Over ongemakkelijke vragen
‘Artis’ heet het in de volksmond, maar eigenlijk heet de Amsterdamse dierentuin “natura artis magistra”: de natuur is de leermeesteres van de kunst. Terwijl je thuis nooit mensen 5 minuten naar een fruitschaal ziet staren, kan een artistiek stil-leven in een museum mensen wel fascineren. Zo zouden we ons ook af kunnen vragen of corona, althans de gevolgen van de “intelligente” lockdown, ons iets te leren heeft. In praatprogramma’s en krantenbijlagen wordt daar natuurlijk al veel over gefilosofeerd.
Vragen stellen
Allereerst past daarbij bescheidenheid en het besef: zo’n vraag kunnen stellen is op zich al luxe. Wie een dierbaren heeft verloren en niet eens afscheid mocht nemen, zoals in de youtube documentaire STEUN: Hoe Hasselt strijdt tegen het coronavirus, heeft wel wat anders aan zijn hoofd.
https://youtu.be/yJikDANGRx4 Wie in de zorg werkt, wie zijn bedrijf kapot ziet gaan, wie als arbeidsmigrant of vluchteling of sloppenwijkbewoner door corona geraakt wordt zal dit niet als ‘uitdaging’ zien. Het is ook wel erg makkelijk om nu te roepen dat het maar eens afgelopen moet zijn met al dat gevlieg. Je zult maar in Lelystad wonen en eerst een ziekenhuis en nu een vliegveld moeten opgeven, met alle indirecte gevolgen voor de lokale werkgelegenheid, het wonen etc. Wie de vraag toelaat of de corona-periode hem of haar iets wil leren, kan beter bij zichzelf te rade gaan.
Zou het dan ook een geloofsvraag kunnen zijn? Voor sommigen: “waarom laat God dit toe?” of zelfs “voor wat precies wordt de mensheid nu gestraft?” Dergelijke vragen zijn in die zin religieus dat ze bij alle grote pestepidemieën in de geschiedenis gesteld zijn, door alle religies. Maar deze vraag, die geen eenvoudig antwoord toelaat, laat wel zien dat gelovige mensen aan méér behoefte hebben dan mondkapjes, RIVM en applaudisseren voor de helden van de zorg (en hoe langer hoe meer andere helden….).
Feedback
De vraag die mij het meeste aanspreekt is: Wat mag ik leren in deze periode over mezelf? Wat heeft God mij te zeggen in deze tijd in deze situatie?
Ik ben docent in het dagelijks leven, geef Latijn en Grieks en een beetje religious education op een middelbare school in Zwolle. Het onderwijs op afstand was keihard werken en soms zeer frustrerend. Ik heb daardoor beseft dat ik zonder de gezichten, oogopslagen, mondhoeken, schouders en ademhaling enz. van de leerlingen te zien, niet meer weet hoe de les overkomt. Is de uitleg duidelijk? Vinden ze een grapje leuk? Hebben ze dit al gehad? Ben ik te lang aan het woord? Worden ze geráákt door een verhaal? Ik tast nu in het duister. In de onderbouw bijna letterlijk: ik kijk tegen een zwart beeldscherm aan want leerlingen vinden het vreselijk om hun webcam aan te zetten. Dan voelen ze zich ‘exposed’ en ‘awkward’ terwijl we het op school natuurlijk niet zouden accepteren als iedereen een bivakmuts droeg. Over mezelf heb ik daarbij geleerd dat ik me dan eenzaam voel. Ik doe m’n best, er gaat van alles mis, maar ik hunker stiekem ook naar bevestiging voor mijn goede bedoelingen en harde werken. Je kunt wel vragen “geef een cijfer voor de les in de chat” maar dan mis je het punt: kennelijk geef ik niet alleen les aan leerplichtige leerlingen, ik geef ook mezelf. En diep in m’n hart verwacht ik er, al is het maar een glimlach, toch iets voor terug, als een klein kind dat iets voor z’n moeder heeft getekend…..
Dit besef deed me denken aan m’n allereerste preek 15 jaar geleden als stagiair. Ik vond het vreselijk. Want ik zag gewoon niet aan de mensen hoe het overkwam, terwijl ik gewend was aan schaterlachen of desnoods vliegtuigjes en luid zuchten, maar aan de altijd zeer directe feedback die een klas pubers geeft. Een collega leerde me: de mensen in de kerk, die reageren wel degelijk: met hun ademhaling. Als iets van wat je zegt hen ráákt, dan is er nooit een hoestbui of geschuif. In de loop van de jaren heb ik zo geleerd dat een preek geen monoloog hoeft te zijn. Ook al is er maar één persoon aan het woord, het hoeft niet mijn woord te zijn. Het is mogelijk in een preek ruimte te maken voor ervaringen die herkend worden. Voor God en voor wat hij, dóór de prediker heen, te zeggen heeft. De keren dat dat wel “van mij” is, mijn eigen briljante idee of originele kunstje, kan God er niet meer doorheen.
Open staan
Thuis keken we samen “100 dagen voor de klas” waarin 2 tv makers op een school in Lelystad aan den lijve wilden meemaken hoe het is om leraar te zijn.
https://youtu.be/nf7F_ISZAFk Het riep bij mij heel pijnlijke herinneringen op aan ordeproblemen maar ook hoe lastig het is om je rol te vinden. Om een wezenlijk deel van je persoonlijkheid als een kledingstuk aan en uit te trekken als het vakantie wordt. Om enerzijds echt jezelf te zijn - en daardoor kwetsbaar, zoals dat gescheld met “homo!” . En om er anderzijds niet voor jezelf maar voor de leerlingen te zijn. En ik besefte ook dat ik nu te weinig moeite doe om naar jonge collega’s te luisteren en hoeveel het er toe doet of je tenminste nar elkaar vertrouwen uitstraalt als het (nog) niet lukt met alle klassen.
Wat heeft dat met Corona te maken? Ik had ook kunnen schrijven over alles wat ik deze maanden geleerd heb over techniek, didactiek, Grieks, Latijn en schoolorganisaties. Maar dan was de lockdown voor niets geweest, had ik mijn lesje niet geleerd. Als we bereid zijn echt te kijken naar onze opstelling in het leven, naar onszelf, onze diepste behoeften en talenten; als we oprecht kijken naar anderen, naar wat God ons te zeggen heeft, als we kijken met nieuwe ogen en kunnen geven zonder te willen oogsten, dán kan zelfs een nare periode een leermeesteres zijn voor ons leven. En zijn de collega’s die op facebook en youtube voorgaan, niet “de helden van het pastoraat”, maar wel mensen die zónder directe feedback iets van Gods liefde voelbaar maken.
Geschreven door Michaelsvoettocht