Dag 18, woensdag 10 oktober 2024
Maaike vertrouwt de genezing van haar been niet en wil graag naar een dokter. De wondranden worden roder en pijnlijker. Tja, in een gat als Kongola. Internet levert niks op. Een mail naar de eigenaar van het Bush Camp wel. Iets meer, maar nog geen dokter. Eventueel ergen buiten het dorp (‘alleen nurses’) of een kliniek 120 km verderop. Bij de receptie aan Rocky vragen. Rocky heet trouwens Roxy. Hij is er niet! Zijn (tuin)assistenten wel en een daarvan weet ons uit te leggen waar er wel degelijk een dokter is in dit gat. Vlak bij het Shell Tankstation aan de C49. Hij tekent het in het zand. Verdomd, het klopt precies en even voor 09.00 u staan we bij ‘private doctor’ dr J. Dreyer voor de deur. Het is gesloten. Potver de potver. Maar we zijn nog niet uitgepotverd of er verschijnt een snuiter die het hek open maakt en zegt daar hij gaat kijken hoever de dokter is. We kunnen wachten. Na een minuut of 7 komt hij vertellen dat de dokter onder de douche staat en of we nog willen wachten. Uiteraard! Inmiddels keert hij het bordje ’Closed’ om en verschijnt ‘Open’. We waren gewoon te vroeg. Maar daardoor zijn we wel de eerste (en uiteraard de beste!). De ‘hekopener’ blijkt de doktersassistent te zijn. De wachtkamer/receptie is super schoon en heeft airco. Maaike moet zich identificeren en er wordt een hele kaart ingevuld. De dokter is schoongepoetst en heet Johan en is Namibiër, 52 jaar en afgestudeerd in Kaapstad. Hij heeft klein spreekkamertje en is heel vriendelijk en behulpzaam. Hij neemt er alle tijd voor. Na 50 minuten is het resultaat een plastic tas met 3 stuks antibiotica, een mooi schoongemaakt, verzorgd en verbonden been, 6 rollen gaas, rolletje tape, pakje nieuwe gazen, advies voor de wondverzorging en een wat gerustgestelde Maaike. Dit alles voor slechts 90 euro.
We rijden terug naar de Bush Camp en bij het keren daar raken we helaas een boom en dat veroorzaakt wat schade aan de camper. Niet leuk. We vragen aan de ‘Roxy-assistent’ waar het Mudumu park is. Nou, dat is aan het eind van de C49, de weg waar de dokter woont maar dan 30 km verder. We gaan onverdroten op pad. Inderdaad, er staat een muur naast de weg met de naam van het park. Er is een huisje met een kassier. We vullen in wie we zijn en omdat we uit Holland komen kost het ND 250,- Als we nu Namibiërs of Zuid-Afrikanen waren, was het gratis. Hij legt ons uit hoe we moeten rijden om niet in het zand vast te komen zitten. We zijn het spoor al gauw bijster op het mini kaartje wat we voor de 250 dollar kregen. De wegen zijn hier te slecht. Zelfs voor de 4x4. We gaan via dezelfde weg terug. Uiteindelijk zien we 7 dikke hippo’s, tientallen zebra’s, een ijsvogel, een stuk of 10 olifanten, een giraf en wat impala’s. Al met al nog geen 5% van wat hier leeft. Geen leeuwen, geen cheetah’s, geen luipaarden, en nog een hele lijst met dieren die we niet zien. Van alles niks noppes nada. Het is ook 35 C en het spul ligt ‘undercover’ in de bosjes te loeren hoe wij in het niets staan te turen. Rot beesten! 😉
Op de terugweg kopen we bij een lokale ‘craftshop’, gespecialiseerd in rieten mandjes, mandjes, mandjes van riet en ook nog rieten onderzetters, een trommeltje. Terug naar de Bush Camp nr 3. Morgen gaan we naar Kasane, nadat we bij de Botswaanse grens onze groeten gaan achterlaten.
Geschreven door Maaike-en-ed.reisblog