Na de koffie vertrekken we uit Condat. We vinden dat we de vakantie in stijl moeten beginnen en rijden naar Pomarede, naar het restaurant waar we al zo vaak met zoveel mensen gegeten hebben: Chez Jeanne.
De ober kent ons en hij vraagt meteen aan Frits waar zijn vader is, daar bedoelt hij Perry mee. Hem uitgelegd dat Perry niet meer in leven is. Hoeveel keer we er met Perry en Denise gegeten hebben weet ik niet exact maar het kan best twintig keer geweest zijn. Chez Jeanne is een echt familierestaurant en zo te zien zijn er veel vaste klanten, die bij naam verwelkomd worden.
"Of het smaakt" vraagt een dienster, wij bevestigen het en dat ontlokt haar de reaktie" Quand c'est bon, c'est bien".( als het goed ((lekker)) is, is het goed.)
Nadat we ons buikje rond gegeten hebben rijden we naar Salviac, ongeveer 20 km verder, een plaatsje waar we altijd doorheen rijden als we van Sas naar Condat rijden en terug, maar waar we nooit stoppen. Er is een museum met oude landbouwvoertuigen en auto's en dat lijkt ons wel leuk. Er is ook een camperplaats, helemaal goed, hier gaan we de nacht doorbrengen.
Het museum is meer een uit de hand gelopen hobby, met SPAARWOEDE!! Ontelbare oude tractoren, veel oude landbouwwerktuigen en auto's, de ene opslagplaats na de andere. Er zijn unieke exemplaren bij. Het houdt niet op bij groot spul, van de auto's lopen we langs de brommers, scooters, dan nog kleiner: klokken, poppen en poppenwagen, koffiepotten, Dan een ingericht schoolklasje, de kapperszaak, een kruidenierswinkeltje, er is ontelbaar veel. Als we weg gaan vraagt de eigenaar van het museum hoe we het vonden, "leuk maar vooral veel" zeggen wij. Hij vertel ons dat van het kleine spul maar 1% uitgestald staat.
Geschreven door Fritsenhanoppad