Bij het opendoen van de gordijnen zie ik weer eens een blauwe hemel en volop zon. Hoera, dat ziet er goed uit!
Vandaag gaan wij weer op pad, wij willen iets van het prachtige natuurgebied de Harz gaan zien.
Op het programma staat de plaats Goslar. Wij gaan niet rechtstreeks, maar rijden via de plaats Clausthal-Zellerfeld.
In Clausthal-Zellerfeld staat namelijk de uit 1642 daterende, grootste uit hout gebouwde kerk van Duitsland, de 'Marktkirche zum Heiligen Geist' (Marktkerk van de Heilige Geest), en die willen wij graag bekijken.
Van ons huis naar de kerk is het circa 50 kilometer. Wij rijden lekker in het zonnetje door het glooiende landschap, zegt Rina opeens: 'Wat is dat daar een vreemde wolk.' Kijken wij opeens tegen een brede muur van mist aan, even later rijden wij daar middenin. Goh, is het nu wel verstandig om verder te gaan in de richting die wij willen?
Wij gaan toch door en rijden een hele tijd in een mistige omgeving, rijden een tunnel in en aan de andere zijde is er geen mist, is de hemel blauw met witte wolken. En dat houden wij gelukkig zo de gehele dag verder.
Clausthal-Zellerfeld is een mijnstad en een universiteitsstad. In de stad hebben veel huizen een kleur. De variatie in kleuren geeft de stad een vrolijke uitstraling. Er staan ook veel houten huizen.
De houten kerk die wij bezoeken is aan de buitenzijde blauw en van binnen wit. Binnenin de zaal van de kerk lopen aan de lange zijkanten galerijen. Afgezien van de dakbedekking is het gehele gebouw van hout opgetrokken. De kanselkuip wordt door een beeld van de profeet Mozes gedragen. De kerk heeft een indrukwekkend altaar met orgel.
Wat is dit een bijzonder en fraai gebouw!
In een winkelstraat in de buurt van de kerk drinken wij op een terrasje een kop koffie, lekker in het zonnetje. Daarna lopen wij nog een stukje door het stadje.
Dan gaan wij op weg naar de plaats Goslar, dat is nog 20 kilometer. Het landschap staat vol met uitgebreide bossen, in de lagere gebieden zijn loof- en gemengde bossen te vinden, terwijl in de Ober- en Hochharz sparrenbossen overheersen.
Tussen de altijd groene sparrenbomen staan echter ook bruine exemplaren. Niet zo maar een paar, nee hele bossen vol. Wat is hier aan de hand? In het Sauerland hebben wij ook wel wat aan bruine sparren gezien en was men deze aan het rooien, maar hier is het uitzonderlijk veel.
Het doet ons heel erg denken aan de bruine sparrenbomen, die wij wel in Noord-Amerika zagen tijdens onze reizen door dat continent, onder andere in de Rocky Mountains. Daar wordt het veroorzaakt door een kever, de 'mountain pine beetle', die in de bast van de boom leeft, daar zijn eitjes legt, zorgt voor een schimmel die de sapstroom in de boom belemmert, waardoor de boom geen vocht en voeding meer krijgt en afsterft. Zou dat hier ook zoiets zijn?
<< Na dit opgezocht te hebben: ja, dit is zoiets dergelijks, bovendien heeft het klimaat er mee te maken. Ik lees:
Lang niet alle gebieden worden echter door boomsterfte getroffen. In sommige delen, vooral rondom het Brocken-massief en op grote hoogte in de Harz, sterven fijnsparren op grote schaal af. Er ontstaan kale vlaktes, dode bomen hangen over de rand van de weg en zorgen voor een enigszins naargeestige stemming. Maar wie beter kijkt, ontdekt daaronder alweer nieuw groen ...
Extreme weersomstandigheden zoals storm en droogte hebben in de afgelopen jaren de bomen sterk beïnvloed. Zij zijn verzwakt en daardoor ontbreekt de natuurlijke veerkracht.
Oorzaak voor het afsterven van de sparren zijn de schorskevers die zich door de kanalen van de sparren vreten. Gezonde sparren gaan dit tegen met boomhars - een natuurlijk mechanisme dat echter vanwege de lang aanhoudende droogte en hitte van de afgelopen zomer niet meer functioneert.
Al een kleine hoeveelheid schorskevers kan genoeg zijn om de sparren te laten afsterven. Onder goede omstandigheden vermenigvuldigen ze zich massaal. Een wijfje kan in slechts een jaar al honderdduizenden nakomelingen voortbrengen. Niet alleen sparren worden echter door de bomensterfte getroffen. Zo komt het bij loofbomen als beuken en essen vooral in de zuidelijke Harz voor. Vanwege de klimaatstress zijn die tevens vatbaar voor ziektes en parasieten. >>
Om in Goslar te komen dalen wij een hele tijd van de bergen af, er zijn een paar grote haarspeldbochten in de weg, en wij komen alsmaar lager. Goslar is een behoorlijke stad, een mijnbouwstad en was een van de belangrijkste verblijfplaatsen van de Duitse keizers. Van het keizerlijke paleis (de Keizerpfalz van Goslar) zijn grote delen bewaard gebleven en vakkundig gerestaureerd. Daartoe behoort ook het hoofdgebouw van twee verdiepingen, dat met zijn 54 meter lengte en 18 meter breedte indertijd het grootste niet religieuze gebouw van Duitsland was. Straks, tijdens onze wandeling gaan wij bij dit gebouw kijken.
Het oude stadsdeel van Goslar is in 1992 uitgeroepen tot UNESCO-werelderfgoed.
In de binnenstad zijn de straten smal en veel hebben eenrichtingsverkeer. Onze TomTom weet de route goed te vinden.
In de oude binnenstad zetten wij de auto in een P-garage en als wij die uitlopen staan wij meteen in de winkelstraten. Het is er gezellig druk, wij zijn niet de enige toeristen. Ook hier weer vakwerkhuizen in allerlei soorten en maten, maar er zijn ook oude gebouwen die een totaal andere uitstraling hebben.
Zo bereiken wij de Marktplatz, een plein met in het midden de Marktbrunnen, een mooie fontein uit de 12e eeuw, die bekend is om de keizerlijke adelaar bovenop de fontein.
Aan de oostkant van de Marktplatz staat het Kämmereigebäude, aan de gevel bevindt zich de bekende bezienswaardigheid het Glocken- und Figurenspiel, dat 4 maal per dag een voorstelling geeft. Wij hebben het spelen hiervan niet meegemaakt.
Tevens staat er het gotische Kaiserworth, het rood-oranje kleurige gebouw stamt uit het einde van de 15e eeuw. Het wordt al ruim 200 jaar als hotel gebruikt.
Daarnaast staat het Rathaus (stadhuis) en dat stamt eveneens uit de 15e eeuw. In de eeuwen na de bouw is het meerdere keren verbouwd en uitgebouwd.
Verder zien wij rondom het plein veel restaurants en terrassen, die aardig in trek zijn met dit mooie weer. Omdat wij zin hebben om iets te eten, maken wij een rondje langs de terrassen, overal bieden de menukaarten complete maaltijden aan, nergens staat een broodje of tosti op de kaart.
Omdat wij daar geen zin in hebben, lopen wij een winkelstraat in en komen een bakkerswinkel tegen, 'Bäcker Wolf', die tevens 'Stadtcafé' is, waar onder andere belegde broodjes en iets te drinken te koop zijn. Er worden voor ons broodjes met kip warm gemaakt, wij nemen er een combinatie van warme chocolade met koffie bij en het is fijn er even te zitten.
Na dit lekkers wandelen wij verder door de stad en komen bij een grote kerk, de Marktkirche St. Cosmas und Damian. Deze kerk heeft twee hoge, totaal verschillende torens. Dit is ontstaan doordat de kerk in twee fases gebouwd is. Er werd begonnen met de bouw in de 12e eeuw, maar pas in de 14e is de bouw afgerond en toen had men een andere visie op de manier van bouwen.
Wij kijken binnen even rond. Een groep kinderen is iets aan het instuderen, waarbij een computer en groot beeldscherm worden gebuikt.
Verder lopend komen wij langs een op een kerk lijkend gebouw, maar iets heel anders blijkt te zijn, het Großes Heiliges Kreuz (Groot Heilig Kruis).
In 1254 werd het Grote Heilige Kruis opgericht als een instelling van gemeentelijk welzijn voor de armen. Hier vonden de behoeftigen, zieken en wezen, maar ook pelgrims en andere reizigers een nachtverblijf en kregen ze te eten.
Er staat op een bord op het trottoir dat het open is en wij gaan er binnen. Wij komen in een grote ruimte met een keienvloer en in één van de lange wanden zijn acht deuren die naar evenzoveel kamertjes leiden. De deurposten zijn laag, vroeger waren de mensen vast een stuk kleiner. In die kamertjes bieden lokale ambachtslieden zoals glas- en papierkunstenaars, pottenbakkers, goudsmeden, textielontwerpers en een borstelmaker hun zelfgemaakte goederen aan. Zoals ik ergens lees: 'In het Grote Heilige Kruis maak je kennis met een levendige workshopsfeer in een historische omgeving'.
In de tuin achter het gebouw blijkt nog een lange vakwerk aanbouw te zijn en opzij daarvan, in een apart gebouw, zit een glas- en houtstudio. Daar koopt Rina een klein houten ornamentje voor in de kerstboom.
Dan komen wij bij het voormalige keizerlijke paleis (de Keizerpfalz), waar ik hierboven al iets over schreef, de middeleeuwse verblijfplaats van de keizers van het Heilige Roomse Rijk. Het huidige paleis werd tussen 1040 en 1050 gebouwd. In 1289 brandde het gebouw volledig af en werd het daarna hersteld. In de volgende eeuwen werd het maar spaarzaam gebruikt en verviel het langzaam tot een ruïne. Tussen 1868 en 1875 werd het gerestaureerd. Nu is het een museum.
Wij lopen er omheen en vanuit de hoger gelegen achtertuin is er nog een fraai uitzicht over een stukje van Goslar.
Terug lopend komen wij bij de rivier de Abzucht, een smalle stroom waaraan zich vroeger vele watermolens bevonden. Wij volgen de rivier, kruisen die een aantal keer via bruggetjes en komen daarbij door een prachtig oud stukje Goslar.
Herhaaldelijk komen wij in het Harzgebied heksen tegen, ook hier in Goslar. Meestal afgebeeld als een oud lelijk vrouwtje met een kromme neus, een wrat in het gezicht en gezeten op een bezem. Zoals wij ze kennen uit sprookjes.
De afbeeldingen staan op wandelpadbordjes, op sommige ruiten en winkelgevels, als tekst verwerkt in winkelnamen, op flessen en etiketten, zelfs op de sleutelhanger van onze huissleutel. Als souvenirs zijn ze in allerlei soorten en formaten als sleutelhangers en poppen te koop, ook hier in de winkels.
Dit verschijnsel heeft te maken met een legende, want volgens deze zouden er eeuwen geleden heksen in de Harz hebben geleefd. Deze vrouwen zouden zich in de donkere wouden verschuilen om daar zwarte magie te bedrijven en regelmatig op de Brocken, de hoogste berg van de Harz, samenkomen voor heksenvergaderingen. Dit bijgeloof leidde in de 16e en 17e eeuw dan ook tot diverse heksenvervolgingen in dit gebied.
Als wij de belangrijke zaken in Goslar wel zo'n beetje gezien hebben, gaan wij terug naar Bad Sachsa. Wij moeten van het noorden in de Harz naar ons huis in het zuiden van dit berggebied. Daarbij komen wij door het hoger in het Harzgebied gelegen 'Nationale Park de Harz'. Het is ongelooflijk wat wij zien aan sterfte van sparrenbomen. Complete bossen zijn bruin, soms staan er alleen nog stammen met heel korte takken er aan, ook zijn er gebieden waar de kale boomstammen als lucifershoutjes zijn afgeknapt. Alsof er een grote explosie heeft plaatsgevonden en dat de stammen door de drukgolf zijn afgebroken.
Ook zien wij grote kale gebieden waar de bomen al zijn gerooid, of waar alleen nog de boomstronken zijn overgebleven. En dan de grote stapels gekapte stammen, die opgestapeld liggen te wachten op vervoer. En ook dit komen wij tegen in de vorm van grote vrachtwagens op de weg, die volgeladen zijn met stammen.
Het is echt bedroevend om te zien hoe de natuur is aangetast.
Terug thuis kijken wij terug op een erg geslaagde dag.
Vandaag hebben wij 123 kilometer gereden.
Het weer: zonnig, tot 16 graden Celsius.
Verblijf: bungalow in Landal Salztal Paradies van Landal GreenParks, in Bad Sachsa in het Harzgebergte.
Geschreven door Menrbijtjes