Twee weken op de spoeddienst, het zit er al op. Vandaag was mijn laatste dagje in het ziekenhuis.
En het was vandaag echt een leuke dag. Ik heb intensief samengewerkt met een arts assistente en mocht met haar ook meedenken over de diagnose en therapie. Het was heel interessant en op het einde van de dag zei ze zelfs dat ze me zal missen en dat ze het spijtig vond dat we niet meer hebben kunnen samenwerken. Ze wou graag nog contact houden en heeft mijn nummer in haar iPhone gezet als ‘Katrien infirmière Belgique’ 🙂. Ik heb haar als kleine bedankje mijn handschoenen en thermometer achter gelaten. De andere spullen ga ik morgen aan Amina geven in het ‘Centre des Talibées’.
Het was soms bikkelhard om te werken op de spoeddienst. Niet alleen wegens de zaken die ik zag gebeuren, maar ook omdat ik soms echt machteloos er bij stond. Patiënten die hulp nodig hadden, maar waarvan er geen begeleider aanwezig was, moesten wachten want er kon niemand materiaal gaan kopen. Er was wel een noodkast, maar de artsen hadden de sleutel en deze mocht enkel geopend worden bij echte nood. Of patiënten die eigenlijk naar intensieve zorgen moesten bleven gewoon op de spoeddienst omdat er geen plaats was, maar werden niet intensief opgevolgd.
Er is in dit ziekenhuis maar één radiologe werkzaam en ze werkt dus eigenlijk iedere dag. Deze week was ze ziek, wat ook niet verwonderlijk is als je altijd paraat moet zijn. Dit leidde er toe dat patiënten die bijvoorbeeld een scan nodig hadden of een RX bekken dit onderzoek niet konden ondergaan. Als de artsen een scan echt nodig vonden, moest de patiënt met de ambulance naar een ziekenhuis 60 kilometer verderop. De kosten voor de ambulance waren wel voor de familie en ze moesten eerst betalen of de ambulance vertrok niet. Er moest dan een verpleegkundige van de spoeddienst mee en deze bleef steeds lang weg. Eerst is het zeker een uur rijden naar daar, dan het onderzoek en ten slotte nog 2,5 uur wachten op de resultaten. Het ziekenhuis weigerde immers om de resultaten door te bellen of door te mailen.
Ook hier was er een gebrek aan middelen en was het bijvoorbeeld steeds bedelen om handschoenen. Ik nam steeds handschoenen van mezelf mee om me te beschermen. Ik had namelijk heel veel schrik om zaken zoals bleodafname, dextro, plaatsen infuus, ... zonder handschoenen te doen. Zelfs met had ik nog schrik. Indien het een kindje was, of een onrustige patiënt liet ik het aan iemand anders over. Ik wou immers geen prikongeval hebben en kan ook niet tegen de patiënten praten om hun te kalmeren en gerust te stellen.
Ik heb mogen ondervinden dat de huid van de zwarten veel harder en dikker is dan de onze, waardoor het moeilijker te prikken is. En ik kan het ook niet vatten dat hier geen prikongevallen gebeuren als ik zie hoe ze jongleren met de naalden. Ze steken deze in hun mond, houden ze zonder bescherming in hun hand, leggen ze tegen de patiënt aan, prikken ze in de matras, ...
Soms is het wel wat tegenstrijdig. Er is een gebrek aan middelen en deze zijn duur voor de patiënt en toch laten de verpleegkundige de stagaires alles uitvoeren zonder supervisie. Het resultaat vandaag was dus dat een man drie keer een nieuwe gips heeft gekregen... De verpleegkundigen laten immers veel aan de stagaires over, dan moeten ze zelf minder doen en kunnen ze wat rusten. Niet elke verpleegkundige doet dit maar per shift toch wel 3/4de. Beetje schrijnend eigenlijk. Als ze om 15 uur gedaan hebben met werken, beginnen ze rond 14 uur al af te ronden. Jammer dus voor de patiënten die na 14 uur komen.
Ik heb hier veel verpleegtechnische handelingen gezien waar ik het mijne van dacht. Soms vroeg ik wel meer uitleg omdat ik nieuwsgierig was naar de waarom. Er was een stagaire die steeds wat demigrerend naar mij deed. Ze dacht echt dat ik niets kon. Zelfs van simpele dingen zoals de bloeddruk overschrijven van de monitor bij de patiënt. Ze maakte verschillende opmerkingen, maar ik heb het over mij laten gaan. Ik heb haar wat geobserveerd en denk dat ze meer fouten maakt dan ik. Er was een patiënt met een bloeddruk van 89/58 en ze rapporteert aan de arts 8/5. Dit is natuurlijk wel een verschil, maar volgens haar is het overbodig dat ik steeds alle cijfers noteer. Dit is één van de zovele voorbeelden en ze was niet de enige. Er waren nog stagaires met deze attitude. Ah ja, ik denk dat ik het als Europese verpleegkundige gemakkelijker heb om hier te werken dan omgekeerd. Als de verpleegkundigen van hier op zo’n manier bij ons komen werken, zal het niet lang duren denk ik.
Ik heb hen hier wel iets kunnen leren, zoals de baren van het bed naar beneden halen, de werking van het nieuwe dextro toestel, dat als je een patiënt moet verbedden je beter het ene bed lager zet dan het andere, ...
Verder heb ik hier veel slachtoffers gezien van ‘un accident de la voie publique’. Dit zijn patiënten die een ongeval hebben gehad met een taxi, bus, ... Dit was dagelijkse kost en eigenlijk niet verwonderlijk als je ziet hoe ze hier rijden.
Hoge bloeddruk, hoge glycemie en CVA is hier eveneens bijna dagelijkse kost. Drie zaken die nauw verwant zijn met elkaar en elkaar in de hand werken. Ook dit is niet verwonderlijk. Ze gebruiken en eten hier massa’s suiker en zout. Bij elke maaltijd worden er bijvoorbeeld meerdere bouillon blokjes gebruikt en er wordt nog extra zout aan toegevoegd.
Kortom ik heb in het hele ziekenhuis, zowel op neonatologie, pediatrie als de spoeddienst heel wat meegemaakt en gezien. Het heeft me doen stilstaan bij voor ons vanzelfsprekende zaken. Het was niet steeds gemakkelijk en ook de taal vormde een barrière voor mij. Vele patiënten spraken enkel Wolof en geen Frans.
Toch heb ik veel voldoening gehaald uit mijn werk. De dankbaarheid van de ouders, patiënten maakt heel veel goed! 🙂
Geschreven door Katrien.tripjeSenegal