7h op, samen ontbijten, rugzakken inpakken 8h klaar. Even de kerk bekeken die speciaal voor ons open stond. En de bergen in. Van 250m naar 1007m de Col des portes.
Op de top vd berg typ ik dit om 14h terwijl ik opdroog en uitrust na n vrijwel ononderbroken beklimming. Het regende aan 1 stuk door, waardoor we nauwelijks konden pauzeren, slechts staande wat eten en proberen de rugzak droog te houden. Al glibberend zochten we onze weg door het bos, zonder wandelstokken was t niet gelukt. Ik was heeeel blij dat ik niet alleen hoefde te lopen, zeker toen ik uitgleed, maar ook om de weg te vinden, mn telefoon = mn navigatie en t touchscreen reageerde meer op de regen dan op mn vingers. En bovenal om elkaar steeds te bemoedigen, want dit was zondermeer de meest barre etappe tot nu toe. Bij het klooster vd Chartreuse, wat je niet kunt zien, bezoeken of zelfs benaderen, werd t eindelijk droog en even later zonnig. Maar mn tocht genoten willen in 1 keer doorlopen naar Ordonnaz, over de asfaltweg. Ik moet eerst even bijkomen, opdrogen, wat eten. Mn been omhoog; koelen was niet nodig vanochtend, al na een half uur waren onze broeken sokken en schoenen doorweekt. Op de Col staat n ingepakt kruisbeeld en n orientarietafel, bij helder zicht zou je de Mt Blanc moeten kunnen zien. Er komen 3 touristen: wel raar gevoel na de hele dag niemand zelfs geen huis gezien te hebben: we hadden allemaal veel water en proviand bij ons. Het luiden vd kerkklokken vh klooster voelt wel vertrouwd, ook al heb ik er geen glimp van gezien. En de koeiebellen ook trouwens. Nu nog 6 km dalen naar Ordonnaz...
Die laatste km waren prachtig en, gelukkig, droog! Wel eerst 200m dalen, opnieuw 200m stijgen en tenslotte 200m afdalen naar Ordonnaz. Op de crete (bergkam) mooie uitzichten en vele bramen. In Ordonnaz groet ik de man bij het eerste de beste huis. Hij praat Vlaams terug. Maar blijkt ook Portugees te spreken. Ik geniet ervan dit, bijna 20 jaar na onze tijd in Angola, weer te kunnen doen. Hij biedt me wat te drinken aan. Ik leg uit dat ik n plek voor mn tent zoek. Daar kan hij niet aan beginnen: er is al gedoe over het ontvangen van pelgrims en in zo'n dorp kun je niets ongemerkt doen. Ordonnaz is bijna een verplicht etappe einde na 22km zonder enige voorzieningen incl. de zware klim. Gevolg is dat ook sommige b&b adressen zich hier op hebben ingesteld en niet graag zien dat de spoeling verder verdund wordt. Hij wijst me netjes hoe ik bij de dame kan komen waar mn beide vrienden gereserveerd hebben en we praten over andere dingen. Over hoe jeugdervaringen met uitsluiting, armoede en geweld je kunnen vormen voor het leven. Hoe je zelf die cirkel doorbreekt, if at all. Over collectieve schuld en excuses, of juist niet. Kortom, een geanimeerd gesprek waarin mijn pelgrims ervaringen wel een soort spiegel lijken waarmee hij zijn uitspraken tegen t licht houdt. Ik verzamel mn moed om te vragen of ik me wel zou mogen wassen voor t kamperen. Ik krijg n douche, handdoek, shampoo en mag me in de slaapkamer omkleden. Wat n luxe. Maar ook voor hem is t heel wat: als eerste huis in het dorp na de bergkam, komen er wel vaker pelgrims om water en inlichtingen vragen. Maar ik ben de allereerste ooit die hij heeft toegelaten in de intimiteit van zijn huis. En herhaalt dat hij t bij die douche ook wil laten. Maar we praten wel verder, over t leven, over redenen om niet meer te geloven, over de behoefte, als er iets 'is' van een teken. Voor mij zijn er zoveel tekenen geweest deze tocht, ik merk dat er zeer aandachtig naar geluisterd wordt. Ook dat ook deze gastvrije ontmoeting, die begon via de taal en uitliep op openhartigheid en diepgang, voor mij een teken zijn. Dat ik op deze tocht krijg wat ik echt nodig heb, dieper vaak dan wat ik denk nodig te hebben. En dat er door mn aanwezigheid en verhalen soms ook bij andere mensen iets gebeurt wat wezenlijk is en wat ik nooit had kunnen teweegbrengen als ik met eigen opzet of initiatief er op uit zou zijn geweest. Mede daarom reserveer ik niet graag. Als je alles blijft vastleggen en regelen als in het normale leven, krijgt het 'toeval' ook geen kans.
Keerzijde is, dat de mensen van overnachtingsadressen natuurlijk ook hun gewoontes en behoeften hebben. Mijn medepelgrims bellen: ze slapen in n caravan, daar is voor mij geen plaats. Eigenlijk ben ik daar wel blij om, na de verhalen over onderling gedoe houd ik t liever bij één hartelijk contact vandaag.
Ik moet helemaal door het dorp naar beneden lopen voor de kerk. Daar zijn picknicktafels, schone openbare toiletten, water: pelgrims mogen daar bivakkeren. Het is wel al erg laat geworden. Ik probeer mn nieuwe tentje op te zetten, maar moet de Frans instructies met n zaklamp lezen en snap ze niet goed. De tent staat er als n zoutzak bij, en het gaat wel weer regenen. Een natte tent inpakken in n natte rugzak maakt me bang. De kerk is nog open. Warm van binnen en ik voel me er welkom. Besluit mn slaapzak daar neer te leggen. Eet, rond 21h, eindelijk mn brood met olijfolie en 2 tomaten. Haal mn tent naar binnen om die alvast netjes en droog in te pakken. Dan krijg ik opeens bezoek. Monsieur le maire. Hij zag licht in de kerk en komt polshoogte nemen. Maar hij vindt t goed - al is de gastvrijheid eigenlijk voor buiten, niet in de kerk bedoeld. Ik vertel waarom - en ook dat ik me thuisvoel in de kerk, dat ik graag wil bidden en zingen en uiteraard geen rommel of sporen zal achterlaten. Smeer dus uiterst zorgvuldig de arnica op mn benen en Gehwohl op mn voeten. Spreid al mn klamme spulletjes over de kerkbanken uit. Leg ook mn linkerbeen omhoog op n kerkbank. Drink mn laatste bodempje Cote du Rhone. Laad mn telefoon op. Zing 'mon ame se repose'. Laat alles achterwege wat de kerk zou ontheiligen, zoals de prikkelende liedjes waar ik tijdens het wandelen juist wel van geniet. De geur van oude stenen en vocht doet me goed. Verstilde wierook van vroeger zal ook wel bijdragen - ik voel me altijd gauw thuis in een oude Franse kerk en kom er ook makkelijker tot bidden.
Maar nu slapen, in mn pyama naast t biechthokje. Genoeg afgezien voor vandaag.
Geschreven door Michaelsvoettocht