Dag 11, donderdag 3 oktober 2024
Namutomi camping stond behoorlijk vol gisteravond. Het Belgische jonge stel zijn we ook hier weer tegengekomen. En ze staan ook nog naast ons. Zij herkennen ons steeds….., maar voor ons is het steeds weer nieuw en vervolgens ohhhh jaaah …..oh jullie zijn het….. sorry…..(wat ouderdom al niet doet met je!!) 😃😃 We zijn ze nu al minstens 3 keer tegengekomen, steeds ergens anders. Vanmorgen zijn ze vertrokken. Een andere kant op dan wij. Dan hoeven we ons niet weer te schamen voor het niet direct herkennen. Het waren wel erg aardige lui.
Vroeg op dus. Het waait flink net als gisteren. Bij de receptie betalen we nog even een extra dag of nacht, want we hadden eerder een nacht te weinig op gegeven. Bij de poort van het park checken ze alles en we willen geen gesodemieter daar.
Over een geasfalteerde weg rijden we van Namutomi naar de poort om het park te verlaten. De laatste droge worst hebben we inmiddels weggedaan dus dat kan geen gedonder veroorzaken. Inderdaad moet de camper open en de koelbox ook. De man ziet een pak melk en vraagt of hij het hebben mag voor in de koffie, want ze hebben niets meer. Hij krijgt het cadeau. Verder geen problemen!
We rijden verder richting Tsinsabis. Eerst asfalt en dan na een afslag 75 km gravelweg recht toe recht aan, en in tegenstelling tot Etosha, zelfs heel goed berijdbaar en doet ons nu weer denken aan 15 jaar geleden: goede gravelwegen met niemand voor en niemand achter je. Ook nu. We komen slechts 1 tegenligger tegen. Verder 2 broodmagere koeien en een paar kudu’s die de weg oversteken.
In Tsinsabis hadden we inmiddels een kleine supermarkt verwacht en een ATM. De supermarkt is echter zo klein dat we niet verwachten daar te zullen slagen en een ATM is er helemaal niet. Omdat het nog vroeg is besluiten we dan maar ‘even’ naar Tsumeb te rijden. Een ritje van 62 km. Ach we hebben vrije kilometers en het is een asfaltweg. We slagen daar bij de super en ook het inslaan van Namibische dollers verloopt bijna vlekkeloos. Dan 62 km terug over asfalt en we zijn vrijwel alleen op de weg. Dit keer rechtstreeks naar Treesleeper. Maaike herkent het slechte toegangsweggetje, maar wat er aan het eind is, is niet leuk. Er is niemand te vinden. Het ziet eruit alsof het 10 jaar geleden achter gelaten is door de laatste gasten. Toen (15 jaar geleden) waren er 2 campsites met een houten platform in de bomen waar je je tent op kon zetten of gewoon je camper op zo’n plek. Nu zijn die weg. De bar: gesloten. Receptie: dicht. Gebouwtjes: leeg en verlaten. Diverse huisjes zijn er gebouwd, echter allemaal nog lang niet klaar. Toiletgebouwtjes: geen water. Toiletpotten stuk en/of nog niet aangesloten. We volgen een ander weggetje en ontdekken campsite 3, 4, 5 en 6. Allemaal half bereikbaar en incompleet. Wat een desillusie. Op een van de sites zijn een stuk of 6 mensen aan het werk. Ze socialiseren en moeten vervolgens bijkomen van wat ze net gezegd hebben. Een van de mannen staat ons te woord en verteld dat Mozes weggeroepen is, maar dat hij er zo weer aankomt. We praten wat en gaan vervolgens lopend nog eens op onderzoek uit. We worden er helemaal niet vrolijk van en krijgen er zelfs behoorlijk de smoor in. Hebben we daar al die moeite voor gedaan. Uiteindelijk besluiten we de camper maar gewoon op een vlak stukje grond te zetten, tafeltje, stoeltjes en een biertje. Na een ruim half uurtje verschijnt Mozes. Hij bestaat nog echt. Weinig veranderd alleen in tegenstelling tot ons, ouder geworden. Hij legt uit dat hij de reservering wel gehad heeft en het spijt hem dat alles er nu nog zo beroerd uitziet. Ze hebben heel veel last gehad van de covid periode. Alle 14 man personeel is vertrokken. En hij zelf is er 3 jaar tussenuit geweest is etc. Hij is in maart gevraagd om alsjeblieft terug te komen om alles weer te helpen opbouwen. Ze verwachten zelfs 15 gasten in een bus eind van dezemaand. Ik vrees het ergste, want vandalen hebben de afgelopen weken veel vernield en volop gejat. Werklui en vrijwilligers proberen nu z.s.m. de waterleidingen te repareren, de solarinstallaties te (her)plaatsen en elektriciteit te herstellen etc om alles weer op de rit te krijgen. Wij zijn op dit moment dus de enige gasten. We kletsen een tijdje, halen herinneringen op en Maaike laat hem de foto’s zien die ze uitgeprint en meegenomen heeft. De foto’s zijn gemaakt toen wij hier de laatste keer waren in 2009. Hij herkent velen van de mensen en kinderen op de foto’s en wordt er zelfs emotioneel van. Een van de mensen is net overleden en wordt zaterdag begraven. Hij krijgt de foto’s allemaal mee om uit te delen aan de figuren die nu hier nog zijn en nog in leven zijn. Langzaam zakt onze teleurstelling wat weg nu Mozes uitgelegd heeft hoe de stand is. Blijft het feit dat wij het niet erg vinden om hier morgenochtend weer te vertrekken. Deze camping is heel bijzonder, maar alleen als alles functioneert zoals het moet. Hun sponsors zijn voornamelijk Nederlandse fondsen zoals Wilde Ganzen, Cordaid en nog wat organisaties. Ook Nederlandse vrijwilligers doen er aan mee. We hebben gelukkig genoeg water, eten en een wc’tje in de camper. Mozes wil nog emmers water regelen om een wc te kunnen doorspoelen, maar ik twijfel of de afvoer werkt Voor de 💩 hebben we de bush. Echter geen elektriciteit voor onze CPAPs (ivm slaapapneu). Het is niet anders. Er is in de wijde omgeving niemand die ons gesnurk en/of ademstilstanden hoort alleen wijzelf 🤣
Verder is het toch verbazingwekkend dat we takjes zien die, ondanks de droogte, toch knopjes hebben gemaakt.
Geschreven door Maaike-en-ed.reisblog