Het is weer tijd voor iets nieuws! Vrijdag heb ik m'n laatste dagje gewerkt op pediatrie en maandag start ik op de spoeddienst.
Het was niet steeds gemakkelijk om op pediatrie te werken als 'buitenstaander', die geen Wolof spreekt. Dit ziekenhuis in Saint-Louis is namelijk een openbaar ziekenhuis, waardoor ik in contact kwam met ouders uit de diverse lagen van de bevolking. Dit bracht met zich mee dat ik soms de ouders niet verstond omdat ze geen Frans spraken. Het was dan wat frustrerend als ik de kids samen met een verpleegkundige moest wegen, meten en de temperatuur nemen en ze dan opeens weg was.
Ik herinner me nog goed een dag waarop de verpleegkundige me de opdracht gaf om een baby en een kindje te meten en te wegen. Ze ging even iets halen en kwam meteen terug. Niet dus... na 10 minuten was ze er nog steeds niet en intussen waren er reeds andere ouders binnengekomen in het onderzoekslokaaltje die geen Frans spraken. Ik ben toen naar de hoofdverpleegkundige gegaan omdat ik de ouders echt niet verstond. Ze antwoordde me dat ik moest wachten tot de verpleegkundige terug was en gewoon moest uitvoeren wat ze me had gevraagd. Twintig minuten later was ze er nog steeds niet en de ouders werden ongeduldig. Ik ben opnieuw naar de hoofdverpleegkundige gegaan en heb haar gezegd dat de verpleegkundige zeker al een half uur verdwenen was. Ze moest eens lachen toen ik het woord 'verdwenen' gebruikte. Voor mij was het alleszins een ongemakkelijke, vervelende situatie.
Naarmate de dagen vorderde, merkte ik dat het normaal is dat verpleegkundigen tijdens hun dienst voor een tijdje verdwenen kunnen zijn. Ze rusten of 'réposer' hier ook veel. Zo zag ik een verpleegkundige die gewoon op een stoel aan het slapen was, of een andere die voor 1,5u een dutje deed. Ik ben helemaal niet vertrouwd met deze gang van zaken en ben van mening dat de verpleegkundigen hier toch minder hard moeten werken dan bij ons en eigenlijk wel wat lui zijn. Toch zijn ze van mening dat ze hier hard moeten werken. 😉
Ik heb op deze dienst niet echt iets geleerd, maar vooral veel gezien. Wel heb ik mijn kennis omtrent malnutritie kunnen verruimen.
Alle kids worden hier gemeten en gewogen om aan de hand van de z-score het risico of de mate van de reeds aanwezige malnutritie na te gaan. Het ziekenhuis fungeert als referentiecentrum. In de wijken zijn er referentieunits gevestigd, maar kids die kampen met een ernstige ondervoeding of ondervoeding waarbij er eveneens complicaties zijn worden door de units doorverwezen naar het ziekenhuis, als referentiecentrum. De kids worden dan gehospitaliseerd om de onderliggende medische aandoening te behandelen en de klinische toestand te stabiliseren. Zodra de kids stabiel zijn, worden ze ontslagen en krijgen ze een vervolgafspraak bij de arts of worden ze verder opgevolgd door de referentieunits.
Tijdens de opname krijgen de kids F-75, therapeutische melk, om extra aan te sterken. Dit zijn zakjes met poeder, die Unicef schenkt aan de ziekenhuizen, en die je moet oplossen in water. Nadien wordt er berekend hoeveel millimeter en hoe frequent het kindje dit moet drinken. Alle gegevens van malnutritie worden verzameld en per maand in statistieken weergegeven.
Soms was het ook wat chaotisch. Ze vroegen me vaak verschillende dingen tegelijk en het was ook niet steeds duidelijk. Ik kreeg bijvoorbeeld de opdracht om de medicatie toe te dienen. In een zwart boek wordt per kind genoteerd om hoe laat ze medicatie moeten krijgen en wat precies. Dan hangt er een papier bij het bed van het kindje en staat het daar nogmaals op. Op zich lijkt dit niet moeilijk, maar het is vrij verwarrend. Ik kon de zaken niet altijd goed lezen en vaak ontbraken de dosissen, waardoor ik alles moest vragen. Ik wou namelijk geen medicatiefout maken. Het aftekenen van de medicatie die je toegediend hebt, is ook speciaal 🙂. Je moet gewoon op de observatiefiche bij het kindje een kruisje zetten naast de medicatie. Ik snap dus niet hoe je kan weten om hoe laat dit gegeven is. Als een kindje bijvoorbeeld om 9u koorts maakt en je geeft Perfusalgan, dan zet je een kruisje. Maar hoe kan de collega weten dat je dit om 9u gaf?
Als een kindje bijvoorbeeld 40 graden koorts heeft, dien je Perfalgan toe. Het is hier ook niet nodig om bijvoorbeeld een half uurtje later opnieuw de temperatuur te nemen...
Ik diende de medicatie enkel toe als ik handschoenen had, want hier is er geen terugslagklep aanwezig ik de venflon, waardoor je bijna sowieso contact had met bloed. Meestal begrepen ze dit wel. Één keer vroeg een verpleegkundige me om de medicatie toe te dienen en ik antwoordde haar dat ik het wou doen, maar geen handschoenen had. Ze zei me dat er geen handschoenen meer waren. Dit was een leugentje om bestwil, want ik heb zelf gezien dat de dag voordien er handschoenen geleverd zijn. Het probleem is gewoon dat de verpleegkundigen die overal verstoppen en de majoor slaagt er heel wat aan en dan zijn er zogezegd geen meer. Ze begrijp me en deed het zelf. Tien minuten later echter vroeg ze het me opnieuw. Weer gaf ik dezelfde uitleg en ik kreeg als antwoord: 'Katrien a peur, Katrien a peur'. Ja, dat klopt, ik heb schrik. Ik wil niet in contact komen met bloed en voer dergelijke handelingen niet uit zonder handschoenen. Gelukkig werd ik gesteund door de artsen. Ze willen namelijk ook niet dat ik een ziekte meebreng naar Europa.
Verder heb ik hier jammer genoeg ook schrijnende toestanden gezien.
De ouders dienen al het materiaal en de medicatie te gaan kopen in de apotheek. Als ze dit niet doen, kan het kindje geen medicatie krijgen. Het gebeurde meermaals dat ik bij de medicatieronde geen medicatie kon toedienen omdat deze niet beschikbaar was. Soms riep de arts er zelfs de hoofdverpleegkundige bij om de ouders het belang van de medicatie te benadrukken, want anders kon hun kindje sterven.
Vandaag kwam er ook een mama met een ernstig ziek baby'tje van 20 maanden. De baby was respiratoir zeer zwaar belast en had veel moeite met ademhalen. Het ging echt niet goed met hem. De arts heeft Valium toegediend en ik heb me van 13u30 tot 16 uur bezig gehouden met om de vijf minuten de baby te aspireren omdat hij anders zou stikken in zijn slijmpjes. Dit was een hele handeling, want de sonde verstopte regelmatig en er was geen nieuwe beschikbaar. Ik moest dus wat foefelen om de sonde te 'ontstoppen'. Ik had bij het aspireren ook wat helder rood bloed mee, maar dit was het gevolg van mijn veelvuldige manipulaties denk ik. Het was echt schrijnend om te moeten toekijken hoe het baby'tje daar lag en hoe weinig ze deden of konden doen. Er was zelfs niet eens een saturatiemeter. Gelukkig had de blanke arts dit in haar zak en konden ze deze even gebruiken. De baby was zeer tachycard, rond 200 slagen per minuut en had een saturatie van slechts 38%. Hij kreeg 10 liter zuurstof met een non-rebreathing masker toegediend. Na enkele minuten moest ik dit vervangen en 10 liter! toedienen met een zuurstofbrilletje.. Waarom wordt dit kindje niet op intensieve zorgen -hier 'réanimation' -genoemd opgenomen? Wel blijkbaar wil de dienst réanimation in dit ziekenhuis geen kids hospitaliseren. En op pediatrie kan je de kids onvoldoende observeren. Dit is iets wat ik moeilijk vond om te plaatsen. Nu ja, ik heb gedaan wat ik kon, intensief voor het baby'tje gezorgd en toen ik mijn dienst beëindigde leefde hij nog. Hoe het nu gaat weet ik niet en zal ik nooit weten, maar het zag er niet goed uit..
Vrijdag heb ik afscheid genomen van het team en heel wat lieve complimentjes gekregen. Ze zouden me zelfs 40/20 geven zeiden ze. Dit is steeds leuk om te horen, maar de meeste voldoening kreeg ik van de glimlach op de kindjes hun gezichtje! 🙂
Geschreven door Katrien.tripjeSenegal