Allereerst: hartelijk dank voor de leuke reacties op onze schrijfsels.
En denk niet dat ik onderstaande tekst helemaal nu heb zitten typen, een deel ervan (de uitleg van het park) had ik thuis al voorbereid.
Het ontbijt in het restaurant van het hotel in Manitou Springs is prima verzorgt.
Na het uitchecken bij het hotel rijden wij om 8.30 uur in westelijke richting. Als het ware rijden wij een stuk om de hoge berg Pikes Peak (4.301 meter hoog) heen. Tijdens een eerdere reis zijn wij eens met een dieseltandradtrein naar de top van deze berg geweest. Dat was toen erg leuk om te doen.
In het plaatsje Woodland Park tanken wij de auto vol en halen bij een Starbucks bekers koffie.
Even verderop, net buiten deze plaats, zien wij een paar groepen herten in het landschap, er staan er zelfs een paar in de wegberm te grazen.
Vandaag ligt op onze route het plaatsje Florissant, maar voordat wij daar zijn, brengen wij na circa 30 mijl vanaf Manitou Springs een bezoek aan het Florissant Fossil Beds National Monument, dat een stukje ten zuiden van deze plaats ligt.
Dit bijzondere stukje natuur staat bekend als één van ’s werelds rijkste vindplaatsen van fossielen en wordt beheerd door de National Park Service.
Aan de vlaggenmast voor het bezoekerscentrum van het park hangt de vlag halfstok, dit zal wel te maken hebben met de datum van vandaag, het is namelijk 11 september, oftewel 9/11 (in Engels: nine eleven), en dan worden de aanslagen op de VS 17 jaar geleden herdacht.
Binnen kopen wij bij een parkranger een "America the Beautiful Pass", een pasje dat een jaar lang geldig is voor een personenauto met inzittenden en waarmee wij in meer nationale parken en monumenten, die wij tijdens onze reis gaan bezoeken, verder geen toegang meer hoeven te betalen. Dit is voor ons voordeliger, dan bij ieder park apart de entree te betalen.
In het bezoekerscentrum kijken wij een korte film, die uitleg geeft over het ontstaan van deze “fossil beds” (14 minuten durende “Shadows of the Past”-video). Miljoenen jaren geleden groeiden er op deze plek enorme mammoetbomen, de sequoia’s. Familie van deze woudreuzen zijn wij tijdens onze eerdere reizen wel tegengekomen in de bossen van de staten Californië en Oregon. Deze bomen kunnen hoger worden dan 90 meter en zijn soms wel ouder dan 2.500 jaar.
De sequoia’s van dit Florissantpark hadden echter geen goede standplaats gekozen, want zij werden 34 miljoen jaar geleden bij de uitbarsting van een naburige vulkaan onder een modderstroom bedolven. Terwijl de toppen van deze bomen, die boven de modderlawine uitstaken, dood gingen en verrotten, bleef het gedeelte in de modder bewaard en veranderde door allerlei chemische processen in de loop van vele jaren tot steen. Die modder is door de eeuwen heen weggeërodeerd en daardoor kan men in het park nu prachtig versteende boomstronken bewonderen.
Een tweede modderstroom heeft later een dam gevormd, waarachter een heel groot meer ontstond. Op het wateroppervlak van dit meer vormde zich een dunne, plakkerige laag van afgestorven kiezelwieren, waarin heel veel bladeren, insecten en andere dieren verstrikt raakten. Samen met de plantenresten en kiezelwieren zonken de beestjes uiteindelijk naar de bodem van het meer. Daar hoopten ze zich op samen met klei en vulkanische as tot een steeds dikker wordende laag van sedimenten. Door de steeds toenemende druk werden de losse deeltjes van deze sedimenten uiteindelijk tot een compact geheel samengeperst. Het gesteente, dat hierdoor ontstond, noemt men schalie. Heel bijzonder aan de schalie in Florissant is, dat de beestjes en plantenresten die met de kiezelwieren naar de bodem van het meer waren gezonken, heel goed bewaard zijn gebleven. Sommige fossielen zijn bijzonder goed gedetailleerd. In het bezoekerscentrum worden er een aantal tentoongesteld, die wij bekijken.
In het park zijn meerdere wandelpaden uitgezet, wij lopen de 1,6 kilometer lange Petrified Forest Loop Trail, een wandelpad dat ons naar de mooiste en grootste versteende boomstronken in het park brengt. Om sommige stronken heeft men metalen banden gespannen, dit is tegen het uit elkaar vallen. Ook doen wij nog een stuk van de Geologic Trail, waarbij wij de weg moeten oversteken en bij een groep granieten rotsen komen, waar een houten brug ons over de Grape Creek leidt. Veel water stroomt er nu niet in.
Het is prachtig weer, 18 graden Celsius, en wij lopen in de volle zon. Op meerdere plekken bloeien planten in fraaie kleuren. Het is genieten zo in de natuur.
Als wij terug zijn bij de auto, rijden wij naar een vlakbij gelegen ander plekje binnen dit nationale park, namelijk de Hornbek Homestead. Een bewaard gebleven ranch met huis en schuren, die toebehoord heeft aan Adeline Hornbek en haar 4 kinderen (is gebouwd in 1878). Altijd weer interessant om te zien hoe men vroeger gewoond heeft. Er is een parkranger aanwezig die van alles uitlegt over de ranch en buiten is een grote groep vrijwilligers bezig met een constructie te bouwen, waardoor het huis toegankelijk wordt voor rolstoelgebruikers. Natuurlijk krijgen wij de vraag waar wij vandaan komen en als wij zeggen uit "The Netherlands in Europe", dan ontstaat er meteen een contact met een dame uit de groep, die uit Tsjechië afkomstig is en al vele jaren in de VS woont.
Als wij door het plaatsje Florissant komen, blijkt deze stip op de landkaart, anders dan de naam doet vermoeden, niet veel meer te zijn dan een piepklein plaatsje.
Op een hoek van de wegkruising met Highway 24 staat het Costello Street Coffee House, dat gehuisvest is in het historische McLaughlin House uit 1885. Dit huis is prachtig in de oude Victoriaanse stijl ingericht. Bij het vooronderzoek voor deze vakantie was ik dit adres al tegengekomen op het internet en nu past het mooi om hier om 12.45 uur te gaan lunchen. Men kan er ook ontbijten, en tijdens koffietijd kan men naast de koffie kiezen uit meerdere soorten heerlijk gebak.
Natuurlijk nemen wij koffie met ieder daarbij een panini gegrilde sandwich met de naam : "Chuckwagon", die belegd is met rosbief, gebakken ei, cheddar-kaas, tomaat, mayonaise en lichtjes is overstreken met knoflookolijfolie. Het is zo-lekker-dat-je-je-vingers-er-bij-opeet, jammie!
Na de lunch gaan wij Highway 24 op naar het westen, op weg naar onze volgende overnachtingsplaats Gunnison. Bij Antero Junction komen wij op Highway 285. Vlak voordat wij naar het zuiden afbuigen op een T-splitsing bij het plaatsje Johnson Village, draaien wij een zijweggetje op naar een uitkijkpunt, de Collegiate Peaks Overlook. Vanaf hier hebben wij een mooi uitzicht over de vallei van de Arkansas River en kijken uit op een bergrug met een aantal hoge pieken, de beroemde Collegiate Peaks. Deze behoren tot een deel van de Sawatch Range, die zo genoemd worden, omdat een aantal hoge bergen de namen dragen van vooraanstaande universiteiten, zoals: Mount Harvard 14.421 ft (4.396 m), Mount Princeton 14.204 ft (4.329 m), Mount Yale 14.200 ft (4.328 m) en Mount Oxford 14.160 ft (4.316 m). Deze meer dan 14.000 feet hoge bergen worden vanwege hun hoogte "Fourteener's" genoemd. Boven de bergen hangen dikke wolken en op de hellingen kleuren de espen geel.
Wij dachten er nog over om het spookstadje St. Elmo te bezoeken, maar daar zien wij van af. Het ligt net even te ver naast de route en zou te veel tijd vergen.
Even ten noorden van de plaats Poncha Springs gaan wij Highway 50 op naar het westen. Wij moeten over de hoge Rocky Mountains heen. De weg klimt behoorlijk, wij moeten de Monarch Pass over, deze ligt op 11.312 feet (3.448 meter) en dat is best hoog. Het is een prachtige route, op sommige plekken staan de espen met hun witte stammen in hun goudgele herfstgewaad.
Boven op de bergpas aangekomen, zetten wij de auto neer op de ruime parkeerplaats. Hier is een heel grote en rijk gesorteerde souvenirwinkel, de Monarch Crest Gift Shop. Naast erg mooie artikelen, zijn er binnen ook opgezette dieren uit de omgeving te bewonderen.
Het is in dit gebied best wel warm, zelfs hier boven op de bergtop is het nog 17 graden Celsius. Ik merk bij het lopen, dat de ijle lucht mij kortademig maakt.
Hier staan wij op de Continental Divide, de scheidingslijn, die van noord naar zuid over het hele Amerikaanse continent loopt en die bepaalt of het regenwater afvloeit naar de Atlantische Oceaan in het oosten, of naar de Grote Oceaan in het westen.
Er is een kabelbaantje waarmee men in de zomermaanden (tot 16 september) nog een paar honderd meter hoger kan komen, tot op de Monarch Ridge, waar vandaan er een weids uitzicht is over de Rocky's.
Tijdens het dalen gaat de weg door het glooiende voorgebergte van de Rocky Mountains en ook hier zien wij, dat sommige bomen op de hoger gelegen gebieden al herfstkleuren gaan aannemen. Vooral de verkleuring van het gebladerte van de espen en cottonwood-bomen van groen naar goudgeel is altijd prachtig om te zien, vooral als er grote aantallen bomen bij elkaar staan en een heel bos vormen.
Aan de oostkant van Gunnison ligt het hotel langs de doorgaande weg. Wij krijgen een kamer op de tweede verdieping, maar die geurt heel erg naar een spray, die de housekeeping gebruikt tegen nare luchtjes. Wij vragen een andere kamer. De receptioniste loopt met ons mee en toont ons twee andere kamers. Wij kiezen degene die het minst ruikt. Hier waren wij al eens in 2005 en het ziet er nog net zo uit als toen. Destijds was het een Best Western-hotel. Het is wel wat gedateerd en er staan massieve meubels, maar de kamers zijn ruim en van alle gemakken voorzien, bovendien is het er netjes en schoon.
Het is warm, wij vermaken ons een tijdje in het overdekte hotelzwembad. Na de goede lunch van tussen de middag hebben wij geen trek meer in een grote maaltijd, met een banaan en een handje pinda's redden wij het wel tot aan het ontbijt van morgen. En natuurlijk veel water drinken met deze warmte.
Om 19.00 uur is het nog 24 graden C, wij laten de kamerdeur tot laat open staan.
Wildlife: meerdere groepen herten
Het weer: zonnig, tot 28 graden Celsius
Vandaag gereden: 172 mijl
Hotel: The Inn at Tomichi Village
Geschreven door Menrbijtjes