Vanmorgen op tijd een bezoek gebracht aan het Vicksburg National Military Park, dat de locatie bewaart van de Slag om Vicksburg van 29 maart tot 4 juli 1863, toen generaal John C. Pemberton zich overgaf aan Ulysses S. Grant tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. De slag had 10.000 Noordelijke en 9.000 Zuidelijke slachtoffers gemaakt. Naast de menselijke tol verloren de Zuidelijken 172 kanonnen en 50.000 geweren.
Het park kun je met de auto in en heeft een 16-mijl (26 km) lange tour-weg, 1.325 historische monumenten en markeringen, beelden van allerlei generaals en andere hoge militaire pieten, 20 mijl (32 km) aan historische loopgraven en grondwerken, 2 vooroorlogse huizen, 144 geplaatste kanonnen, de gerestaureerde kanonneerboot USS Cairo en veel andere bezienswaardigheden. Gereconstrueerde forten en loopgraven roepen herinneringen op aan het 47-daagse beleg dat eindigde in de overgave van de stad. De overwinning hier gaf de Unie uiteindelijk de controle over de rivier de Mississippi.
We rijden ruim anderhalf uur over het ‘battlefield’. Onvoorstelbaar dat dit bijna 200 jaar later nog zo goed bewaard en in ere gehouden wordt. Zo nu en dan maken we een stop, o.a. bij de enorme begraafplaats en bij de kanonneerboot USS Cairo (gezonken op 12 december 1862), ook bekend als de "Hardluck Ironclad", het eerste Amerikaanse schip in de geschiedenis, dat tot zinken werd gebracht door een torpedo/mijn. Het werd teruggevonden in de Yazoo River in 1964. Het is werkelijk een enorm schip met al zijn kanonnen en het enorme rad. Nog onvoorstelbaarder is dat destijds 7 van deze enorme schepen werden gebouwd in 100 dagen tijd, gemaakt van cederhout en staal.
Rond 11 uur rijden we verbijsterd het park weer uit en rijden naar Ferriday, 100 mijl verder op. Zo gauw we de Mississippi (wat is dat toch een gigantisch brede rivier!) oversteken en weer in Louisiana belanden, verandert de natuur. Lange 2-baans wegen met ‘cotton fields’, zo ver het oog rijkt. De reden dat we naar Ferriday rijden is, dat daar op 29 september 1935 de rock 'n’ roll zanger en –pianist Jerry Lee Lewis werd geboren. Hij kreeg in 1986 als een van de allereerste artiesten een plaatsje in de Rock & Roll Hall of Fame. Lewis' bijnaam is ‘The Killer’. We hebben geen adres van het huis, maar in het plaatselijke Delta Music Museum, vertelt het lieve bejaarde gastvrouwtje met ‘rainbow’ schoentjes, waar we het kunnen vinden. Verder doet ze nog veel meer uit de doeken over de plaatselijke held en wat collega’s. Prachtig, wat een enthousiasme en wat zijn ze trots op hun helden in het kleine stadje!
Op de hoek van de 7e en de Louisiana Avenue staat een drank- en snoep drive-in. Deze wordt gerund door Marian en Mamie, dochters van Jerry Lee’s zuster Frankie Jean, die 3 jaar geleden overleed. De beide nichtjes (ook allebei al rond de 50) van onze rock-star vinden het geweldig dat we hier helemaal heen gekomen zijn om uncle Jerry’s geboortehuis te komen bekijken. Hun moeder heeft er een compleet, overvol museum van gemaakt toen ze nog leefde. Wat was ze trots op haar oudere broer! De beide meiden raken nog steeds geëmotioneerd, wanneer ze over hun moeder praten.
Het kleine huis, dat grenst aan de drive-in, kwam hier in de 40-er jaren op deze plek terecht na eerst aan de Black River te hebben gestaan (in de USA is het verhuizen van een woning niet ongebruikelijk). Het kleine huisje puilt uit van de memorabilia en Marian en Mamie vertellen in geuren en kleuren alles wat we maar willen weten over de spullen en over de foto’s, die overal hangen. Ze laten ons met een gerust hart achter in het huisje, wanneer er klanten zijn in de drive in. Wij halen ondertussen ons hart op en fotograferen naar hartelust. Uiteraard kan ik het niet laten even wat toetsen aan te slaan op de eerste piano van Jerry Lee Lewis. Wat een ervaring! Aan het eind van ons bezoek drinken we even een colaatje met de gezellige meiden, worden we vereeuwigd voor het nageslacht en wisselen email adressen uit! Whole lotta shakin’ goin’ on! Great balls of fire! Wat een ervaring!
We stappen weer in de auto en rijden naar onze volgende bestemming: Plaquamine, even voorbij Baton Rouge, dat de hoofdstad is van Louisiana. Louisiana was vroeger Frans gebied en vroeger veel groter dan de huidige staat Louisiana. Het omvatte het hele stroomgebied van de Mississippi van de Grote Meren tot de Golf van Mexico en van de Rocky Mountains naar de Appalachen. In 1803 besloot Napoleon Bonaparte om het gebied aan de Verenigde Staten te verkopen. De vele Franse plaatsnamen herinneren nog aan de Franse tijd (New Orleans, Lafayette, Baton Rouge, enz.) Alleen spreken de Amerikanen natuurlijk alles op z’n Engels uit. Baton Rouge wordt dan al gauw: Bettn Roedsj. Wanneer ik het op z’n Frans uitspreek snapt niemand er wat van. Tja!
Aangekomen in Plaquamine, gaan we gauw even een hapje eten, want dat is er bij gebleven vandaag. We hebben het buikje nog niet vol of er barst een enorme regenbui los. Gelukkig drogen we zo weer op, want het is toch nog bijna 30°C. Morgen gaan we naar New Orleans!
Bonne nuit!, zoals de Fransen zeggen.
Geschreven door Jurronimo.op.reis