Dag 03, zondag 6 april 2025
In de papieren van de reisorganisatie lezen we dat autoverhuurder Hertz van iedere chauffeur apart de rijbewijs gegevens moet hebben gecontroleerd voordat je achter het stuur kruipt. Aangezien dat het bij Maaike (nog) niet is gebeurd, bellen we daarover eerst met Hertz. Het klopt en het moet dus alsnog. Het kan hier gelukkig in Belfast en dat gaan we eerst regelen en wel op de City Airport. Het lukt eigenlijk vrij gemakkelijk al was parkeren even een ‘dingetje’ en kost 5 pond voor ca 20 minuten. Jammer dan maar het is wel klaar. Bij het verlaten van het parkeerterrein rijden we verkeerd en zien we ongepland een stuk omgeving.
Op advies van de receptioniste van het hotel kunnen we een aantal toeristische bezienswaardigheden zien als we langs de kust naar het noorden rijden. We volgen haar advies op en de eerste stop wordt een kasteel aan de haven in een plaatsje net boven Belfast. Het uitzicht over de haven en de zee is mooi. Voornamelijk omdat het prachtig weer is. Het kasteel zelf vinden we geen bezoek waard.
We vervolgen omhoog langs de kust en dat betekent smalle en kronkelige weggetjes en ook heuveltje op en af. Echte Iers/Engelse weggetjes met heggetjes in de verhoogde berm en steeds meer bloeiende gele struiken. Echt geweldig. Stoppen om foto’s te maken is echter niet zo makkelijk. Het is zondag en prachtig mooi weer. Redelijk veel verkeer, motorrijders die graag het gas opendraaien, onbekendheid van de weg en er zijn maar heel weinig gelegenheden dat je even verantwoord kan stoppen. Maar een aantal keren lukt het toch.
Het duurt lang voordat we ergens een stop voor de nodige koffie vinden. Dit lukt uiteindelijk in een klein dorp. We nemen er een tosti bij en dat smaakt. Het is retedruk in het dorp van de auto’s omdat midden in het dorp een kruising is zonder stoplichten. Verder parkeren ze hier ook gewoon op straat waardoor één weghelft geblokkeerd is. En bijzonder efffect. Hetzelfde maken we in een volgend dorp mee alleen nog veel erger. In dat dorp is een weg afgesloten en is een omleiding aangegeven. We staan gelijk vast. Als we een bocht omgaan na een tijdje, zien we dat de tweebaansweg vrij steil omhoog gaat. Het stijgende verkeer gaat langzaam vooruit, het dalende verkeer staat vast. Halverwege omhoog staat een personenauto die niet meeer omhoog wil. Ernaast staat een vent aanwijzingen te geven aan de vent erin. Geen effect. De auto verrekt het. De mannen verruilen van plek. De auto protesteert en komt met schokjes achteruit de berg af richting onze voorganger. Deze raakt in paniek en begint te toeteren. De man naast de auto bedenkt zich geen moment en begint in zijn eentje de weerspannige auto omhoog te duwen. Hij is echter geen Obelix. De auto voor ons neemt geen risico en als er een gaatje valt in de dalende rij, ontsnapt hij door naast de weg te gaan staan. Voorons is daardoor ineens ruimte waar wij van profiteren met ons kleine autootje. We passen net overal tussendoor (kwestie van centimeters) en halen het einde van de klim. Pfffff. Het zweet klotst in de oksels. We hebben een tijdlang niemand meer achter ons.
We rijden naar de Carrick-a-Rede-Ropebridge. Een hangburg voor voetgangers op 30 meter hoogte boven de zee en 20 meter lang. Wegens de heel slechte internetverbinding is het online boeken niet gelukt. We gaan toch kijken. Ter plaatse blijkt het geen probleem te zijn. Er is nog net plek voor ons autootje. We zijn niet de enige. Tja…….. nogmaals: zondag en prachtig weer. Parkeren kost normaal 8 pond, maar nu niets. Misschien omdat het al 15:45 u is en het tot 17.30 u open is. De toegang is 30 pond voor ons twee samen. Voor die prijs moet je zelf een pad volgen langs de kust wat omhoog en omlaag gaat en wat een geoefende loper een kwartier kost. Wij lopen minder snel en er moeten natuurlijk de nodige foto’s worden gemaakt. En dan gaan we eindelijk de hangbrug over. Dappere dodo’s als wij zijn. Foto’s en dan het hele klerestuk weer terug naar de parkeerplaats lopen. We zijn vrijwel de laatsten zijn die weggaan.
Inmiddels is het heel stil geworden op de smalle weggetjes en vinden we na zo’n 3 kwartier The Brown Trout Inn, het hotel voor de volgende 2 nachten. Het is een soort hotel voor mensen in onze leeftijdcategorie (45 +++) en die tijd hebben om te golven, want dat is eraan verbonden. We hebben weer een prima ruime kamer, dit keer op de begane grond. Het hotel lijkt verder meer een grote oude Engelse pub met overal oude versleten tafels en stoelen waaraan je ook kan eten. Lekker ongedwongen, maar wel een beetje gestresst personeel.
Morgenochtend kunnen tot 12 uur ontbijten. Dat kom je weinig tegen.
Geschreven door Maaike-en-ed.reisblog