Iedere dag wandelde ik langs een muur waarop stond geschilderd ‘Nous population de Senegal & de l’Afrique: nous ne devons pas oublier notre histoire’. En ja, ook ik zal mijn ‘histoire’ van de afgelopen zes weken niet snel vergeten.
Het ABC van Senegal voor mij:
A:
- Afrika, het continent waarin dit land gelegen is.
- Afval, je ziet hier ongelofelijk veel afval. Er staan amper vuilnisbakken en de mensen gooien gewoon alles op de straat. Op enkele plaatsen staan er grote zeecontainers die open zijn en waar je afval kan ingooien. In het weekend, toen we een tripje maakten, reden we langs weilanden vol afval. Beetje triestig om te zien, maar dit is nu
eenmaal de cultuur hier. Ze zijn zich niet bewust van de lange termijn gevolgen en hebben geen mogelijkheden om afval te sorteren of te verwerken.
- ‘argent’, een woord dat de kids op straat goed kennen. Ze spreken je aan met ‘bonjour’ en nadien steken ze hun hand uit of zeggen ze ‘donnez-moi d’argent’. De kids,
meestal jongens -de meisjes moeten thuis blijven en helpen of worden uitgehuwelijkt - beseffen niet dat dit onbeleefd is en weten vaak niet beter omdat ze zo zijn
opgevoed of omdat ze dagelijks moeten betalen aan de Marabou. Indien ze er niet in slagen om 200 frank per dag te verzamelen, kan het gebeuren dat ze slaag krijgen
van de Marabou.
B:
- ‘boutique’, een klein winkeltje dat slechts een kamertje groot is en waar alles tot tegen het plafond wordt gestapeld. Je kan hier alles vinden wat je nodig hebt. AOf laat ons zeggen dat de verkoper het zal het vinden, want ik vind hier niets terug omdat elk hoekje wordt benut. Maar de boutique is ook zo ingericht dat je niets zelf kan
nemen en dat je alles moet vragen.
- Babakar, onze gekke gids. Echt een figuur, hij kent iedereen en iedereen kent hem. Hij was echt de beste gids die je je kan inbeelden. Alles was steeds tot in de puntjes
georganiseerd en hij vertelde veel. ‘Allez les gas, nous sommes parti!’
- Baldé, de naam van de lieve familie waar ik mocht verblijven de afgelopen zes weken en tevens mijn familienaam hier.
- Bissap, een Senegalees vruchtensapje waar ik dol op ben, zowel met als zonder alcohol π.
- Bouillon, een ingrediënt dat in elke maaltijd werd gebruikt. En het stopte vaak niet bij één blokje... ‘Maggi’ heeft hier een groot marktaandeel π
C:
- Couscous, dit wordt hier veel gegeten, naast de rijst. Eind september was er zelfs een feestdag waarop je de hele dag couscous moest eten want dit zou voorspoed brengen.
- Claxon, deze hoor je voortdurend. De taxi chauffeurs gebruiken hun claxon intensief om te laten weten dat ze er aan komen, om dieren uit de weg te jagen, om
overstekende mensen te waarschuwen, om te vragen of je de taxi wil nemen, ...
- ‘Ca va?, ca va bien’, een uitspraak die je hier wel duizendmaal per dag hoort. De Senegalezen zeggen dit tegen iedereen die ze ontmoeten in de straat of het dorp.
D:
- Dromedaris, één van de weekends ben ik naar de woestijn gegaan en heb daar op een dromedaris gereden. Wat een belevenis! In het begin had ik zelfs een beetje
schrik dat ik er af ging vallen omdat de dromedaris zo schommelde.
- DEET- spray, een stinkend goedje dat ik dagelijks gebruikte om de muggen op afstand te houden. Chemische brol eigenlijk, het pakt op je adem, brandt op de huid, ... niet verwonderlijk dat de muggen wegblijven π
- Dakar, de hoofdstad van Senegal. Hier is ook de luchthaven, want die van Saint-Louis wordt niet meer gebruikt.
- Doeken, stoffen doeken worden hier voor alles gebruikt, zoals voor het koken van de rijst en couscous, om op te eten, als handdoek, als zeef, kleding, ...
E:
- Eettijdstip, dit was toch wel wennen voor mij. De eerste dag dacht ik zelfs dat ik ‘s avonds geen eten meer zou krijgen. Indien de Senegalezen niet naar het werk/school moeten ontbijten ze rond 11 uur. Het middagmaal en tevens de belangrijkste maaltijd van de dag wordt gegeten tussen 15 en 16 uur en het avondmaal rond 20u30.
- Eten, het Senegalese eten smaakt me wel. En ook aan het eten op de grond ben ik reeds gewend. Sommigen eten met een vork/lepel, anderen met hun rechterhand. Als je eten in je hand neemt en het dan even kneedt vooraleer in je mond te steken, zouden de smaken beter tot uiting komen.
F:
- Fina, één van de begeleiders van Projects Abroad. Echt een lieve meid die altijd klaar stond voor de vrijwilligers.
- Familie, de families zijn hier heel groot. Er wonen in eenzelfde huis niet enkel de ouders met hun kids, maar vaak ook kids van broers/zussen of andere familieleden.
Hoe meer zielen, hoe meer vreugd dus! π
G:
- Grond eten, de Senegalezen eten op de grond. Eerst leggen ze een soort tapijt dat gemaakt is uit riet op de grond en dan hierop een doek. Nadien wordt in het midden
van de doek de schotel neergezet en worden er enkele lepels/vorken bijgelegd.
- Gazelle, het plaatselijke bier en de term voor een knappe vrouw.
H:
- Handalcohol, een onmisbaar item hier. Het is hier namelijk niet steeds zo hygiënisch, iedereen geeft elkaar voortdurend handen en van sommige mensen ben ik wel
een beetje vies.
- Heet, met temperaturen tussen 35 en 44 graden celcius kan je al niet meer van warm spreken, maar is het echt al heet! π
- Habib, de collega van Fina. Hij regelde iedere vrijdag de drinks met alle vrijwilligers samen. Elke vrijdag namiddag kregen we een berichtje waar en wanneer we
werden verwacht .
- Handwas, wat een gedoe. Dit lijkt simpel, maar is het helemaal niet. En witte kledingstukken zijn echt een ramp om proper te krijgen. Één keer heb ik een wit topje
gedragen, maar ik heb het snel naar mijn valies verbannen. Mijn verpleegkundige outfit is jammer genoeg wit en moest ik wel regelmatig wassen. Gelukkig steekt dat
niet te nauw, want het ziekenhuis is toch vrij vuil.
I:
- Inval, de zoete inval. Het is hier steeds de zoete inval en dat is bij elke familie zo. Indien iemand langskomt rond etenstijd is het de gewoonte dat deze steeds mee eet.
Ook al zijn dat bijvoorbeeld opeens vijf personen extra.
J:
- ‘Jus’, ze drinken hier verschillende soorten sapjes die ze zelf maken. Enkele voorbeeldjes zijn bissap, iets met gember, kokosnoot, ... Echt iets voor mij dus, al die vruchtensapjes
K:
- Koud water, elke ochtend een douche met koud water en soms later in de dag opnieuw om te verfrissen. Koud water is echt zalig!
- Kleding, de kleding met de Senegalese stoffen is echt prachtig. Er zijn zoveel stoffen en geen enkele Senegalese vrouw draagt hetzelfde. De jurken zijn steeds een ander model of op een andere wijze afgewerkt. De westerse kledij die ze hier dragen zijn meestal kledingstukken die zijn ingezameld in een kledingcontainer en die ze hier op de plaatselijke markten verkopen. Er zijn enkele winkels die nieuwe kledij verkopen, maar hier moet je echt achter zoeken.
- Krantenpapier, dit wordt gebruikt voor diverse doeleinden zoals je zweet mee afvegen, brood of andere gerechten/voedingswaren in verpakken, ...
L:
- Lille, Saint-Louis werkt op diverse vlakken samen met Lille. Zo zijn er heel wat jongeren die in Lille gaan studeren en ook het plaatselijke ziekenhuis werkt samen met dat van Lille.
M:
- ‘mouton’, volgens de woordenboek een schaap. Volgens mij is het iets anders, eerder een heel grote geit, want het lijkt helemaal niet op de schapen van bij ons. Moutons leven hier op straat of bij de mensen thuis. Als de dieren vet genoeg zijn, worden ze geslacht om op te eten. Ik heb hier éénmaal een maaltijd gegeten met een kop in het midden en het is toch niet echt mijn ding.
- Muskietennet, want je kan echt niet zonder hier.
- Moskee, de belangrijkste plaats in het leven van de Senegalezen. Ik werd iedere ochtend gewekt door de moskee. Rond 4u30 à 5 uur begint het eerste geluid door de boxen te klinken voor de hele wijk. Dit is om de mensen te wekken zodat ze om 6 uur de eerste keer kunnen bidden.
- Mond, het lijkt wel of ze hier graag iets in de mond hebben. Ze steken echt alles in hun mond en lopen regelmatig te kauwen op een stokje.
- Moctar, de verantwoordelijke voor Projects Abroad hier in Senegal.
N:
- Naakt, het onderlichaam van de vrouw is steeds bedekt. De borsten zijn vaak bloot of zichtbaar. Kinderen krijgen hier ook de hele dag door en tot ze vrij groot zijn borstvoeding.
- Neus ophalen, een geluid dat je hier constant hoort. En mensen die me goed kennen, weten dat ik hier echt gefrustreerd van geraak. Dus op de tanden bijten maar π.
- Nauw, het is niet steeds gemakkelijk om met veel uit dezelfde schotel te eten. Als je bijvoorbeeld met tien personen rond één schotel moet zitten, is her echt wel een
beetje wurmen.
O:
- Oortjes, een vast element dat deel uitmaakt van hun outfit. Op elke hoek van de straat wordt dit verkocht en ook iedereen heeft en gebruikt dit, op straat, tijdens het werk, in huis, ...
- Ochtendspits, iedere ochtend was het van dat. Taxi’s, cars, ... vol met vrouwen en vis/groeten/vlees/... om op de markt te gaan verkopen.
P:
- ‘Paludisme’, de Franse term voor malaria. Iedereen die zich met koorts aanmeldde in het ziekenhuis werd hier automatisch op getest. Ook ik had hier wel wat schrik voor. In het begin nam ik steeds als ik hoofdpijn had mijn temperatuur, maar na drie keer begon ik mijn geweten te sussen dat de hoofdpijn wel het gevolg zou zijn van
de warmte en het eten op onregelmatige tijdstippen. Ik at immers nooit in het ziekenhuis omdat het daar zo vuil is en ik er één keer gegeten heb en er nadien last van
had.
Q: /
R:
- RTS, de nationale tv-zender
- Regen, dit heb ik hier nooit gezien. Één keer heb ik het wel gehoord, maar ik was toen aan het werken in het ziekenhuis en na tien minuutjes was het al over.
- Rijst, wordt hier dagelijks gegeten. Senegalezen zeggen zelfs dat als je ‘s middags geen rijst eet, je de rest van de dag geen rust zal vinden in je hoofd.
S:
- ‘Salamalekoum’, goedendag in Wolof.
- Smartphone, iedereen heeft dit hier. Niet steeds kwalitatief want het zijn vaak afdankertjes of ze gaan snel stuk. Ik vond het toch wel bizar om te zien dat ze verder niet zoveel luxe hebben, maar wel allemaal over een smartphone beschikken.
- Sloefen, volgens mij wegen hun voeten hier een ton. Er is niemand die zijn/haar voeten opheft. Iedereen sloeft er op los.
- Suiker, belangrijk ingrediënt. Alle frisdranken, koffie, thee, ... zijn heel gesuikerd. Bij de koffie bijvoorbeeld doen ze lepels suiker.
T:
- ‘Toubab’, Wolof voor blanke. Als je hier rondwandelt roepen de mensen dit constant naar jou. Voor mij kwam dit wat onbeleefd over, want wij roepen zeker niet naar elke zwarte bij ons ‘neger’. Het probleem zit hem ook een beetje in de scholing. Senegalezen moeten niet verplicht naar school gaan, waardoor ze mentaal niet zo sterk zijn. Ze begrijpen niet steeds dat wij hier zijn om hen te helpen en denken dat we allemaal toeristen zijn.
- ‘Talibée’, de kinderen die je hier overal op straat ziet lopen. Dit zijn steeds jongens. Meisjes worden thuis gehouden om te helpen in het huishouden of worden uitgehuwelijkt.
- Tv kijken, iedereen heeft hier een televisie. Zowel oude modellen als nieuwe modellen. Ze kijken hier echt veel tv.
- Tijdsbesef, Senegalezen hebben geen tijdsbesef. Ze zijn steeds te laat op een afspraak, op het werk, .. Tja, we gaven het al snel de naam ‘l’heure Senegalaise’. π
- Toeristische plaatsjes, samen met de gids Babakar bezochten we de beruchtste plaatsen hier.
U:
- Uurverschil, het is hier twee uur vroeger dan in ons Belgenlandje.
V:
- Vuil, op de niet-toeristische plaatsen is het eigenlijk vrij vuil. Mensen gooien als op straat, spuwen overal, ...
- Vrijwilliger, ik was hier als vrijwilliger en heb veel gezien en meegemaakt. Het was fijn om met een organisatie naar hier te komen en zo ook andere vrijwilligers te leren kennen en samen leuke dingen te doen.
- Vliegen, het krioelt hier van de vliegen. Deze ambetante beesten komen gewoon op jou zitten of zitten met zwermen op het vlees, de vis, de groenten, ...
- Vis, er wordt hier heel veel vis gegeten, meer nog dan vlees. Dit vond ik helemaal niet erg. De vis is hier overheerlijk en mijn familie had snel door dat ik graag vis at. Tijdens de maaltijden werden er steeds stukjes vis voor mijn deeltje van de grote schotel geworpen.
- Ventilator, onmisbaar! ‘s Nachts slaap ik met de ventilator vlak naast mij. Zonder is het haast onmogelijk om te slapen. Als de elektriciteit eens uitvalt, wordt ik dan ook zwetend wakker.
W:
- Water, in HLM (de wijk waar ik woon) is het stromend water heel onvoorspelbaar. Gelukkig heb ik steeds een grote emmer met water naast de douche staan, waar ik steeds voor zorg dat deze gevuld is zodat ik bij het douchen niet voor verrassingen kom te staan.
- Wolof, de taal die hier wordt gesproken.
- Wandeling, iedere avond na de maaltijd maakte ik een wandeling met mijn Senegalese mama.
- Watermeloen, in overvloed en overheerlijk!
X:
Y:
Z:
- Zonnecrème, intussen is mijn flesje leeg. Smeren, smeren, smeren was de boodschap voor mij. Toch was dit niet steeds voldoende, maar ik heb er wel een bruin kleurtje aan overgehouden.
- Zweten, met deze tropische temperaturen (35 tot 44 graden celcius) was het écht wel zweten. Als ik gewoon stilzat, voelde ik de druppeltjes zo over me heen lopen. Een
plonske doen in het zwembad van een hotel of een koude douchen nemen was het hoogtepunt van de dag.
- Zand, overal zand. Mensen die me goed kennen weten dat ik helemaal niet van zand hou. Na enkele dagen was ik er wel aan gewend dat er altijd zand tussen mijn tenen zat. Zelfs als ik net uit de douche kwam.
- Zakjes, alles wordt hier in zakjes gedaan. Ze smijten er haast een beetje mee naar je hoofd. Bij ons proberen ze het gebruik van plastic zakjes te beperken. Hier krijg je zelfs als je iets heel kleins koopt een zakje. Op de markt lopen er ook mannen rond om grote plastic zakken te verkopen waar je je aankopen kan insteken. Suiker, melkpoeder, ... wordt aangekocht in grote 25 kg zakken en de verkopers in de boutique doen dit dan in kleine zakjes. Ook vloeistoffen zoals sap of gepasteuriseerde
melk worden in zakjes verkocht. De bedoeling is dan dat je een hoekje van het zakje afbijt en dan nadien er via dat hoekje van drinkt.
Geschreven door Katrien.tripjeSenegal