Ik vlieg op donderdag avond naar Florance om volgens traditie een aantal dagen in Italië door te brengen met mijn ouders. De camper is inmiddels af, pap heeft er een meesterwerk van gemaakt en speciaal voor mij een extra bedje ingebouwd.
We bezoeken de regio Umbrië. Umbrië staat bekend om de groene heuvels en telt vele mooie dorpjes. Vanaf florance is het ongeveer 1,5 uur rijden naar de grote stad Perugia. Deze stad ligt boven op een heuvel, veel klimmen en trappertjes dus. Bij aankomst moeten we eerst nog een buitje in de camper afwachten. Na de lunch bij Il Bacio schijnt de zon en verkennen we de stad. We lopen over het aquaduct tussen de gekleurde huisjes wat een prachtig gezicht geeft. We scoren de bekende al bucio chocolaatjes, dit is een fenomeen hier en ieder chocolaatje is apart verpakt en heeft een kleine boodschap vanbinnen.
Einde middag nemen we plaatst op een terras met een prachtig uitzicht voor een aperitief.
We checken de camper in op de farmhouse, een boerderij met een aantal camperplekken met zicht op het groene dal. De douche bleek een hel dus het wordt maar 1 nachtje hier.
We dineren op aanraden van de farmhouse eigenaresse bij restaurant La Luna, heerlijk traditioneel, het hele dorp leek te zijn uitgerukt. Bij terugkomst was het mooiste camperplekje alweer ingepikt door een andere camper, bammer..
We rijden door naar Assisi en zetten onze camper alvast op de camping, op loopafstand van de stad. Via een looppad, langs olijfvelden én met mooi uitzicht. Op het grote plein starten we met cappuccino, het is prachtig weer dus goed vertoeven in de zon. We lunchen bij restaurant lantarn, in een klein steegje, helemaal kneuterig. Voor het eerst zag ik de crespelle (gevulde pannenkoekjes) op de menukaart staan. Deze moesten we dus wel proberen, gevuld met Champions en truffel. In deze streek komen veel truffels voor, en deze zijn op allerlei manieren in het eten verwerkt. We lopen naar het kasteel Rocca maggiore hoog boven de stad. Via kleine straatjes en trappertjes met steeds zicht op de stad. Vanaf boven kunnen we de basiliek van Franciscus zien. Op de terugweg stuitte we op een schattig tuintje waar we nog eens neerstrijken in de zon. Even bijkomen voordat we de basiliek bezoeken, van binnen en buiten erg indrukwekkend. Op het gras dommelen we nog wat voordat we via de leuke straatjes en doorkijkjes weer naar het grote plein lopen voor onze aperitiefjes.
‘S avonds rijden we naar de pizzeria van green village, overdag bekend om de enorme planken vlees/kaas voor lunch en s avonds is de pizzeria bij de locals enorm in trek. Wij Nederlanders vonden de massale vreetschuur met TL verlichting wat minder, wel goed eten en ook weer een ervaring rijker..
Het volgende dorpje op ons verlanglijstje is Spello, te schattig en helemaal vol met bloemen. We willen eigelijk overal de hele tijd foto’s van maken en we zijn niet de enige. Via de stadspoort komen we het dorp binnen en we lopen door het dorp naar porta Venere, de poort met 2 grote torens. Vanuit hier kunnen we Assisi zien liggen. We lunchen op een terras, het is ook een winkel die wijn en olijfolie verkoopt. We bestellen parmagiana en bruscettas met olie uit deze streek. De olijfolie heeft verschillende prijzen geworden en de New York times heeft er een heel artikel aan gewijd, deze slaan we natuurlijk in voor thuis. We rijden door naar Spoleto, we parken de camper op een groot parkeerterrein waar we vanavond ook blijven slapen. Best spannend maar we verkiezen een fijn diner in de stad boven een camping meer dan 30 km verderop. De roltrappen brengen ons naar verschillende verdiepingen, Spoleta ligt hoog op een heuvel. We starten helemaal bovenin, het laatste stukje zelfs met de lift. Hier staat een groot kasteel, maar dit is ook lang een gevangenis geweest en natuurlijk hier mooi uitzicht over de bekende kerk van Spoleto. Het is even zoeken voor we door hebben hoe Spoleto is onderverdeeld en hoe we van de ene naar de andere plek komen, de verdiepingen zijn namelijk met de roltrap of via smalle straatjes en trappertjes te bereiken. We halen een pistache ijsje bij gelateria omdat hier het lekkerste pistache ijs wordt gemaakt. Via de straatjes lopen we naar het amfitheater en drinken we een aperitief op het grote plein. We reserveren alvast een tafel bij Osteria del matto (vertaling: de gek). De zaak wordt gerunt door een vent die dus ook echt een beetje gek is maar er wel voor zorgt dat we een hele bijzondere avond uit zijn. We eten wat de pot schaft, zoveel gangen dat we de tel kwijt zijn. Alle gasten krijgen tegelijk de volgende gang, de gasten die later arriveren krijgen de eerdere gangen allemaal sneller of tegelijk op tafel. De gek zorgt er ook voor dat we interactie krijgen met de andere gasten in de Osteria en zelfs in het Engels. Wij hebben echt genoten!
Wakker worden op het parkeerterrein, toch wel voor herhaling vatbaar, er stonden nog meer campers dus dat gaf wel een fijn gevoel. We ontbijten op het terras op plaza gibralta?? We hebben nog een paar uur voordat ik weer terug naar huis vlieg. We bezoeken Castiglione del Lago, een dorpje aan het Lago trasimeno. Het is een klein dorpje met veel delicatesse zaakjes waar veel granen, bonen en worsten worden verkocht. De worsten hebben allemaal rare namen zoals de ballen van opa. De tijd dringt dus we bestellen lekkere broodjes mortadella en kaas bij een klein zaakje en eten uit het knuistje op het kleine plein. Het waren 3,5 heerlijke dagen! Heel erg bedankt Pap en mam!❤️
Geschreven door Ljupriannes.reisverhalen