We besluiten toch naar de Amalfi kust te gaan, de weerberichten zijn goed op 1 dag na. Het is 5 uur rijden naar Sorrento, de stad van de citroenen en natuurlijk de limoncello. We zijn net op tijd voor de lunch, deze bestellen we op het grote plein in de zon. Bij de haven zien we grote steigers in zee waarop mensen liggen te zonnen, heel jaloersmakend. Het centrum van Sorrento bestaat uit een aantal straten vol met winkels waarin ze alles verkopen wat met citroenen te maken heeft. We zoeken een proeflokaal ( I Giardini di Cataldo )op, iets buiten het toeristen centrum waar we de limoncello kunnen proeven en kopen. De limoncello wordt daar ook gemaakt en in de tuin kunnen we onder de citroenbomen door lopen. Naast de bekende limoncello maken ze ook limoncello met mandarijn en sinaasappel en van drop. We moeten verder want het appartement wat we gehuurd hebben ligt op 1 uur rijden van Sorrento. Dit blijkt later best een avontuur met hele smalle weggetjes, veel bochten en capriolen van Italianen achter het stuur. Ons appartement is via een heel smal weggetje te bereiken, gelukkig krijgen we hulp van een local. In het kleine centrum van Bomerano kopen we ons avondeten bij mini winkels want een supermarkt hebben ze hier niet. Daardoor hebben we wel vers gesneden proscuitto voor onze pasta. Tijdens het koken klopt onze host op de deur, te schattig, haar moeder heeft voor ons een “welkomst” taart gebakken en hij is nog helemaal warm.
Zoals voorspeld was het noodweer, hoe erg het was kwamen wij pas achter aan het eind van de middag. We reden naar svapo chaupeau, een tip van onze host. Het was zulk slecht weer dat we 45 min voor de deur hebben gewacht in de hoop dat het noodweer zou afnemen. Inmiddels hadden we door de straten kunnen kanoën, zoveel water. We besluiten toch een sprintje te trekken, gelukkig. Omdat het buiten het seizoen is heeft de beste borst geen open flessen om van te proeven. Hij vraagt ons via Google translate waar we van houden, we kiezen voor een stevige witte wijn uit de streek. Bij iedere wijnfles die hij opent zet hij zijn zwarte hoge goed op. We nemen een snif en we zijn om. Later bleek dat hij ons wel 1 van de betere wijnen moest later proeven omdat hij ze niet allemaal kan openmaken. Hij had meteen de jackpot. Hij verteld ons (in het Italiaans via Google translate) over de wijn, er zijn maar 600 flessen geproduceerd en 2016 was een erg goed jaar. Hij verteld trots dat hij 20 flessen op voorraad heeft en toen hij erachter kwam dat we de flessen graag wilde kopen schrok hij zichtbaar. Hij blijkt een sommelier en een echte verzamelaar en wil de flessen houden omdat ze na een aantal jaar meer waard worden. Het lukt ons om er toch 2 af te troggelen. We gaan over op rood, bij de eerste snif dacht ik dat de fles niet goed was, hij rook een beetje chemisch. Maar we moeten de wijn goed walsen en dan komen de geuren pas goed vrij “de wijn moet bevrijd worden uit de fles en komt dan tot leven... kortom, het was allemaal weer enig.
Strakblauwe hemel de volgende dag, wij lopen het pad van de goden. Een bekende hike vanaf het plaatsje Bomerano naar Positano. Ons appartement zit op een paar 100 meter van de start, ideaal. We lopen langs de kust en hebben steeds uitzicht op zee en op de dorpjes onder aan de klif. Het pad van de goden loopt officieel tot Nocelle, waar we een vers geperst sapje drinken. Vanuit daar zijn er 2 routes naar Positano, wij kiezen ervoor om via Montepertuso naar Positano en skippen daarmee de beruchte trappen van 1500 treden naar beneden. Alsnog moesten wij heel wat trappen afdalen om in Positano te komen maar met een lunch stop onderweg en dat uitzicht was het goed te doen. Het was bloedheet en we hebben de rest van de middag op het strand gelegen, met achter ons al die prachtige gekleurde huisjes. Om 6 uur pakken we de boot naar Amalfi, we varen een heel stuk langs de kust en het was zo mooi om vanaf het water langs de dorpjes te varen. In Amalfi struinen we nog wat en eten we pasta op het plein. De bus terug naar Bomerano was even afzien, wat een slingerwegen hier!
‘S ochtends kleurt onze kamer oranje van de zonsopkomst. We hebben een fijn balkon voor een bakkie in de zon. We rijden naar Ravello, deze stad ligt niet aan zee maar hoog in de heuvels en staat daarom bekend om de mooie uitzichten. We bezoeken Villa Rufolo, deze staat bekend om z’n tuin met prachtig uitzicht. Via een slingerweg rijden we weer naar beneden, zulke smalle wegen en haarspeldbochten + de Italiaanse maniakken op de weg maakt het echt een uitdaging om zonder kleerscheuren van a naar b te komen. We lunchen bij restaurant Kasai, ergens voor fraiano met uitzicht op zee. De siësta doen we op het strandje Calla della Gavitela. Ook weer bereikbaar via heel veel trappertjes en door smalle steegjes. Het water is kraakhelder, we hebben uitzicht op Positano en de zon blijft daar tot hij onder gaat. Op de terugweg halen we boodschappen zodat we in ons appartement kunnen koken, de basilicum hebben we onderweg gevraagd aan een oud mannetje die een hele bos in z’n handen had in z’n eigen tuintje. We kregen er ook nog een hand cherry tomaten bij, te lief.
10 oktober, Ljupco is jarig! Een taartje op het balkon in de zon. We verkassen naar een hotel aan zee in Maiori, dit ligt ook nog aan de Amalfie kust. We mogen om 11 uur al inchecken, heel gunstig. We hebben een kamer met uitzicht op zee! We liggen de hele dag op het strand. S avonds eten we bij Casa Mancina, dit restaurant wordt gerunt door 2 broers en het eten is bizar. Ljup besteld het voorgerecht met allemaal verschillende rauwe vis. Als toetje hebben de koks een verjaardagstaart gemaakt.
Geschreven door Ljupriannes.reisverhalen