Inmiddels ben ik alweer een paar dagen en in Nederland en het is weer heel fijn om hier te zijn. Toch kan ik mijn reis niet afsluiten zonder m’n laatste blog te posten:
Maandag begon de tweede week in Washington en ook meteen de laatste. Gelukkig hadden we geen tijd om daarbij stil te staan, want we moesten naar school voor een heel bijzondere “opdracht”. Margot en ik waren namelijk gevraagd om een filmpje te maken voor Green River waarin we vertellen hoe leuk ons gapyear is geweest en dat we het dus iedereen aanraden.
We begonnen met het beantwoorden van vijf vragen over ons verblijf, mooiste herinneringen, waarom we voor Green River hadden gekozen, etc. Terwijl we deze vragen beantwoordden, moesten we recht in de camera kijken. Het was af en toe best moeilijk om dan nog natuurlijk over te komen, maar volgens de cameravrouw deden we het erg goed. We konden dus lekker snel door naar het volgende deel, namelijk over de campus lopen en dingen doen die we op een normale schooldag ook zouden doen. Dit gebeurde allemaal terwijl we werden gefilmd. Zo gingen we naar de sportschool, de “aula”, de bibliotheek en wat mooie plekken op de campus. Ook gingen we naar de kantine waar we eten moesten bestellen. Dit ging echter niet zoals gepland, want toen we wilden afrekenen, zette Margot het bakje met patat naast de toonbank in plaats van erop. Deze scène kon dus weer opnieuw. We hebben wel zo’n halfuur aan filmmateriaal geschoten wat natuurlijk allemaal verwerkt moet worden in een filmpje van maximaal vijf minuten. Op het moment dat ik dit schrijf is de film bijna af. Margot en ik zitten al bijna een week in spanning. We kunnen niet wachten tot we het eindresultaat te zien krijgen.
’s Middags mochten Margot en ik de auto weer gebruiken om boodschappen te doen We gingen eerst naar de Dollartree Store. Alles in deze winkel is te koop voor, je raadt het al, 1 dollar. Afgelopen winter konden Margot en ik hier uren doorbrengen, omdat we heel lang moesten nadenken of onze potentiële aankopen wel in onze koffer pasten. Dit keer hadden we minder lang nodig. Niet omdat we meer ruimte in de koffer hebben, maar omdat we wel klaar waren met geld uitgeven aan onnodige dingen. Vervolgens gingen we door naar een supermarkt om daar appels te kopen voor een échte Nederlandse appeltaart.
Aangezien Margot en ik nog wat tijd overhadden, besloten we dat het vanavond weer tijd was voor een “echte” Nederlandse maaltijd, nou ja, echte?? We maakten macaroni zoals wij in Nederland altijd doen. Echt Nederlands is het dus niet, maar het was wel heel lekker.
De rest van de avond hebben we met Paul op de golfbaan besteed en dan bedoel ik niet een met golfclubs en golfballen, maar een met discs. Pauls grootste hobby is namelijk disc golfen. Met een disc (lijkt op een frisbee, maar zo mag je het absoluut niet noemen) sta je op de tee (“afslagplaats”) en werp je de disc zo ver als je kan naar een soort korf verderop. Natuurlijk is het een grote afstand die je moet overbruggen, maar je moet dan ook nog rekening houden met alle bomen en struiken op je pad. Het is zeker geen makkelijke sport, maar wel leuk om een keertje te doen. Zeker als het best goed gaat.
Dinsdag hadden Margot en ik een belangrijke lunch. Samen met Aart, een jongen uit Nederland, waren ook Margot en ik uitgekozen om te gaan lunchen door en met Lansing, de contactpersoon van Green River voor Nederlandse studenten. Tijdens deze lunch was er een vertegenwoordiger van Kilroy bij. Kilroy is de organisatie die Margot en mij naar Amerika heeft geholpen. We moesten deze vertegenwoordiger onze verhalen vertellen. Zowel positieve als negatieve kanten van ons verblijf in Amerika, maar ook van de weg ernaartoe, waar Kilroy ons dus veel mee heeft geholpen.
De lunch vond plaats op een golfbaan/countryclub. We hebben lekker buiten kunnen zitten op een terras dus. De reden dat ik dit noem, is omdat terrassen heel schaars zijn in Amerika.
Na onze lunch zijn Margot lekker een stukje gaan lopen. Niet om uit te buiken, maar om onze volgende “maaltijd” naar binnen te werken. Dinsdag was het namelijk 11 juli of zoals de Amerikanen zeggen July 11th, dus 7/11. Heel toevallig zijn hier winkels met de naam 7/11 en op 11 juli hebben ze heel leuke actie. Je kan hier namelijk gratis slurpies halen. Slurpies zijn een soort slush puppies. Eerst wilden we alle smaken uitproberen, zodat we konden beslissen welke we mee zouden nemen. Uiteindelijk staken er drie smaken bovenuit: suikerspin, watermeloen en citroenlimonade. Er was alleen één probleempje. Met z’n tweeën hebben we vier handen. Wanneer we maar drie slurpies zouden meenemen, zou er dus iemand zijn met een lege hand en dat was niet de bedoeling. Onze laatste slurpie werd een combinatie van alle smaken die er waren. Dat zijn de drie bovengenoemde + cola, kers en Mountain Dew. Dit klinkt misschien heel vies, maar eigenlijk was dit onze lievelingsslurpie. We deden erg ons best om ze alle vier op te krijgen, maar dit ging absoluut niet. We hebben er nog niet eens één per persoon op en dit gaf ons al een mega “sugarrush”. We hadden daarom genoeg energie om een halfuur naar huis te lopen om daar vervolgens niks meer te doen dan liggen, omdat een sugarRUSH een sugarCRASH was geworden.
Gelukkig hadden we een uurtjes later weer genoeg energie om de computer erbij te pakken en allemaal quizen op niks af te maken. We begonnen hiermee, omdat we het tijdens de lunch over verschillende accenten hadden en Lansing ons toen had verteld dat ze laatst een quiz had gedaan wat hierover ging. Na de quiz werd het duidelijk wat voor accent zij had en zodoende wilden Margot en ik dit ook wel proberen. De website leidde ons steeds verder naar andere quizen. Hadden we het eerst nog over accenten, daarna ging het over onze persoonlijkheid en zelfs over welke bruidsjurk we later zullen hebben. Toen we zelfs onze toekomstige babynamen wisten, besloten we dat we wel genoeg quizzen gedaan hadden.
’s Avonds hebben we een stuk gelopen, om alle suiker van ’s middags te verbranden en daarna zijn we op de bank geploft om deel twee van Twilight te kijken. (Vorige week zondag waren we namelijk weer naar Forks geweest, dus moesten we wel). Het blijft leuk om dan plekken te herkennen waar we zelf ook geweest zijn.
Woensdag hadden we verschillende klusjes op de planning staan, dus zaten we vast aan een strakke planning. Eerste zijn we verder gegaan met de potten verven. De tuin (of in iedere geval een gedeelte ervan) moet er toch wel netjes uitzien als we straks weggaan. Toen de potten helemaal af waren en alleen nog maar hoefde te drogen, vond ik het tijd voor een pauze. Ook de pauze waren ingepland in de strakke planning, want het zou vandaag meer dan 25 graden worden en dan hoort zonnen ook in de planning te staan. Ik ben dus lekker in de zon gaan zitten, totdat Margot me riep dat het tijd werd om aan de tweede taak van de dag te beginnen: het maken van appeltaarten. Margot en ik hadden beloofd om een Nederlandse appeltaart te maken voor de Bill en Roselle, de mensen bij wie we Independence Day hadden gevierd) en natuurlijk wilden we zelf ook een taart.
We waren best snel klaar met het deeg en de appelmix. Het deeg moest voor tien minuten in de koelkast, zodat het koud genoeg kon worden om uit te rollen, maar omdat het een warme dag was, gaven we het deeg vijf minuten langer. Helaas zonder beter resultaat. Het was namelijk nog geen tien seconden uit de koelkast of het was alweer te zacht om er iets mee toen. Hoe erg we ons best ook deden. We konden er echt helemaal niks mee… Dan maar weer terug in de koelkast. Eerst even lunchen en verder zonnen, want de frustraties van het deeg dat niet meewerkte waren (in ieder geval bij mij) hoog opgelopen. Een uur later probeerden we het nog eens en weer ging het helemaal fout. Ik wilde bijna de hoop opgeven, maar we konden nog een laatste redmiddel inzetten: meer deeg maken. En zo gingen we weer aan de slag: afwegen, mixen, kneden en koelkast, etc. En ja hoor het lukte. De plak deeg was zo dik, dat het onmogelijk kon scheuren. Eindelijk (na vier uur) stonden de taarten in de oven. (Ja, we zijn er van 11 tot 15 mee bezig geweest!)
Toen de taarten klaar waren zijn we één van de taarten gaan wegbrengen naar de vrienden van Melissa en Paul. Daarna zijn we meer planten gaan kopen voor de tuin en ik begrijp nu wel waarom Melissa er niet veel wil kopen. Planten in Amerika zijn echt verschrikkelijk duur. Tien (kleine) plantjes rijker, maar 45 dollar armer vertrokken we weer naar huis.
’s Avonds besloten Margot en ik dat het wel een keer leuk kon zijn om met de honden een rondje te gaan lopen. Dit ging iets anders dan verwacht. De honden zijn namelijk echt niet opgevoed. Ze luisteren echt niet. Een rustig rondje lopen was het dus niet, maar de honden waren in ieder geval van hun energie af.
De rest van de avond hebben we weer lekker op de bank gezeten en deel drie van Twilight gekeken.
Donderdag hadden we niet zoveel gepland, dus besloten we alvast onze koffer in te pakken en dit was een heel goede keus. We zijn zo’n vijf uur bezig geweest met pakken. Ik mag twee koffers meenemen terug naar Nederland en Margot ook. Samen hebben we dus vier koffers. Margot heeft alleen veel meer spullen, dus krijgt ze een koffer van mij, zodat ze toch alles mee kan nemen. Al mijn spullen moest ik dus in één koffer krijgen. Dit heb ik voor elkaar gekregen door alles heel klein op te ruimen en in vacuumzakken te doen. Ook Margots kleding hebben we op die manier in de koffer gekregen. Ruimte was alleen niet het enige probleem. Ook het gewicht is belangrijk. Elke koffer mag namelijk maar 23 kilo zijn. Tijdens het pakken moesten we dus ook op het gewicht letten. Heel wat kledingstukken later had Margot twee koffers ingepakt. Beide wegen precies 23 kilo. Ook mijn kleding was inmiddels in m’n koffer verdwenen en met nog 11 kilo over weet ik zeker dat het inpakken zondag helemaal goed gaat komen.
Na het inpakken van de koffers vond Melissa dat het tijd was dat ik de tuin in moest, omdat het bloemperkje nog niet af was, dus ben ik weer druk aan het tuinieren geslagen. Dit is toch een stuk lastiger zonder het juiste materiaal. Harken, kuilen graven en watergeven gaat namelijk niet zo makkelijk als je geen hark schep of gieter hebt, maar met m’n handen kwam ik een heel eind. Na een half uur stonden eindelijk alle bloemen in de grond en werd ik naar binnengeroepen om te gaan koken. Het was namelijk tijd voor boerenkool. Het koken ging best snel, dus we zaten snel aan tafel en na de eerste hap keken Margot en ik elkaar aan en zeiden we tegelijk dat dit “so satisfying” was. We hadden echt een behoefte aan een iets wat typisch Nederlands is en tegelijk ook nog voedzaam in plaats van de stroopwafels en kruidnoten.
’s Avonds was het weer tijd voor Twilight. We hebben dus heerlijk gegeten en mooi de dag afgesloten.
Vrijdag begonnen we de dag door lekker in het zonnetje te zitten. Melissa zou ons om 12 uur ophalen om te gaan lunchen bij één van haar lievelingsrestaurant. Dit restaurant heeft allemaal “cajun food” oftewel, eten uit het zuiden van Amerika. Dit is dan voornamelijk gefrituurd eten. Margot stelde voor om twee gerechten te bestellen en die te delen. Gerecht één was gefrituurde meerval met mac and cheese. Melissa zei dat dit de beste mac and cheese van de wereld is en dat je ook voor de meerval een moord zou willen doen. Dit vond ik nogal overdreven, want zowel de meerval als de mac and cheese konden naar mijn idee beter. Ik was zelfs teleurgesteld (wat misschien wel deels kwam door de hoge verwachtingen). Ons tweede gerecht was gefrituurde kippenpootjes met aardappelsalade erbij. Ik had geen trek meer, dus heb ik dit voor de volgende keer bewaard, wordt vervolgd.
Na het eten zijn we naar mijn Amerikaanse bank gegaan om al het geld dat nog op m’n rekening stond eraf te halen. Aangezien ik voorlopig toch niet meer in Amerika terugkom en zeker niet voor zo’n lange tijd, heb ik mijn bankrekening hier toch niet meer nodig. Om m’n bankrekening echter helemaal op te zeggen, moest ik op een later moment terugkomen, dus dat moet maandag snel gebeuren voor we naar het vliegtuig gaan.
’s Avonds was het de laatste keer dat we een Nederlands gerecht gingen maken: Nederlandse pannenkoeken. We hebben erg lang in de keuken gestaan met een mooi resultaat: 36 pannenkoeken. Er was zelfs een keuze welke pannenkoek er gegeten kon worden, want we hadden twee soorten gemaakt. Eén soort was een simpel recept van internet. De ander maakten we van een mix uit Nederland. Het verschil was duidelijk te proeven, maar allebei waren ze erg lekker.
Later op de avond wilden we graag met Melissa mee die boodschappen ging doen. Dit zou waarschijnlijk onze laatste keer zijn, dus wilden we nog even afscheid nemen van Safeway.
En ook vanavond moest Twilight gekeken worden. Iets wat we elke avond bij de film hadden, was een flinke zak magnetron popcorn. Vanavond was het dan eindelijk tijd voor zoete popcorn. Daar hadden ze namelijk maar één zak van. Helaas kreeg ik het voor elkaar om de zak te lang in de magnetron te laten, waardoor alle popcorn was verbrand. Al vier avonden hadden we zoute popcorn en ook vandaag moesten we er weer aan geloven. Gelukkig hadden we ook nog appeltaart van woensdag, dus dat maakte wel weer een hoop goed.
Na de film zijn we meteen naar bed gegaan, want zaterdag moesten we om 7 uur in de auto zitten, onderweg naar Mount Rainier National Park.
Zaterdag was het tijd om het laatste National Park van onze reis te bezoeken. Hiervoor hoefden we niet ver te rijden, want dit is het park dat het dichtstbij Auburn ligt. Op best wel een aantal foto’s van vorig jaar tijdens mijn schooltijd hier is een grote berg te zien: Mount Rainier en daar zijn we dus heen gegaan. Het park bestaat uit twee delen en aangezien beide delen heel druk zouden worden, besloten we voor de drukte uit, dus erg vroeg, in de auto te stoppen, zodat we toch op ons gemak een deel konden doen. Het deel dat wij deden, Sunrise, was echt de moeite waard om vroeg je bed uit te komen. We hadden een super uitzicht op de berg en een mooie wandeling gemaakt door de bossen en heuvels eromheen. Daarna reden we door naar een ander uitzichtpunt, zodat we ook de vallei in konden kijken. Sunrise is niet zo groot, dus waren we aan het eind van de ochtend al klaar. Eigenlijk wilden Margot en ik nog wel naar Paradise, maar toen we het park verlieten en een rij van meer dan honderd auto’s zagen staan om het park in te gaan, besloten we dat Paradise niet meer zo’n paradijs kon zijn op die manier. Melissa en Paul wisten nog wel een andere mooie plek om naartoe te gaan. Dit was een bos met heel oude en dus ook heel grote bomen. Het had zelfs wat weg van Sequoia National Park (het park waar de grootste bomen ter wereld staan). De enige manier om de bomen helemaal op de foto te krijgen was op de grond liggen en dan foto’s maken, maar ook deze foto’s laten niet zien hoe mooi en groot alles daar was. Na deze wandeling vonden we dat het tijd was om naar huis te gaan, aangezien er nog het één en ander moest gebeuren voor ons afscheidsfeest van de volgende dag.
Eenmaal thuis aangekomen, was het mijn opdracht om het bloemenperkje af te krijgen en dat was best goed gelukt. Daarna was het tijd om de rest van de tuin redelijk netjes te krijgen en moest er geveegd worden. Ook de koffers moesten verder gepakt worden. We hadden het er maar druk mee, maar de dag ging op deze manier wel snel voorbij.
En toen was het alweer zondag. De laatste complete dag in Amerika en ook vandaag moest er van alles gedaan worden. Aangezien we ’s avonds ons afscheidsfeest hadden, moesten er heel veel hapjes worden klaargemaakt. Margot, Melissa en ik waren dan ook bijna de hele ochtend en middag in de keuken te vinden. Het eindresultaat was natuurlijk “over the top”. We hadden veel te veel eten, maar ja, het is en blijft Amerika. De vrienden die kwamen (en wijzelf natuurlijk) hadden keuze uit verschillende fruitsalades, pastasalades, hamburgers, hotdogs, chips, krakelingen, gevulde eieren en brownies. Er stond echt heel veel op tafel.
We hebben een heel leuke avond gehad en herinneringen opgehaald aan de maanden van onze “college tijd” in Auburn, maar ook aan de reis die we hadden gemaakt. Aan het eind van de avond was het tijd om de kerstboom te verbranden. Ja inderdaad, de kerstboom die we bijna maanden geleden hebben omgezaagd, lag nog steeds in de tuin. Klaar voor deze avond. Een mooie afsluiting van onze tijd in Amerika.
Maandag was het dan echt tijd om te gaan. Ons vliegtuig verliet Amerika pas aan het eind van de middag, dus hadden we nog even de tijd om wat laatste dingetjes te regelen.
Aangezien we nog heel veel Nederlands eten overhadden, besloten we naar school te gaan, om het daar aan iemand te geven die het zou verdelen onder de Nederlandse studenten. Ook konden we nóg een keer afscheid nemen van al het personeel dat ons zo goed geholpen had.
Na school zijn we nog even naar de bank gegaan om mijn account stop te zetten, aangezien ik de komende jaren toch geen gebruik ga maken van die rekening en daarna vertrokken we naar het vliegveld.
Het afscheid nemen op het vliegveld ging de een iets makkelijk af dan de ander. Toch werd het makkelijker, omdat we met z’n alleen afspraken dat we toch contact zouden houden.
Na wat rondgelopen te hebben op het vliegveld mochten we kwart voor vier aan boord van het vliegtuig, precies op tijd. Zo’n twaalf uur later stonden we eindelijk weer op Nederlandse bodem met heel veel mooie herinneringen.
Geschreven door Lisa.op.reis