Hartelijk dank voor jullie reacties, altijd leuk om te lezen, wij waarderen dat ten zeerste.
Vandaag is het licht bewolkt, afgewisseld met zon. Een mooie dag om naar Brugge te gaan. Dat is niet zo ver, circa 22 kilometer, een half uur rijden.
Brugge is de hoofdstad en naar inwonertal grootste stad van de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het historisch centrum is als middeleeuwse stad opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Regelmatig wordt naar Brugge verwezen als het "Venetië van het Noorden", refererend aan de vele kanalen en de boogbruggen die deze kanalen overbruggen. De meeste van deze kanalen worden "reien" genoemd, naar de rivier de Reie, die door de stad stroomt. Om Brugge vanuit een ander perspectief te bekijken, kan men een rondvaart maken.
Er zijn dus veel oude gebouwen, kerken en musea, waar men de geschiedenis van de stad in kan duiken. Er zijn ook musea, waar men van alles aan de weet kan komen over verschillende Belgische lekkernijen, zoals friet, bier en chocolade. De stad trekt dan ook veel toeristen.
Het was lekker weer om te wandelen, wij hebben geen musea bezocht.
Brugge komen wij binnen aan de noordwestzijde bij de Ezelpoort en in de parkeergarage Ezelstraat vinden wij een plekje voor de auto. Wij lopen zuidwaarts naar het centrum van de stad. Meteen lopen wij tussen de oude gebouwen en ik krijg herinneringen aan het oude deel van Deventer.
Wij komen bij het hart van de stad, dat is de Grote Markt, een populair centraal plein met rondom veel restaurants in historische huizen en met terrassen.
Aan dit plein staat het Provinciaal Hof, een neogotisch gebouw, waar ooit het provinciebestuur zetelde. Dit heeft nu een ceremoniële functie. Het staat deels in de stijgers, maar men heeft daar een heel groot doek voor gehangen met een afbeelding van het werkelijke aanzicht van het gebouw.
Ook bevindt zich hier het Belfort, deze belangrijkste Brugse toren stamt uit de 13de eeuw en is 83 meter hoog. Wij beklimmen hem niet, maar lopen er wel onderdoor en komen op een binnenplein tussen de hallen, waar vroeger handel werd gedreven.
Midden op de Grote Markt staat een standbeeld, waarop twee belangrijke mensen van deze stad staan afgebeeld, de volkshelden Jan Breydel en Pieter de Coninck. Samen waren zij verantwoordelijk voor een belangrijke opstand in de Vlaamse geschiedenis.
Ook staan hier koetsjes, die getrokken worden door paarden en de toeristen door de stad vervoeren, terwijl de koetsier een uitleg geeft over waar men langsrijdt.
Omdat wij een papieren plattegrond van de stad wel makkelijk vinden, halen wij deze bij een Infokantoor (VVV) aan het plein.
Inmiddels is het tijd om iets te gaan eten en bij één van de restaurants aan de rand van de Grote Markt vinden wij op het terras een tafeltje. Rina neemt een croque madame met wat salade en een coca cola, en ik neem een omelet met wat salade en frites en een koude chocomel.
Als wij vanaf de Grote Markt een zijstraat met allerlei winkels inslaan, zien wij een kerstwinkel van Käthe Wohlfahrt. Dat is grappig, want deze stamt uit de Duitse plaats Rothenburg ob der Tauber, waar wij eens een bezoek aan hebben gebracht, toen wij een tocht maakten over de Romantische Straße, één van de bekendste toeristische routes van Duitsland. Een winkel die vol staat en hangt met (dure) kerstspullen en het gehele jaar geopend is.
Wij komen op de Burg, een eeuwenoud plein, dat wordt omgeven door grote gotische gebouwen, winkels, bars en eetgelegenheden.
Als eerste stappen wij de Basiliek van het Heilig Bloed binnen en nemen de trap omhoog. Deze basiliek is gebouwd tussen 1139 en 1149 en heeft zijn naam te danken aan het feit dat er een flesje in deze kerk bewaard wordt met bloed, waarvan geloofd wordt dat het van Jezus is. Van binnen en van buiten is het een schitterende, religieuze bezienswaardigheid. Er zijn schitterende muurschilderingen en glas-in-loodramen.
Aan de Burg staat ook het Stadhuis van Brugge, dat dateert uit 1376. Het heeft een groots, gotisch interieur en er is een museum gewijd aan kunst en lokale geschiedenis. De eerste steen werd gelegd in 1376 en daarmee is dit stadhuis één van de oudste van de Nederlanden. De bouw duurde tot 1421.
Wij lopen via het Huidenvettersplein, waar vroeger de huidenvetters oftewel leerlooiers hun werkterrein hadden. Nu zijn er de terrassen van de aan het plein liggende restaurants.
Dan komen wij uit op de Rozenhoedkaai. Op deze plek stonden vroeger stalletjes opgesteld die rozenkransen verkochten. De Rozenhoedkaai is het meest gefotografeerde punt van Brugge. Dit is ook één van de plekken waar men op een rondvaartboot kan stappen.
Wij lopen langs het Gruuthusemuseum. Dit is een museum in een voormalig paleis met historische meubels, beelden, wandkleden en handgemaakt kant.
Eén van de mooiste plekjes van Brugge is bij de romantische Bonifaciusbrug, bijgenaamd de liefdesbrug. Deze bevindt zich tussen Gruuthuse en het Arentshof. Velen denken dat dit de oudste brug van Brugge is, maar dit is niet waar. Ze dateert uit 1910.
Bij de Onze-Lieve-Vrouwekerk aangekomen, blijkt dat wij wel naar binnen kunnen, maar het museumgedeelte is gesloten. Daar zijn anders diverse kunstschatten te bezichtigen met als absolute topstuk Michelangelo’s wereldberoemde Madonna met Kind. Het rijke kerkinterieur omvat eveneens tal van schilderijen, 13de en 14de-eeuwse beschilderde grafkelders en de 15de en 16de-eeuwse praalgraven van Maria van Bourgondië en Karel de Stoute.
De 115,5 meter hoge bakstenen kerktoren is de op één na hoogste ter wereld. Wij kijken in het centrale deel van de kerk even rond.
Als wij buiten om de kerk heen lopen, zijn een stel archeologen op een deel van het oude kerkhof met opgravingen bezig. Er worden heel zorgvuldig menselijke resten van zand ontdaan. Uit een emmer zie ik een stel botten steken.
In Brugge zijn heel veel restaurants, al dan niet met terrassen, ze hebben soms een leuke naam. Ook zijn er heel veel winkels waar men chocoladeproducten verkoopt. En wij komen twee winkels tegen waar men alleen macarons verkoopt. Een macaron is een koekje en een bonbon in één. Het bestaat uit twee meringue koekjes, die verrijkt zijn met amandelen en een vulling tussen de koekjes. In zo'n winkel zie ik een heel lange vitrine met alleen maar macarons in allerlei diverse kleuren. Op een prijskaart zie ik dat 1 macaron 2,50 euro kost. Dat vind ik best wel veel geld voor zo'n "koekje".
Op het zuidelijkste punt van onze wandelroute brengen wij een bezoek aan het Begijnhof, het "Prinselijk Begijnhof Ten Wijngaarde". Dit is in de 13de eeuw ontstaan en was de plek waar alleenstaande vrouwen, die er een vroom en celibatair leven op na hielden, woonden en die "begijntjes" werden genoemd. Het Begijnhof wordt gekenmerkt door wit geschilderde huisjes. In huisje nummer 1 is een klein museum gevestigd. Ook is er de Begijnhofkerk Sint-Elisabeth, een eenvoudige kerk die wij ook nog even binnenlopen. Tegenwoordig wordt het Begijnhof bewoond door zusters van de Orde van Sint-Benedictus en alleenstaande Brugse vrouwen.
Wij zijn moe van het lopen, slenteren en struinen en beginnen de terugtocht naar de auto. Via andere straten lopen wij terug en komen zo ook nog door een stel winkelstraten. Het bezoek aan deze stad was bijzonder de moeite waard en dan hebben wij nog lang niet alles gezien. Het is een stad met een rijke historie.
Als wij terug zijn in Bredene nemen wij bij ijssalon Marco nog een heerlijk schepijsje.
Tegen 18.00 uur zijn wij weer thuis.
Vandaag gereden: 52 kilometer
Vandaag gelopen: 8 kilometer
Het weer: bewolkt, zon, tot 21 graden Celsius.
Geschreven door Menrbijtjes