Vandaag is de uitvaart van mijn oom in Engeland. Ik zou online mee kunnen kijken als ik wifi had. Maar ik ga terug naar het Joodse kindertehuis en memorial in Izieu. Daar heeft men al over mij gehoord, ik word weer als VIP ontvangen. En mag meelopen met een rondleiding door het museum en het huis met 'n groep Fransen om 10h. Een buitenkans, want alleen in groepsverband kun je het huis bezoeken. Eerst probeer ik in de tentoonstellingsruimte om snel te snappen hoe het zit met bezet Frankrijk, Vichy Frankrijk en het deel waar de Italiaanse fascisten het voor het zeggen hadden waardoor joden lange tijd relatief veilig waren in ZO Frankrijk. Zodoende kom ik niet toe aan de zalen over Neurenberg en het internationaal strafhof in Den Haag, men probeert op deze plek de lijnen naar het heden door te trekken. De groep Franse pensionado's weet goed wat ze komen bekijken, Izieu lijkt een begrip in Frankrijk zoals het achterhuis in Amsterdam. Diverse mensen stellen van die typische geinteresseerde - maar gesloten - vragen die vooral bedoeld zijn om te laten zien wat ze er zelf allemaal wel niet van afweten. Ik herken me in die vragenstellers ;-). Hun vragen gaan vooral over de identiteit van de verrader. De gids antwoordt genuanceerd, ook zonder verraad is de inval door de gestapo uit Lyon olv Klaus Barbie goed verklaarbaar. Bij een soort fotocollage buiten (om ttv corona toch het publiek te kunnen informeren) wordt duidelijk hoezeer Izieu al in 1946 nationaal symbool is geworden. Er was een grote herdenking waarvoor enorme belangstelling was. Izieu werd symbool van nationale allure en het proces en de veroordeling van Klaus Barbie staat mede in dit teken. De niet-aflatende lobby van Sabine Zlatin, was de drijvende kracht, eerst tijdens de oorlog om 'haar' joodse kinderen vanuit Izieu elders een goede plaats te geven en na de oorlog om de kinderen en haar gearresteerde en omgebrachte echtgenoot te herdenken. Wat een contrast met de verhalen in Michael Citroen "U wordt door niemand verwacht" over hoe kil in de jaren na de oorlog Joodse onderduikers of overlevenden uit de kampen werden ontvangen in Nederland en de belangstelling voor hun leed en trauma's pas een generatie later op gang kwam.
In het kindertehuis trokken vooral kindertekeningen de aandacht, inclusief een complete zelfgetekende 'tekenfilm' (cowboys en indianen) want samen kleuren, creeren en ontspannen was een belangrijk element in Izieu om samen alle ervaringen te verwerken. Veel van de kinderen waren voor ze naar Izieu mochten zelf al een tijd geinterneerd in doorgangskampen als Drancy en wisten niet of ze hun weggevoerde ouders ooit zouden terugzien. In Izieu werd er door het echtpaar Zlatin en anderen echt geprobeerd een tijdelijke beleving van geluk, welzijn en 'thuis' te organiseren. Inclusief uitstapjes omlaag naar de Rhone, zoals ikzelf gisteren had gelopen. Of werken op de boerderij bij bevriende buren. De volwassenen die het beste met de weeskinderen voor hadden, dit alles in de illusie: in dit deel van het land ben je veilig. In het piepkleine klaslokaaltje met de houten lesbanken schieten de tranen in m'n ogen. Deels natuurlijk: ik mís zelf het onderwijs nu. Rapporten in een vitrine, alsof he onderwijs gewoon doorging. Maar vooral ook door wat deze moedige Franse onderwijzeres, 21 jaar oud, hier uit alle macht probeerde te bereiken met een volstrekt heterogene en getraumatiseerde klas van allerlei nationaliteiten. Het contrast met het wrede einde dat daar plotseling aan kwam toen op Witte Donderdag 1944 de overvalauto's het terrein opreden. Deze kinderen móchten niks leren, niet leven, niet zijn. De docente merkte al snel dat de kinderen niet wilden praten over hun afkomst, thuis, hun ouders. Er was ook een Nederlands meisje bij, verder enkele NoordAfrikaanse en uit heel Europa. Over deze 43 namen is veel informatie beschikbaar waardoor het persoonlijke en het algemene (pijlen op een kaart van Europa) elkaar versterken. Een jongen schreef briefjes met "1000 kusjes" steeds om zijn ouders te vertellen hoe goed ze wel niet behandeld werden in Izieu - hebben zij die ooit ontvangen? Buiten was 'n stenen monument met een fluitje en een duif. Het is gemetseld door leerlingen van een mbo. Dit fluitje kreeg de juf cadeau van een oudere jongen die besefte hoe onmogelijk het voor haar moest zijn om orde te houden. Ze vond het fluitje terug toen ze vlak na Pasen terugkwam, ze had de vakantie in Belley doorgebracht en niemand had haar nog verteld wat er in Izieu gebeurd was. In het inmiddels onwerkelijk lege huis ging ze naar binnen om haar schooljuffrouw-blouse op te halen die nog in het lokaal hing. Dit fluitje werd uiteraard een relikwie voor haar om nooit te vergeten aan wie ze had les gegeven.
Mijn eigen onderwijsrituelen ("salve magister Buijkx!") schieten ook door m'n hoofd. En hoe gedifferentieerd moeten lesgeven boven ons hoofd hangt, wat ook de Franse collega's die ik onderweg heb ontmoet als belangrijkste bron van hun frustraties noemden. Deze jonge juf had differentieren echter wel moeten implementeren, wie eerder klaar was met z'n schooltaken moest dan maar vast gaan tekenen.....
Ik piep er net voor het einde van de rondleiding tussenuit, de gids moet even met mij meelopen naar de uitgang omdat m'n rugzak in het hoofdgebouw staat, dat vandaag dus op slot is voor publiek. Vanwege die groep werd er een uitzondering gemaakt waar ik op mocht meeliften.
Terwijl ik opnieuw afdaal naar de Rhone denk ik aan m'n oom en de familie. In het dorpje van gisteren staan mijn boodschappen van gisteren in de koeling. Ik koop 2 stokbroden en lekkere dingen bij de bakker, ook nog fromage blanc enz in de supermarkt en drink 2 kopjes koffie terwijl ik m'n telefoon oplaad op het terras. Intussen wordt ook mijn icepack in de vriezer gekoeld. Voor de online uitvaart ben ik net te laat als ik eindelijk wifi heb, die moet ik later terugkijken.
Terwijl de supermarkt en de bakker inmiddels gesloten zijn stopt er een auto. Ik kan nu zelf deze Fransman aan een stokbrood helpen omdat ik er uit voorzorg een extra gekocht had. Het doet me goed dat de rollen nu omgekeerd zijn.
Aan de Rhone koel ik m'n scheenbeen op 'n metalen steiger, met uitzicht op enkele zwanen. Het is er mooi en inmiddels ook erg warm. Er is ook 'n camping vlakbij. Als ik die gisteren geweten had .... was ik niet in het memorial geweest. Zelfs overweeg ik er even te gaan kijken of overnachten, maar iets drijft me verder. Ook weersta ik de verleiding om te gaan kanoen op de Rhone, of zonnebaden aan de oever zoals ik andere mensen zie doen. Waarom sta ik mezelf dit niet toe? Ik ben niet op vakantie, maar pelgrim. Dat is nou eenmaal anders - een andere keer misschien. Dan kom ik bij 'n wegrestaurant "les copains d'abord" (vrienden eerst, chanson van George Brassens). Ze hebben nog 'n menu du jour (moussaka, niet erg lekker klaargemaakt helaas). Maar ik geniet van een groot glas Panach' (bier met 7up) ijsblokjes voor m'n been, toetje, de wifi die een groot aantal nummers van spotify voor me downloadt. En dan komt er een wandelaar naast me zitten: een lange knappe veertiger uit Geneve. Het klikt. 'n beetje zoals met de psycholoog, de dag vóór Hanna naar Autun kwam. Iemand die ik herken als geestverwant. Hij loopt richting Santiago, dwz zijn route staat haaks op de mijne en kruist die maar op één punt: hier. nu. vandaag. Als ikzelf niet had getreuzeld in Izieu, of als ik aan de Rhone was gaan zonnen, als hij de dag ervoor niet 'n veel te lange etappe had gelopen, dan hadden we elkaar hier niet ontmoet. Het voelde alsof dit zo moest zijn, alsof we een vriendschap cadeau kregen. We spraken vooral over thuis. Hij heeft nog jonge kinderen, moet onderhandelen met zijn echtgenote om een paar dagen te kunnen wandelen, beide zijn druk en professioneel ambitieus: hoe herkenbaar. Ik vertelde over Encounter.nl en hoeveel we daar sinds 2010 geleerd hebben over onze relatie en over onszelf. Over zoveel jonge gezinnen waar de ouders scheiden als het kind naar de middelbare school gaat. Wat bijzonder om met een wildvreemde zo openhartig te kunnen zijn over onze zorgen en eigen beperkingen. Ook hij mailde me de volgende dag dat deze ontmoeting zijn dag had 'illuminé", verlicht. Het deed me goed en we namen verkwikt en blij afscheid van elkaar.
De tocht door de bergen aan de andere kant van de Rhone is mooi. Eerst nog dal, uitzicht op de bergen, maisvelden. De bakker in Champagneux waar ik m'n reserve stokbrood wilde aanvullen is gesloten, dan maar niet. Vervolgens wordt het weer echt klimmen. Zwaar. Warm. Ik zit er door heen, lichamelijk maar ook emotioneel. In de buurt van St Maurice de Rotherens zie ik een bordje naar een gite, met telefoonnummer en gele markeringen. Mijn medepelgrims van de zware regendag die me elke dag een mailtje sturen omdat ze sinds Ordonnaz een paar dagen op mij voorliggen hebben me dit adres nadrukkelijk afgeraden. Maar het pad erheen gaat glooiend omlaag en dat naar het dorp steil omhoog. Ik laat me toch verleiden de route gemarkeerd met gele blikjes op paaltjes te gaan volgen naar dat adres uit de lijst. Ik vraag ergens nog de weg, stiekem in de hoop dat ik daar m'n tentje al op mag zetten, maar dat kan niet en die man is volgens haar een gastvrije en hartelijke man die al veel pelgrims heeft ontvangen, ik moet alleen nog een paar kilometer doorlopen, nu steil naar beneden van het pad af. Eindelijk kom ik aan bij zijn boerderij, tegen etenstijd. Bel aan. Na enige tijd gaat de deur open, afwerend, wantrouwend. Ziet eruit als een oude hippie, lang grijs haar, snor, bril. Zeer onvriendelijk neemt hij me kort op en zegt voor ik ook maar iets kan zeggen: "Oh, nou. Ik ontvang niemand zonder reservering. U had moeten bellen". Net voor de deur wordt dichtgeslagen kan ik er nog tussen krijgen, niet geheel naar waarheid, dat ik alleen de weg kwam vragen waar ik ergens m'n tentje op kan zette. "In het dorp, bij de kerk!" Dat had dus van het begin af aan mijn plan moeten zijn en blijven, ik was immers al voor deze man gewaarschuwd. Maar waarom neemt iemand zoveel moeite om de weg naar zijn huis met geelgeverfde blikjes te markeren, hangt hij bordjes op en is hij uiteindelijk zo kortaf? Wat ís er met hem? Teleurgesteld? Wantrouwen? Ziekte?
Mij staat het huilen nader dan het lachen, het dorp is maar 3 km verder maar wel steil omhoog. Langs de weg steek ik m'n duim omhoog als er een auto nadert. Die stopt meteen, brengt me naar boven hoewel hij zelf de andere kant op moet. Het is prachtig in ST Maurice de Rotherens. Wel heel lastig om de plek te vinden waar ik m'n tent kan neerzetten. Er is een verwarrend plattegrondje, een oudere mevrouw legt me iets uit wat ik niet begrijp, de kerk is al dicht. Dan laat 'n aardige dame haar hond uit. Ze doet de kerk opnieuw voor me open. Daar is ook 'n stempel - en 'n stopcontact voor m'n telefoon. Naast een paar wipkippen (dat woord ken ik niet in het Frans ;-) kan ik m'n tentje in het gazon opzetten bij de kerk. Er is een openbaar toilet: schoon - en er zijn zelfs schoonmaakmiddelen. Een picknicktafel Een waterslang om mountainbikes mee af te spoelen, dus ik kan me wassen en drinken. Iemand anders laat ook haar hond uit kan me een coolpack voor m'n been geven. Ik voel me gelukkig en welkom in het dorp, rook 'n sigaartje op het stoepje bij de kerk. Een prachtige nacht, sterren, uitzichten. Ben blij met m'n tentje en met deze dag.
P.S. Dit verslag heb ik pas geschreven thuis in oktober en pas geupload op Hemelvaartsdag. Inmiddels is het coldcase team boek over het verraad van Anne Frank uit de handel genomen, zag ik hoe het Achterhuis een internationale toeristische attractie is geworden, las ik het boek van Michal Citroen. Ook heb ikzelf enkele leerlingen uit Oekraine lesgegeven die gevlucht zijn voor de oorlog en me afgevraagd of en hoe ik iets moet vragen in de lessenreeks in die klas over life and death....
https://podcastluisteren.nl/ep/Het-Spoor-Terug-U-wordt-door-niemand-verwacht-deel-2 https://podcastluisteren.nl/ep/Stuurloos-De-bestuurlijke-kilte-van-Nederland https://youtu.be/RTvVK9yJgiA Geschreven door Michaelsvoettocht