Vanmorgen na het opstaan lopen we naar de kamer van Aprilia en Suri om te kijken of ze al wakker zijn, er wordt echter niet gereageerd als we aankloppen. We lopen naar beneden naar de ontbijtzaal en zien ze daar zitten. We schuiven aan en eten ook nog een broodje mee ook al zijn we geen grote eters. Na het eten moet er getekend worden voor het ontbijt. Er ontstaat wat verwarring en Suri snapt het niet, maar het ontbijt is hier niet inclusief dus wordt apart op de rekening van de kamer geboekt. Als ik dat heb uitgelegd gaan we naar boven om onze spullen te pakken.
We checken alvast uit en kunnen de auto laten staan in de garage. De koffers worden in de bagageruimte gezet en dan gaan we de stad in.
We lopen eerst naar de Menara Tower. Daar gaan wij voor de tweede keer naar boven, Aprilia en Suri voor het eerst. Als we weer beneden zijn lopen we door een hal met dieren. Niet ons ding, want in het Westen denken ze toch iets anders over dierenleed dan hier. Later hebben we daar nog een gesprek over met Suri, maar die begrijpt het niet helemaal. Bij hen gaat men anders om met dieren en ze hebben zelfs een buurman die een tijger heeft. Daar moeten wij niet aan denken, maar daar is het een statussymbool.
Na de dierenhal mogen we nog in een simulator voor raceauto's. De mannen enthousiast en natuurlijk meteen competitief, uiteindelijk stapt ook Aprilia in om een rondje te rijden. We lopen door naar de Chinese wijk, kopen daar een speelgoedauto voor hun zoontje. Natuurlijk willen we ook iets geven aan hun dochtertje dus kopen we in een winkel met allemaal felgekleurde stoffen en jurken een jurkje voor haar. Ik laat het door Aprilia zelf uitzoeken, want onze smaken lopen nogal uiteen 🤭. Later sturen ze ons de foto's van de kinderen met hun cadeautjes. Ze zijn helemaal blij, leuk toch.
We komen al lopend, en een deel met de taxi want men loopt niet zoveel in Jakarta horen we 🤨, weer bij de overdekte hal uit. Natuurlijk moet Danny de voetknabbelende vissen weer laten zien. En Suri die niet wil onderdoen gaat ook met zijn voeten in de bak. Al gaat het niet helemaal van harte en haalt hij ze er bijna net zo snel weer uit.
We eten en drinken nog wat tussen de middag. Geen alcohol, want ze zijn moslim dus wij doen braaf mee. Al met al een hele volle dag samen om elkaar te leren kennen. De moeder van Aprilia, mijn tante dus, belt op om te vragen hoe het gaat. Natuurlijk wil ze ook mij even spreken, dat gaat dus op z'n Engels. Daarna volgt onze oma, want oma wil me ook graag groeten. Echt heel lief en oma probeert zelfs Nederlands tegen me te praten. Maar het is moeilijk om haar te verstaan, het is natuurlijk lang geleden dat ze voor het laatst Nederlands heeft gesproken. Misschien al vanaf de dood van mijn opa niet meer, of zelfs al daarvoor want hij sprak natuurlijk ook gewoon Indonesisch.
Aprilia neemt het gesprek weer over om het te beëindigen. Het is vaak veel moeilijker met iemand over de telefoon te praten dan face-to-face zeker als iedereen een andere moedertaal heeft.
Tegen het eind van de dag eten we nog een hapje samen daarna gaan we terug naar het hotel om de auto op te pikken. We zetten onze koffers in de kofferbak, Aprilia en Suri stappen ook in. Wij vliegen later op de avond naar Nederland terug, maar voordat het zo ver is brengen we Aprilia en Suri naar de bushalte richting Singapore.
Dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan, want er zijn verschillende haltes verspreid over het centrum. Maar na een paar keer op de verkeerde plaats te zijn gestopt en weer naar een andere plek te zijn verwezen, vinden we het uiteindelijk. Voor ons wordt het daardoor wel spannend want we zijn hierdoor veel tijd verloren en wij moeten op tijd op de luchthaven zijn.
We nemen snel afscheid als we de juiste halte hebben gevonden. We kunnen niet op ze wachten tot ze vertrekken, maar rijden meteen weg. Gelukkig zit het verkeer niet tegen en komen we op het nippertje aan op de luchthaven. Snel de huurauto uitgeladen, maar dan blijkt dat er niemand is om de sleutel in ontvangst te nemen of de papieren af te tekenen. Wel is er een brievenbus dus daar deponeren we het hele handeltje in.
Met de lift gaan we naar boven en nog net op tijd kunnen we aansluiten in de rij bij de incheckbalies. We kunnen geen stoelen meer krijgen met extra beenruimte, maar we zijn in ieder geval op tijd, dat is het belangrijkste.
Als we door de douane zijn en bij de gate hoeven we niet lang te wachten of iedereen kan aan boord.
We zitten naast elkaar een beetje achteraan in het vliegtuig en als er een stewardess langs loopt vraag ik of er misschien stoelen met meer ruimte over zijn. Omdat ze ziet hoe lang ik ben, geeft ze aan dat ze iets gaat regelen. Niet lang daarna komt ze naar ons toe en zegt dat ze één stoel heeft bij de nooduitgang. Danny en ik zitten dan niet naast elkaar maar dat vinden we niet erg. Dat is het voordeel van een buitenlandse maatschappij daar zijn ze niet zo gewend aan lange mensen en dan doen ze wel hun best doen om iets te regelen in tegenstelling tot de KLM of Transavia. Dit is niet voor het eerst dat ik vanwege mijn lengte een betere plaats krijg.
Wat een gestress zo op het eind van de vakantie, niets voor ons, maar we hebben het gered en zijn op weg naar huis.
Geschreven door Ellens.reizen