Allereerst dank ik jullie hartelijk voor jullie reacties, dat waarderen wij zeer.
Toen wij nog thuis in NL waren, hadden Rina en ik het erover of ik weer een verslag zou gaan bijhouden. Ik zei toen dat ik korte verslagen zou gaan maken. Toen Rina het verslag van gisteren las, herinnerde zij mij daaraan en lachte. Tja, ik vind het leuk om te schrijven en beleef mijn vakantie dan intenser, bovendien, jullie als lezer moeten er ook wel iets aan hebben. Net zoals vandaag, met losse kreten over wat wij zoal bezichtigen, heb je niet veel. Ik kan wel schrijven: 'Wij hebben Romeinse graven bezocht', en het daar bij laten en dan zie je het wel op de foto's. Maar dat werkt zo niet voor mij.
Dus ook vandaag is zo'n dag, waarbij ik het verhaal echt niet kort kan houden.
Mocht je afhaken dan begrijp ik dat, maar lees je mee tot het einde, dan verdien je een pluim.
..
..
De zon schijnt, de hemel is blauw met witte wolkjes. Het belooft een mooie dag te worden en wij hebben weer zin om er op uit te trekken. Vandaag gaan wij in de omgeving van dit Moezellandschap wat oudheden opzoeken.
Vandaag rijden wij, vanuit ons huis gezien, naar het zuiden.
Na een korte rit van 4 kilometer door de bosrijke omgeving slaan wij van de weg af een parkeerterrein op. Vanaf hier kan men na een korte wandeling van een paar honderd meter 2 oude Romeinse grafkamers bezoeken. Deze liggen hoog in de wijnbergen boven het plaatsje Nehren. Het al in het jaar 634 vermelde Nehren behoort tot de oudste plaatsjes aan de Moezel. De graven getuigen nog van het Romeinse verleden. Vanuit Nehren zijn deze graven te voet te bereiken via de culturele route "Römergräber". Dat is dus klimmen tegen de berg op. Maar ze zijn dus ook te bereiken op de manier zoals wij dat nu doen.
Bij de graven aangekomen, zien ze er uit als 2 kleine huisjes met een puntdak, bestaande uit 2 verdiepingen. Ieder huisje heeft opzij een ingang, waardoor je op de 2de verdieping binnenkomt. Voor de huisjes loopt een lange trap tegen de schuine berghelling op. Archeologische opgravingen hebben hier plaatsgevonden en de graven zijn gerestaureerd.
In het rechter huisje, gezien vanaf de voorzijde, zit maar een halve vloer op de 2de verdieping. Als je van daaraf naar beneden kijkt naar de vloer van de eerste verdieping, is een liggende grafsteen te zien, die deels gehavend is en waar men op die plaats keien heeft neergelegd.
In het linker huisje staat aan de voorzijde van de 2de verdieping een zitbank van waar af men over het Moezeldal en de vele wijnvelden kan uitkijken. In het midden staat een hek, waarachter displays met informatie over de archeologische opgravingen staan.
Aan de voorzijde van het linker huisje zit in de benedenverdieping een dichte deur met een luikje, dat je kan openen en waar doorheen dan iets van originele wandschilderingen te zien moeten zijn. Echter als je het luikje opent, kijk je in een donker gat en zie je niets.
Terwijl wij daar staan te genieten van het prachtige uitzicht, vliegen er opeens met veel kabaal twee grote propellervliegtuigen over.
Terug bij de auto rijden wij van de berg af naar de oever van de Moezel en komen door het plaatsje Nehren.
Even verder, in het plaatsje Ediger-Eller, dat uit twee woonkernen bestaat, parkeren wij in Ediger de auto langs de weg bij een oude toren. Ook staat hier weer een meiboom. Langs de Moezel is hier een plaats waar camperaars hun campers mogen parkeren. Terwijl ik wat foto's maak van de omgeving, raakt Rina in gesprek met een ouder stel dat gaat wandelen in de bergen, zij hebben hun camper daar staan. Nordic walking stokken in de handen en rugzak met broodjes en wijn op de rug. Vrolijke mensen.
Aan de overkant van de straat staat een kapel uit 1666, de Kapelle "Maria Einsiedeln", en de deur is niet op slot. Wij gaan naar binnen, kijken en fotograferen. Het interieur ziet er prachtig uit.
Inmiddels hebben wij trek gekregen en even verderop in het stadje besluiten wij om bij restaurant Rathaus-Stübchen / Weingut Theisen te gaan lunchen. Op de eerste verdieping is een terras met uitzicht op de Moezel, dat helemaal overdekt is door druivenranken. Wij nemen ieder weer een Flammkuchen met iets te drinken erbij. Het smaakt ons voortreffelijk en het is een genot om hier te zitten.
Na de maaltijd lopen wij een stuk door de straten van Ediger. Ook hier staan veel vakwerkhuizen en op veel plekken lijkt het of de tijd heeft stilgestaan. Echt zo'n plek waar het leven langzaam gaat en waar technologie niet lijkt te bestaan. Je komt het wel meer tegen in plaatsjes langs een rivier, ook hier heeft iemand op een muur aangegeven hoe hoog en wanneer het water heeft gestaan tijdens overstromingen.
Er staat een fraaie kerk, de rooms-katholieke parochiekerk Sint Martinus. Wij lopen er even binnen. Achter de kerk ligt een prachtig onderhouden kerkhof.
Wij rijden verder langs de Moezel, die hier met een grote bocht door het berglandschap meandert.
(Ik heb een foto van het internet geleend, die deze slinger in de rivier mooi laat zien; rechts de stad Bremm en links aan de overkant van de rivier de ruïne van het klooster van Stuben, dat wij straks gaan bezoeken.)
Wij rijden door de stad Bremm, ook weer bekend door de wijnbouw.
Hier in de omgeving zijn de berghellingen erg steil. Zo zijn er op de berg Calmont met 378 meter hoogte en een hellingshoek van 65 graden, de steilste wijngaarden van Europa.
De hellingen zijn echt ongelooflijk steil en als je dan bedenkt dat men hier tegen op gaat om de druivenranken te verzorgen en in het najaar de druiven te plukken, dan heb ik diep respect voor deze telers.
Bij wijngaarden die langs de weg liggen, zien wij dan ook door motortjes aangedreven stoeltjes op een rail, net als bij een traplift, om de telers tegen de helling op naar boven te brengen.
Bij Bremm is een verkeersbrug naar de overkant van de Moezel naar de stad Neef. Aan de overkant gaan wij op zoek naar de ruïne van de kloosterkerk van Stuben. Het is even zoeken, maar wij vinden de weg er naar toe. De ruïne heeft een lengte van 45 meter en een breedte van ruim 10 meter.
Van 1137 tot 1788 was hier een groot Augustijnenklooster, een vrouwenklooster met maximaal 100 vrouwen.
Er hangen aan de muren grote geprinte afbeeldingen op zeildoek, die de afbeeldingen van de gebrandschilderde ramen weergeven, die ooit in de kerk hebben gezeten.
Men kan er niet in, er staan voor de open plekken dikke hekken.
In de ruïne staan grote parasols ingeklapt. De ruïne is namelijk gerestaureerd en in de zomer worden hier concerten gegeven. Ook kan men de ruïne privé afhuren voor een feestelijke gelegenheid.
Ook hier staan wij tussen de wijngaarden en op een perceel staan jonge druivenplanten in beschermende blauwe kokers.
Op de terugweg nemen wij in Ediger bij Eiscafé Dolomiti een heerlijke coupe ijs. Met dit lekkere weer is het fijn om in de schaduw van een prieeltje op het terras te zitten.
Op de heenweg zagen wij hem al staan langs de weg en nu kijken wij even bij een toren, de Lehmener Turm. Een overblijfsel van een kleine nederzetting die hier eens was.
Vandaag gereden: 41 kilometer.
Het weer: zonnig; temperatuur tot 23 graden C.
Geschreven door Menrbijtjes