Buiten is het na de regenbui van gisteravond weer droog. Het is zwaar bewolkt, iets frisser dan de dagen hiervoor, en de lucht voelt klam aan.
Ik loop naar de bakkerij in Cadzand-Bad. Er zijn zo vroeg al meer mensen met hetzelfde idee en als ik bij de bakker aankom, moet ik in een rij, net buiten de winkel, even wachten. De winkel is niet zo groot en er zijn 10 mensen voor mij. Er staan zeker 5 mensen achter de toonbank te helpen, dus ik ben vlot aan de beurt.
Na ontbijt en koffie besluiten wij om met de auto naar de plaats Breskens te rijden, daar de auto bij de afvaartplaats van de veerboot te parkeren en dan met die boot naar Vlissingen te gaan. Het is 20 minuten met de auto langs smalle wegen en kleine plaatsjes over het vlakke Zeeuwse land. Regelmatig komen teksten van liedjes van de Zeeuwse rockband BLØF in mijn hoofd op.
Wij rijden naar het grote parkeerterrein aan de haven, waar gratis geparkeerd kan worden. Op zondag vaart de boot maar 1 maal per uur. Wij komen vlak voor de afvaart aan bij de terminal van de 'Westerschelde Ferry' en via een walkie-talkie vraagt de kaartjesdame aan iemand op de boot om nog even te wachten, zodat wij, en een ander stel, nog meekunnen met de boot die op het punt van vertrekken staat. Wij lopen snel naar de boot.
Een retourticket kost ons vandaag per persoon EUR 7,20. (Voor actuele prijzen, kijk op de website van Westerschelde Ferry.)
De veerboot is bestemd voor voetgangers en (brom)fietsers. Wil je met de auto naar Vlissingen vanuit Zeeuws-Vlaanderen, dan moet je via de Westerscheldetunnel bij Terneuzen rijden. Vroeger kon je ook met de auto op de veerboot, maar dat was voordat er een tunnel was gegraven.
Het is erg bewolkt en vooral heiig op het water. Geen goed weer voor mooie foto's. Wij staan achterop de boot. De 2 motoren stuwen deze snelle veerboot met veel kracht vooruit, zo'n 30 kilometer per uur. De overstocht duurt ongeveer 23 minuten. De afstand tussen Vlissingen en Breskens is ongeveer 5,5 kilometer.
De veerboot meert 2,3 km van het centrum van Vlissingen aan. Wij zijn nu op het voormalige eiland Walcheren.
Hier is ook het NS-treinstation van de stad. Afhankelijk van het wandeltempo doe je er ongeveer 20 - 25 minuten over naar het centrum van Vlissingen. Vanaf de boot is het even een stukje lopen (5 minuten), onder andere over de deuren van het sluizencomplex, naar de dijk aan de Westerschelde, dat punt heet 'De Punt'. Daar is ook een halte van de Zonnetrein, een moderne solartrein, die op zonne-energie rijdt. Voor een paar euro per persoon kan je meerijden naar het centrum van de stad. Sportief als wij zijn, besluiten wij om te gaan lopen.
Zo lopen wij over de dijk langs de Westerschelde naar Vlissingen centrum. Zo nu en dan vaart er een groot schip voorbij. Ondanks het mindere weer is het een leuke wandeling en goed voor onze conditie. Wij lopen op een windmolen af, de Oranjemolen.
Dan is er aan zee een (Landings)monument met vlaggen, een standbeeld van een militair (een aanvallende commando) en een paar displays/gedenkstenen. Dit is het Uncle Beach Memorial Vlissingen.
Bij Uncle Beach kwamen de geallieerden op 1 november 1944 aan land tijdens de 'Slag om de Schelde' in de Tweede Wereldoorlog. Vlissingen heeft een strategische ligging aan de Westerschelde en er werd hier dan ook hevig strijd geleverd in het gebied rond de Oranjemolen, dat de codenaam ‘Uncle Beach’ kreeg. Nu is dit een gebied vol herinneringen aan deze strijd, die de geschiedenis levend houden.
In de Oranjemolen is een expositie ingericht over persoonlijke ervaringen van Vlissingers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook is er een ingerichte bunker te bezoeken.
Beide zijn beperkt opengesteld.
Even verderop staat het Joods Oorlogsmonument.
Als wij nog een stukje verder lopen, zien wij een paar kanonnen staan, en verderop op de vestingmuren staan er nog enkele.
Iets van de dijk af staat de Arsenaaltoren, een uitkijktoren met een hoogte van maar liefst 65 meter. Bezoekers kunnen genieten van een prachtig uitzicht over de stad Vlissingen en de Westerschelde zeearm.
Dan lopen wij via de bovenzijde van de sluisdeuren, die de Vissershaven (jachthaven) bedienen, naar de andere zijde van een havenarm. Hier liggen een paar loodsboten. Wij zagen net een Nederlandse in volle vaart uitvaren naar een groot schip, en even later vertrekt er ook een Belgische loodsboot (Loods = in Engels: pilot).
Loodsen zorgen ervoor dat zeeschepen de havens zo veilig en efficiënt mogelijk in- en uitvaren.
Dan komen wij op een deel van de vesting dat het Keizersbolwerk heet. Daar bevinden zich onder andere de Kazematten, een onderdeel van het Maritiem MuZEEum Zeeland.
De Kazematten uit 1811 liggen op de grens van land en water. Deze kazematten liggen in het hart van het Keizersbolwerk, een onderdeel van de Vlissingse vestingwerken uit 1548. Het is niet verwonderlijk dat de keizers Karel V en Napoleon, en zeeheld Michiel de Ruyter van dit complex gebruik hebben gemaakt. De strategische ligging ten opzichte van Antwerpen en Engeland en het diepe vaarwater maken dit tot een gewilde locatie. Het is al eeuwenlang een plek van komen en gaan.
Daar staat op het Keizersbolwerk, aan de 'Boulevard de Ruyter', een standbeeld van admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter (Vlissingen, 24 maart 1607 – Baai van Syracuse, 29 april 1676) , één van Nederlands grootste zeehelden. Vlissingen is zijn geboorteplaats.
Vanaf de plaats van het standbeeld op het einde van de boulevard is er een fraai uitzicht op de monding van de Westerschelde, de rede van Vlissingen en een gedeelte van de binnenstad.
Daar staat ook een kleine maar toch bijzondere vuurtoren.
Inmiddels hebben wij wel trek gekregen en lopen het historische centrum in. Aan een groot plein bevinden zich veel restaurants. Erg druk is het er niet. Bij Bar & Bistro Speyk vinden wij een plekje op het terras en gebruiken daar een lekkere lunch.
Daarna lopen wij nog een eindje door de binnenstad. Er staan veel oude huizen, maar op sommige plekken waar de oude vervangen zijn door nieuwe, valt het mij tegen, dat er niet beter naar de oude architectuur is gekeken, maar dat men er iets moderns voor in de plaats heeft gezet. Daardoor kan deze binnenstad mij niet zo bekoren.
In het centrum van de stad staat de Sint-Jacobskerk, waarvan de toren hoog boven de huizen uitsteekt en van veraf al te zien is. Het oudste deel van de kerk dateert van tussen 1308 en 1328. Er is een keer brand geweest en er zijn diverse restauraties uitgevoerd in de loop der jaren. In deze kerk is Michiel de Ruyter gedoopt en getrouwd.
Bij deze kerk is een opstapplaats van de Zonnetrein, die wij voor de terugweg naar de veerboot nemen. Het is een hippe glazen kooi op wielen met panoramisch uitzicht, met stoeltjes langszij, waarop kleurrijke kussentjes liggen. Het dak bestaat uit zonnepanelen. Het treintje rijdt met een grote omweg via de boulevard, met uitzicht op het strand, met daar tegenover de hoge appartementengebouwen en hotels, die zo bekend zijn van foto's van deze stad. Zo zien wij nog iets meer van de stad.
De dienstregeling van de Zonnetrein sluit aan op de aankomst- en vertrektijden van de veerboot. Ik sta nog wat te lummelen voor een foto, als Rina mij maant op te schieten. Zo moeten wij nog flink doorlopen om de boot te halen. Nu zijn wij de laatste passagiers voordat de boot vertrekt.
Na de overvaart zoeken en vinden wij in Breskens nog een geocache bij de haven en daarna rijden wij naar huis.
Temperatuur vandaag: tot 21 graden.
Gereden met de auto: 40 kilometer.
Gelopen: circa 8 kilometer.
Geschreven door Menrbijtjes