Dag 19, dinsdag 22 april, Macreddin - Dublin (waterval en Powerscourt Estate)
We nemen heel hartelijk afscheid van de eigenaren en dochter van de B&B. Vreselijk aardige en betrokken mensen. We hadden met hen gesproken over de vergelijking tussen ‘Beyond the Trees’ waar we gisteren waren en het hotel in Chili ‘Huilohuilo’ waar we een paar jaar geleden waren. Een hotel wat ook tussen en van bomen gemaakt is en wat dezelfde vorm heeft. We hebben foto’s hiervan laten zien. Ze werden enthousiast. Ook hun dochter werd erbij geroepen, want haar dochter gaat naar Chili.
De dag moet vandaag een beetje logisch ingevuld worden, want na 15:00 uur kunnen we in het volgende hotel inchecken en voor 17:00 uur moet de auto terug zijn bij de verhuurder.
De eerste stop onderweg naar Dublin wordt ‘Powerscourt Waterfall and Gardens’ op ruim 40 minuten rijden. Het is de hoogste waterval van Ierland. Het blijkt een soort park te zijn waar je kan picknicken en bbq’en met het geluid van de waterval op de achtergrond. Het geheel is omgeven door bergen. Niet zo hoog. Iets hoger dan de waterval en die is 121 meter en stelt geen ene m..r voor. We krijgen als ‘seniors’ de man een euro korting. Kassa! We lopen naar de waterval om te zien of het geen VR is. Hij blijkt echt. We zijn waarschijnlijk de eersten die het strijdperk weer verlaten. We zijn té verwend!
Omdat het nog niet regent (pas na 14:00 uur volgens de weersverwachting) stoppen we bij ‘Powerscourt Estate’ (we rijden er toevallig net langs). Een groot Iers landhuis van een of andere rijke stinkerd uit vroeger tijden met een enorme tuin. Zoiets als Paleis het Loo. Ook hier een waanzinnige ‘senior’-korting die ze in het restaurant 10-voudig terugpakken: Twee stokbroodjes (20 cm) belegd met brie en rauwe ham en dan ff in de oven, plus een cappuccino en een cafe latte samen voor € 29,90.
Voor een goedkope vakantie hoef je niet naar Ierland. We hadden van tevoren al begrepen dat alles gemiddeld 15% duurder zou zijn dan in Nederland. Nou dat klopt en soms zelfs meer. De grote uitzondering daarop is tanken. Een liter benzine kost tussen de € 1,67 en € 1,75. Diesel is over het algemeen een paar cent goedkoper of gelijk aan benzine.
Het landhuis zelf is niet toegankelijk, maar er zijn voldoende ruimtes waarin je souvenirs en ander spul wat je niet nodig hebt kunt kopen. De tuin is wel weer mooi. Met name de Japanse tuin is heel leuk en smaakvol aangelegd en het meeste ervan staat nog in bloei. Er is een grote vijver met fontein en een kleine vijver. Een kerkhof voor huisdieren compleet met grafstenen. Het oudste graf, wat ik zag, was van een Chow-Chow uit 1912. In totaal waren er ongeveer 26 graven. Een aparte tuin voor de eenjarige bloemen en dat was wel een feestje om te zien.
Met onze buiken vol met het dure stokbrood rijden we daarna naar Dublin. Ik verwacht een drukke heksenketel van verkeer, maar dat valt mee. Weliswaar drukker dan de plaatsen waar we steeds verbleven, maar je bent hier dan ook in de hoofdstad. We gaan eerst naar het hotel om de bagage te dumpen. Het hotel ademt een luxe sfeer uit. De reservering klopt en we krijgen een kamer op 5 hoog in een groot pand. Niet al te grote kamer, maar wijzelf samen met 2 koffers en 2 rugzakken passen er ruim in. Soms heb je ook wel eens een kamer waarbij je moet kiezen wie er eerst ingaat, de koffer of jij. Maar we hebben deze reis af en toe ook ruime kamers gehad.
We zetten de bagage in de kamer en rijden naar de autoverhuurder. Het inleveren gaat simpel. We hebben 2780 km gereden. Hertz verzorgt geen shuttle om ons terug naar het hotel te brengen. Daarom nemen we een taxi terug naar het hotel. Dit op advies van de receptie, want anders moeten we met 4 verschillende bussen of 40 minuten teruglopen.
Morgen gaan we vermoedelijk een ‘Hop-On-Hop-Off-Bus’ nemen. Dan kunnen we bij 24 bijzonderheden/hoogtepunten telkens in- en uitstappen.
Geschreven door Maaike-en-ed.reisblog