook om in zo'n groene oase te lopen terwijl het landschap er omheen helemaal dor is.
We lopen een half uurtje rond en komen dan bij een soort binnenplaatsje waar wat stoeltjes staan. Onze gids vraagt of we wat willen eten, maar we vinden het nog veel te vroeg voor een lunch. We hebben net een uitgebreid ontbijt achter de kiezen. We moeten de eigenaar van het restaurantje dus helaas teleurstellen. We gaan weer terug naar de auto en dan fietst onze gids naar de weg omhoog richting de kasbah. Nu laten we de arme man natuurlijk niet tegen die heuvel op fietsen dus stoppen we en geven aan dat hij wel in kan stappen.
Dat gebeurd hem niet zo vaak denk ik, want hij neemt beleefd en aarzelend plaats in de auto. We rijden omhoog en vanaf de kasbah hebben we een mooi uitzicht over de oase, het dorp en de omgeving. De gids legt nog uit wat de verschillende gebouwtjes zijn en dat het hier om verschillende families gaat die allemaal een eigen deel hebben. Ook het restaurant dat nu in de kasbah gevestigd zit slaan we over, we rijden weer naar beneden. Onze gids springt onderaan de heuvel weer op z'n fiets en rijdt ons voor naar het begin van het dorp. Als we stoppen om afscheid te nemen, geeft hij aan dat we nu echt iets moeten komen drinken. Echte Marokkaanse thee en hij wijst naar een paar tafeltjes voor een huisje, een lokaal barretje. We parkeren de auto nog een keer en gaan met hem aan één van de weinige tafeltjes zitten en hij loopt naar binnen om thee te regelen.
Daar zitten we dan aan een tafeltje naast wat dorpsbewoners die vriendelijk groeten. Niet veel later komt de gids met een dienblad aan waarop een theepotje, theeglaasjes, muntblaadjes en suiker staat. Hij begint het theeritueel, want ze drinken hier geen thee op z'n Hollands.
Hij vraagt of we van zoete thee houden of zoetere, de varianten minder zoet of geen suiker is er niet. Als wij antwoorden een beetje zoet worden er prompt twee suikerblokken in het kleine theepot gegooid. Suikerblokken in plaats van klonten, want het formaat is gigantisch. In de theepot zit verse groene thee legt hij uit en daar moet dan naast suiker ook nog munt bij. Daarna giet hij eerst een paar keer (volgens mij drie) de thee uit de pot in de glaasjes en weer terug. Dat alles vanaf een afstand van ongeveer 30 centimeter hoogte. De mannen aan het naastgelegen tafeltje kijken goedkeurend toe en als we dan eindelijk mogen proeven willen ze weten hoe we het vinden. Nou erg lekker, zeggen we beleefd, voor mijn gevoel springen mijn vullingen spontaan los, maar dat mag de pret niet drukken. Danny geniet er iets meer van, maar hij doet altijd al veel suiker in z'n thee in tegenstelling tot ik. Maar ook Danny bekent later dat hij het wel errûg zoet vond 😏.
Nu nemen we definitief afscheid, we geven onze gids wat geld voor zijn rondleiding en rijden weg. De gids zwaait ons enthousiast uit. Zijn dag is weer goed, maar ook wij hebben genoten.
Wat nu, denken we als we weer op de meer doorgaande weg aankomen, links of rechtsaf? We besluiten rechtsaf te gaan en gewoon een stukje te gaan rijden. We volgen de R109 naar het zuiden en komen door een mooi gebied met rotsformaties en kleine dorpjes. We zien zelfs een eenzame klimmer op een uitstekende rots. Geen idee wat die man daar in z'n eentje doet, maar het landschap om ons heen is geweldig. Ook de dorpjes waar we langs rijden zijn zo totaal anders dan dat we eerder gezien hebben tijdens onze reizen dat het een bijzonder ervaring is. Vandaag rijden we zo'n 300 km, een behoorlijk eind, maar het is zo rustig op de wegen dat we kunnen stoppen waar we willen. We stoppen in een dorpje om een plat brood te kopen en wat smeerkaas. Het brood wordt verkocht in een klein hutje langs de weg met een open raam (lees; gat) waar een man de broden verkoopt die achter hem op planken liggen.
We zien nog een paar ommuurde dorpjes en als we weer naar Taroudant terugrijden steekt een kudde kamelen op hun gemak de doorgaande weg over. Ja we weten het nu zeker, we zitten niet meer in Europa 😀. In Taroudant kunnen we weer het steegje vinden waar onze auto geparkeerd stond en we lopen langs een aantal werkplaatsjes naar onze riad. Het was een geweldige rit door de Anti-Atlas.
's Avonds eten we weer in hetzelfde restaurantje net voor van ons hotelletje en voor we gaan slapen bekijken we de gemaakte foto's van vandaag op onze kamer.
Geschreven door Ellens.reizen