Vanuit het plaatsje La Verkin brengen wij vandaag en morgen een bezoek aan het Zion National Park. Voor degene die dit park niet kent, beschrijf ik, misschien wel iets te uitgebreid mezelf kennende, iets over de mogelijkheden om dit park te bezoeken. Volgens mij wordt daarmee ons verhaal iets begrijpelijker, maar het dagverslag wel iets langer dan gebruikelijk.
Het is namelijk goed te merken dat wij nu in de toeristische route zijn terechtgekomen, die de meeste bezoekers aan het zuidwesten van de VS afleggen.
De bedden slapen lekker, het ontbijt is prima verzorgd, ook dit is weer een goed hotel.
Zo heel erg vroeg zijn wij nu ook weer niet, want het is omstreeks 9 uur als wij wegrijden bij het hotel. Eerst kopen wij een belegde sandwich voor de lunch bij een grote supermarkt op de hoek van de straat.
Daarna rijden wij in de richting van het Zion National Park, dat op circa een half uur rijden ligt.
Vlak voor de westelijke entree van het park ligt de plaats Springdale, die hoofdzakelijk bestaat uit hotels, restaurants en winkels, die wel iets van doen hebben met buitensport.
Het Zion National Park is vooral een wandelpark, er zijn heel veel trails (wandelpaden) uitgezet. Het grootste deel van de bezoekers bezoekt de Zion Canyon (laten wij zeggen de hoofdcanyon), waar de Virgin River doorheen stroomt. Men bevindt zich dan op de bodem van de bergkloof en is omgeven door hoge rotswanden.
Vanwege de grote hoeveelheid bezoekers is er jaren geleden al een shuttlebussysteem opgezet voor de zomermaanden, waarbij de bezoekers hun auto's aan het begin van het park op een groot parkeerterrein moeten zetten (vlakbij het bezoekerscentrum) en als zij de kloof in willen, kunnen zij dat doen wandelend, per fiets, of met de shuttlebus. Deze bus is trouwens gratis, stopt op negen punten in de kloof, doet daar ruim een half uur over (enkele reis, en gaat dan weer terug alle haltes langs) en rijdt iedere 8 minuten. Een prima systeem. Maar … het bezoekersaantal is zo drastisch toegenomen, dat het park de stroom toeristen niet meer ordentelijk kan verwerken. Dat geldt trouwens voor meer nationale parken.
Zo rijdt er ook al weer een tijdje een gratis shuttlebus van het park door Springdale, zodat de mensen die in de hotels aldaar verblijven, hun auto bij het hotel kunnen laten staan en de bus kunnen nemen het park in.
Toch blijkt dat nog niet genoeg te zijn, want er zijn in Springdale ook al steeds meer parkeerterreinen bijgekomen. En sinds april dit jaar (2018) zijn ze ook niet meer kosteloos.
Als wij door Springdale rijden om circa 10 uur, staan er al borden langs de weg dat de parkeerterreinen in het park vol zijn, en of de bezoekers voor het park maar in Springdale willen parkeren. Je moet dus wel heel vroeg zijn, wil je in het park kunnen parkeren. Eigenlijk is dit van de gekke.
Omdat de doorgaande weg Highway 9 van west naar oost ook door het park loopt, kan men niet alle auto's tegenhouden en terugsturen naar Springdale.
Wij laten aan de parkranger bij de entree van het park onze Amerikaanse parkenpas zien, krijgen de parkfolder en mogen doorrijden. Nieuwsgierig als wij zijn, rijden wij toch even het parkeerterrein op om te zien of het echt vol is, en ja hoor, er rijden meerdere auto's rondjes op zoek naar een plekje, maar er zijn er geen vrij.
Voor ons niet zo'n probleem, want wij hebben andere plannen en willen vandaag niet de hoofdcanyon in.
Een aantal wandelpaden in de hoofdcanyon lopen vanaf de bodem de hoogte in. Sommige gaan zo hoog en langs diepe afgronden, dat dat voor mij met mijn hoogtevrees geen optie is. In deze kloof zijn ook een paar niet al te heftige wandelingen te maken en daarvan hebben wij er bij vorige bezoeken al een aantal gedaan.
Het park is echter veel groter dan alleen de Zion Canyon. Daarom heb ik een paar wandelingen op het internet uitgezocht in de wat vlakkere gebieden aan de oostzijde van het park. Deze wandelingen staan echter niet op de parkplattegrond, het zal daar dan ook rustiger zijn.
Wij rijden via de doorgaande weg verder het park in, rijden over de kruising (Canyon Junction) langs de afslag naar de hierboven genoemde drukke hoofdcanyon (met de Zion Canyon Scenic Drive) en zien een stuk verderop een plekje op een parkeerstrook langs de weg. Gauw zet ik de auto neer, want het is druk en er zijn meer kapers op de kust.
Vlakbij is een leuke, korte wandeling te maken en die gaan wij doen. Dit is de Lower Pine Creek Trail. De start van de wandeling begint in de eerste haarspeldbocht bij de brug over de beek, voordat de weg de hoogte in gaat naar de Zion-Mount Carmel Tunnel.
Tijdens deze wandeling bevinden wij ons tussen hoge rotswanden en lopen op de bodem van de Pine Creek Canyon. Er groeit woestijnvegetatie, maar er staan ook bomen. Er stroomt een beekje, dat hier en daar over de rotsachtige bodem kleine watervalletjes vormt. Het pad is zanderig en op veel plaatsen liggen er kleine en grote keien, maar ook nog grotere keien en rotsblokken. Als wij verder lopen, kunnen wij eigenlijk niet verder, want dan moet je door het beekje heen. Veel mensen houden het hier voor gezien en keren om. Maar in het beekje liggen een aantal stapstenen en zo komen wij aan de overkant er van. Vanaf hier is er geen pad meer en als wij verder willen, moeten wij over de rotsblokken klimmen. Hier komen wij een ander stel tegen, dat ons meldt dat er nog even verder te klauteren is, en dat je dan echt niet verder meer kan zonder natte voeten te krijgen. Zo klauteren wij verder en helpen elkaar om over de rotsblokken heen te kunnen. Heel avontuurlijk en wij hebben samen de grootste lol. Op het einde is het beekje een diepe en brede stroom water, er is een watervalletje, maar dat heeft niet veel om het lijf. Wij keren om en lopen en klauteren de route terug. Tijdens deze wandeling van een klein uurtje zijn wij maar 6 mensen tegengekomen. Heerlijk rustig dus.
Terug bij de auto rijden wij verder het park door naar het oosten. De Highway 9, hier genaamd de Zion-Mount Carmel Highway, kronkelt zich met een aantal haarspeldbochten tegen de bergen op omhoog. De uitzichten zijn prachtig. Wij passeren eerst de 1,7 kilometer lange Zion-Mount Carmel Tunnel en daarna nog een kortere tunnel. Grote voertuigen, zoals bussen en campers, die boven een bepaald formaat zijn, moeten bij de entree van het park een speciale permit kopen, om door de tunnel te mogen. De tunnel heeft de breedte van een tweebaansweg, maar het tunneldak is gekromd en daardoor is de hoogte niet over de volle breedte toereikend voor hoge voertuigen. Voor grotere voertuigen wordt het verkeer aan beide zijden van de tunnel stil gezet (er zijn rangerposten en slagbomen) en dan moet het grotere voertuig door het midden van de tunnel naar de andere zijde rijden. Dit kan dus oponthoud geven.
In het ruige landschap aan deze kant van het park overheerst niet alleen de kleur rood van de rotsen, er is ook veel wit/crème of heeft een tussenkleur.
Langs de weg zijn her en der korte parkeerstroken en als wij de auto even neergezet hebben en rond die plek even een korte wandeling maken om van de natuur te genieten, zien wij in de verte, bovenop een rotspunt onder ons een stel Desert Bighorn Sheep liggen, en niet ver daar vandaan nog een stel in het zand, in de schaduw van een stel bomen. Zo te zien houden ze siësta, want veel beweging zit er niet in.
Weer een stuk verderop had ik een wandeling uitgezocht, die leidt naar een stelletje oude rotstekeningen (petroglyphs), ooit aangebracht door de vroegere bewoners van deze streek, de Anasazi Indians. Op de aangewezen parkeerstrook voor circa 5 auto's is gelukkig nog een plekje voor de onze. Er is geen wandelpad en ik had al gelezen, dat het even moeite zou kosten om naar beneden af te dalen in deze Petroglyph Canyon, maar het lukt ons zonder al te veel gevaar. Wij lopen door een droge rivierbedding, gaan via een tunnel onder de weg door, lopen alweer door een prachtig stuk natuur en komen na een tijdje bij een paar door de National Park Service neergezette informatiebordjes. En daar zien wij deze oude “rock art”. Er staat een houten hekje voor om de panelen enigszins te beschermen. Wij maken een stelletje foto's. In de loop der tijd zijn veel tekeningen onduidelijk geworden, of door erosie van de rots vergaan. Wij zijn blij dat wij deze wandeling hebben ontdekt op het internet en de tekeningen hebben kunnen vinden. Op de terugweg komen wij een groepje van 8 mensen tegen, vermoedelijk een reisbegeleider met zijn reisgroepje.
Terug in de auto en nog weer een stuk oostelijker, zien wij op een rots voor ons een heel stel Desert Bighorn Sheep lopen. Even verderop kan ik de auto even veilig langs de weg zetten en wij observeren deze dieren een tijdje. Inmiddels hebben meer mensen dit ontdekt, dus op een gegeven moment staan overal auto's stil op de weg en mensen die filmen en fotograferen. Prachtig hoe die dieren zich op hun ranke poten op de steile rotswanden kunnen bewegen.
Nog een stuk oostelijker staat de berg met de naam Checkerboard Mesa (berg met schaakbordpatroon). Zo genoemd vanwege het ruitpatroon op de berg, dat ontstaan is door erosie. Er is een parkeerterreintje, zodat men van het uitzicht kan genieten (Checkerboard Mesa Viewpoint). Wij zetten de auto er neer en lopen naar deze berg toe, en wij maken een korte wandeling aan de westelijke zijkant er van. Fijn hoor, om je zo lekker rustig in de natuur te bewegen. Wij komen maar 1 ander stel tegen.
In dit gebied liggen ook een stel hoodoos (rotspilaren) tegen een steile heuvel op en die zetten wij ook nog even op de foto. Het is wel even klimmen en klauteren om er bij te komen, maar dan heb je ook wat.
Inmiddels is het al een eind in de middag en rijden wij dezelfde weg weer terug, en als wij bij het grote parkeerterrein aan het begin van het park komen, zijn er nu wel parkeerplaatsen vrij.
Wij zetten de auto neer en lopen naar het bezoekerscentrum. Daar maken wij gebruik van het toilet en vragen hoe de weersverwachting is voor morgen, want dan is het plan om hier terug te komen, om dan wel bij het bezoekerscentrum te parkeren en met de bus het park in te gaan, om een wel heel speciale wandeling te gaan maken. Volgens de jonge vrouwelijke parkranger die ons te woord staat, is het morgen absoluut een prachtige dag om die wandeling te gaan maken. Willen wij een plek op het grote parkeerterrein hebben, dan moeten wij er wel voor een uur of acht zijn, raadt zij ons aan. Oké, dan zorgen wij daarvoor, want die wandeling willen wij wel eens ervaren.
Bij het teruglopen naar het parkeerterrein zien wij een muildierhert staan grazen in het plantsoen tussen de auto's.
Als wij het park aan de westkant uitgereden zijn, komen wij dus weer in de plaats Springdale. Bij een vorig bezoek hebben wij hier lekker gegeten bij het Spotted Dog Cafe. Het lijkt ons een goed idee, om dat nu weer te doen, het loopt inmiddels tegen 5 uur, dan eten wij bijtijds.
Het restaurant heeft een eigen parkeerterrein, dus daar kunnen wij makkelijk gratis parkeren. Om 5 uur gaat het restaurant open, wij wachten samen met nog een paar mensen tot het zover is. Wij kunnen kiezen tussen binnen of buiten, wij kiezen voor het terras. Wij eten er een heerlijke maaltijd. Rina een goed gevulde salade en ik een bord spaghetti met gehaktballen in tomatensaus. Het smaakt jammie!
Daarna rijden wij terug naar La Verkin, tanken de auto vast weer vol en komen moe “thuis”.
Wij duiken dan ook op tijd ons bed in, want morgen zullen wij vroeg uit de veren moeten. Lees daarover in het volgende verslag.
Wildlife: hagedisjes, meerdere kuddes desert bighorn sheep
Het weer: zonnig, tot 32 graden Celsius
Vandaag gereden: 66 mijl
Hotel: Best Western Plus Zion West Hotel
Geschreven door Menrbijtjes