Scherp, diep en smal, schreef ik gisteren. Steil, donker en ruig, waren enkele andere woorden die ik ergens tegenkwam en volledig van toepassing zijn. Dit tweede kleinste Nationale Park (Black Canyon) van de VS kent zijn weerga niet. En hoewel de Grand Canyon het beroemdste is vanwege zijn enorme omvang en busladingen Japanners durf ik te stellen dat deze er niet voor onder doet, anders is, maar zo weergaloos indrukwekkend. Maar eerst gaan we even door een paar dagen heen, want de laatste dagen heb ik maar korte terugblikken gegeven. Nietszeggend. hoewel de dagen vol belevenissen waren.
Simpel gezegd reden we woensdag van Tierra Amarila naar Cortez. Twee plekken die de NL-ers niets zeggen. Tierra stelde ook helemaal niets voor maar we zochten een plek en vonden die bij de kerk. Logisch. Zie de laatste foto bij dinsdag. Campgrounds zijn mooi, handig met een full hook aansluiting (ja, ik weet er alles van of ik een pull through of een back in plek neem en uiteraard full hook), maar zes weken lang elke dag gemiddeld 35 tot 40 dollar, dat hakt er in. Dus regelmatig staan we gewoon ergens. Zo ook deze nacht. Daarop volgde een prachtrit over weg 84 en 160, langs Chama, Pagona Springs en Durango. Chaka is aan het eind van een schitterend spoorlijntje. Daar mijn hart dus opgehaald en een tijdje rondgezworven. Altijd boeiend even iets van die geschiedenis te horen en zien, hoe de trekkers van ooit het land veroverden. Een schitterend emplacement herinnert eraan hoe vroeger de stoomlocs hun stoom stonden te blazen om warm te lopen voor de rit door de bergen.
We rijden verder door een zeer afwisselend landschap. Her en der staan ja-knikkers hun werk te doen om olie voor de camper op te pompen. Ze moeten trouwens hard pompen voor die Amerikanen, want bij elk huis zie je wel drie of vier auto’s staan. We zijn ook al vier keer een fietser tegengekomen (afgezien van de sportieve fietsers) en als al die grote auto;s net zoveel verbruiken als de mijne, 1 op 4 (de camper dan, de auto thuis 1 op 25, echt waar), dan moet er hard gepompt worden. Zolang het nog kan.
In Pagona Springs stoppen we even, maar het is meer een wintersportplaats. We rijden nog even een zijdal in voor de beroemde Chimney Rock. Inderdaad, je vraagt je af hoe zo’n merkwaardige schoorsteen boven op de berg is blijven staan.
Dan op naar het volgende nationale park, Mesa Verde, vlak voor Cortez. Al van verre zien we de platte tafelberg boven het landschap uitrijzen. Nadat we de controlepost (met onze jaarkaart dus zo doorrijden) gepasseerd zijn is het nog zo’n 24 mijl naar de uiteindelijke bestemming, de plekken waar je geweldige sporen vindt van de bewoning door Indianen. Maar onderweg heb je zulke grootse uitzichten dat je - iedereen uiteraard - regelmatig stilstaat. Op de terugweg rijdt er een motor zo tergend langzaam, vooral bij de bochten, zodat er een hele file achter hem ontstaat. Op een gegeven moment ga ik er voorbij,, trap even het gas in en heb gelijk een parkranger met zwaailichten achter me aan. Oei, die heeft gezien dat ik inhaalde waar het niet mocht. Maar nee, de snelheid was even te hoog. Klopte, ik zag het zelf en trapte weer op de rem. Rijbewijs, huurovereenkomst, hij vraagt erom alsof ik een misdaad heb begaan. Even maak ik kennis met de berucht sterke arm van Amerika. Word ik nu gearresteerd, door vier man tegen de grond gewerkt of met een teaser bewerkt? Wat gaat er gebeuren. Heel lang wordt het rijbewijs in de auto van de ranger bestudeerd. Totdat hij terug komt, mij ernstig vermaant en zegt dat ik geen boete krijg. Pffff, als we even later op de campground in Cortez staan klopt het hart me nog in de keel (Full hook up, back in).
Inmiddels zijn we in Colorado. De dag erop wordt meer een reisdag. Omdat je regelmatig ook wat onderhoud aan camper en wasgoed moet besteden, zijn we soms eerst in de ochtend met van alles bezet. Aangezien onze tank bij aankomst bijna leeg was moest ook die gevuld worden. Een prachtig systeem hebben ze daarvoor. Of je betaalt met een kaart, of contant. Wegrijden zonder betalen is echter onmogelijk, want je moet eerst binnen een bedrag afgeven en dat staat dan op de pomp genoteerd. Ik geef 100 dollar af en tank zegge en schrijve voor 99.01. Dat hakt er weer lekker in. Maar dan rijden we heerlijk verder, de 145 en 550 op, richting Montrosa, op weg naar de Black Canyon. Die weg wordt een voluit Zwitsers avontuur. Aangezien we daar een aantal jaren hebben gewoond is het alsof we weer helemaal in die sferen zijn. Alleen de passen hebben minder haarspeldbochten, maar ja, de Amerikanen hebben in alles meer ruimte. Ook dus om de bocht te nemen. Schitterende plaatjes zijn het. Bergmeren, besneeuwde bergen, alpenweiden. Je geniet de hele weg. Af en toe wat last van de warmte, want het is elke dag boven de 30 en gaat richting zondag weer naar 37. Dan hopen we in Moab, Utah, te zijn. Dus een zondag onder de Moabieten. Benieuwd hoe dat is. Israël mocht er zich niet bij thuisvoelen.
In Montrosa zoeken we weer een plekje uit. Dit keer bij de golfbaan. Klaar om de volgende ochtend op tijd naar de Black Canyon te gaan. Voor de reis heb ik een compleet roadbook gemaakt (wel makkelijk, ik hoef niet meer na te denken hoe we zullen rijden, waar we heen zullen gaan). Daarin stonden ook plekken waarvan ik niet zeker wist of ik eraan toe zou komen. Daar hoorde de Black canyon bij. Toch gegaan. En geen enkele spijt. Al kostte het meer tijd dan even langs gaan. We zitten qua roadbook twee dagen achter op het schema, maar aan het einde staan nog drie of vier uitloopdagen. Dus dat gaat wel goed.
Maar dan die Canyon. In woorden niet te vatten, dit natuurgeweld. Althans, zo als het in het verleden geweld geweest moet zijn. Nu ligt het er in alle rust bij. U moet zich dat al volgt voorstellen. Een Canyon is een kloof in de aarde, waar een rivier zich een hele diepte heeft gegraven en de wanden op spectaculaire wijze hun vormen hebben gekregen. Je kunt dan met de auto langs de bovenrand rijden (een Rim) en op vele punten uitstappen, een eind lopen en op unieke punten een uitzicht over de Canyon hebben. De Black Canyon is over het algemeen onbekend. De Grand canyon veel meer, wereldberoemd zelfs. De BC is ook veel kleiner, zou de aantallen bezoekers van de GC niet kunnen verwerken. Langs de GC konden we wel 40 mijl rijden, hier is het tot het verste punt ‘maar’ 10 mijl. We besluiten eerst het verste punt op te zoeken. Daar maken we een lange wandeling en kijken we aan de ene kant over de vlakte en aan de andere kant in de Canyon. Dan weer de hoogte in, dan weer dalen. Vermoeiend, maar met goed schoeisel gaat het goed. En is het een belevenis waar we trots op kunnen zijn. Aan het eindpunt zitten we een tijd lang te staren. De stilte overvalt ons. Er zijn nog drie wandelaars. Het is stil, we turen over de diepe afgronden, maken foto’s, maar constateren dat ze nietszeggend, slecht, en totaal onbruikbaar zijn geworden om iets van die indrukken door te geven. Af en toe praat je met iemand en die constateert dan dezelfde dingen. Je kunt het niet overbrengen. Als we teruggelopen zijn en de halve liter lauw water met gretigheid opgedronken is wacht ons een heerlijk ijsje in de diepvries (weet u het nog, de goed gevulde tas van 10 juni).
U ziet er verschillende foto's naast. Maar het valt ons op dat van veel plekken waar we een foto maakten en dan nog vijf minuten ademloos stonden rond te kijken, we achteraf zeggen: die foto is het niet, geeft niet aan hoe het was. Dat heb je altijd met die platte pixelverzamelingen. Daar ontbreekt alles aan.
We de weg terug door de canyon om dan bij verschillende stopplaatsen weer de camper uit te gaan, fotoapparaat op te pakken en weer een paar honderd yard te lopen om opnieuw een grandioos uitzicht te hebben. Je verbaast je over de geweldige krachten die er geweest moeten zijn om dit te vormen. je verbaast je over de smalle en donkere kloven die ontstaan zijn. De canyon heet Black Canyon omdat in het smalste deel de zon nauwelijks haar licht tot de grond weer door te laten dringen. De verhalen achter deze kloof, de ontdekking, de wetenschap dat ze ondoordringbaar en onoverwinnelijk zou zijn, begrijp je.
Pioniers moeten hier in angstige momenten ontdekkingen hebben gedaan, waar wij als luxe-toeristen nu eindeloos van kunnen genieten. Die eerste pioniers hebben - toen zij de bodem van de kloof voor het eerst doortrokken - zich in het water geworpen, niet wetend, waar zij aan de andere kant uitkwamen. Zo avontuurlijk begon het. Ondoordringbaar, zo waren de eerste meningen. En nu? Wij kunnen nu in alle rust dit bewonderen. Ons vergapen aan zoveel schoonheid. En na elke plek waar we vol bewondering de diepte in staren zeggen we weer: hoe is het mogelijk, dat dit alles zo geworden is. En zo rustig qua toeristen, weinig campers. Totaal geen Japanners.
En jijzelf, zo groots, zo klein.
(Foto's komen hoor!)
Geschreven door Mari.ada.op.reis