Soms zijn er dagen dat er minder te vertellen is. De reis kan dan wel gewoon verder gaan, maar beschrijven wat je onderweg allemaal ziet is zinloos. Bij elke foto denk je ook: dit kun je niet weergeven. De dimensie van ruimte, tijd, gevoel, sfeer, wind en zon ontbreekt totaal in een zoveel Megabytes grote warboel van gekleurde pixels. Een slap aftreksel van de werkelijkheid. Onderweg maak ik ook opnamen met mijn GoPro, maar die maakt helemaal een vertekend beeld. Hoewel hij goed aangeeft wat je allemaal om je heen ziet.
Zo reden we terug van Monument Valley naar Kayenta en pakken dan weg 160 richting New Mexico. Onderweg bewonderen we rotsformaties, rijden weer 80 mijl woest gebied door en komen dan tenslotte - via en klein uitstapje - bij Four Corners. We hadden die naam al een tijd zien staan, maar toen werd het pas duidelijk: het is het vierlandenpunt, waar de staten Arizona, Utah, Colorado en New Mexico elkaar raken. Strakke, kaarsrechte lijnen - pak er de atlas maar bij - grenzen de staten af. In de 19e eeuw is daarover onderhandeld en zijn de grenzen zo vastgesteld. En op het Four-Cornerpunt komen die vier landen bijeen. Een fenomeen dat nergens anders in de VS te vinden is. Dus daar wilden we even heen.
Uiteraard, toegang betalen om dit te kunnen zien. En de vele stalletjes eromheen, met allemaal Indiaanse verkopers met hun sieraden. Vreemd eigenlijk, toegang betalen dus om iets te gaan kopen. Maar goed, aantrekkingskracht gaat er natuurlijk van die merkwaardige stip uit, omgeven door vakken met daarin de namen van de vier staten. En een lange rij wachtenden, want ja, daar wil je natuurlijk een foto maken. Een voet in de ene staat en een voet in de andere. En nummer drie en vier dan? Nou, daarin wordt vindingrijk gedacht. In alle standen staat men over de stip gebogen, soms alleen, soms met twee of vier. Leuk spelletje dus. Bekijk de foto's maar eens. Ada was even in alle staten....
Nog steeds zijn we in het Navajo-gebied. later zal aangegeven worden dat we dit gebied verlaten. Daarna komt er nog een reservaat van de Apache-Indianen. En nog wat kleinere namen. Dan rijden we dus New Mexico in (bekend om het grootste aantal dodelijke slachtoffers per jaar door bliksem in de VS). De eerste grote plaats die we tegenkomen is Shiprock. In het vlakke gebied dat we nu doorrijden zien we al vanuit grote verte een rots als een schip op zee oprijzen. Anderen noemen het een kathedraal. Maar vandaar de naam Shiprock. Ook dit is nog een stad vol van Indianen. We zien geen andere bewoners. Het vreemde is dat straks, doorrijdend naar Santa Fé, we in totaal ander gebied komen.
Allereerst betreft dat de natuur. Arizona was bekend om zijn woeste gebieden, New Mexico is veel afwisselender, een middelgebergte dat ook elke keer weer nieuwe uitzichten geeft. Een drama van licht en schaduw, om het heel lyrisch te zeggen. Maar ook anders, omdat we nu in Spaans gebied komen. Onderweg schijnen we nog iets heel bijzonders tegen te komen: de continental divide. Dat is een bergkam die als waterscheiding functioneert. Op deze hoogte vloeit al het water aan de ene kant uiteindelijk naar de Atlantische Oceaan en aan de andere kant naar de Stille Oceaan. Maar veel bijzonders is niet te zien. We rijden over een soort bergpas en bovenop staat het bord dat aangeeft dat we op de continental divide zitten.
We rijden door, eerst tot aan Cuba (echt Spaans dus), willen daar overnachten, maar vinden er niks. Dan langs o.a. Madrid en vele andere Spaans klinkende namen, naar Santa Fé, waar me maandag de oude Spaanse stad willen bezoeken.
Op de camping staan we naast een echtpaar uit Colorado Ze begroeten ons allerhartelijkst, maken een praatje en zijn enthousiast als ze ontdekken dat we uit NL komen. O, zegt hij, in knauwerig Engels, mijn voorouders, vierde geslacht, kwamen daar ook vandaan. Ik vraag naar zijn achternaam. Holwerda! Friesland dan zeker en uiteraard klopt dat. Later gaat het gesprek verder, eerst de buurvrouw, nieuwsgierig naar Ada’s borduurwerk dat nu na veertig jaar bijna op de helft is. En uiteindelijk komen we erachter dat we collega’s zijn. Hij, ook een emeritus, is van de Christian Reformed Church.
Overigens is deze naam uiteraard voor Nederlanders een bekend in de oren klinkende naam. Wie een beetje thuis is op dat gebied kijkt niet op van, ook niet van namen als: presbyteriaan church, baptist church. Maar wat we onderweg zien zijn kerken in uiteenlopende maten en soorten. Allemaal klein, tot nu toe. Nooit een dorp met een kerk (en een kerkklok) in het midden zoals in NL. En namen als: New Life Baptist Church, National Baptist Church, First Baptist Church en nog veel meer variaties op dit thema. Of namen als: Freedom Church, Day3Church, Biblechurch (net alsof er ook kerken zijn waar ze niet de Bijbel gebruiken), Cherabim ministry, the Church of the Way, Revival Christian Fellowship, Capo Beach Calvary (kunt u daar iets van maken?) of the New Song Church (ps. 96 dus). En zo kan ik nog wel even doorgaan.
En dat naast alle in NL al bekende namen van al of niet sektarische groepen als Church of the Nazerener en zo. Wel wat vindingrijker dan in ons NL toch? Bovendien zijn er op internet lijsten te vinden van welke kerken (per staat ingedeeld) het snelst groeien, het grootst zijn of die het best bekend zijn in invloed, innovatie of kerkplanting. Een hele Trump-achtige aanpak dus. Dat gaat dus lekker hard tegen hard! Of was het toch hart tegen hart? O ja, dan heb je ook nog de black church. Zo noemen ze hier in het Zuid-Westen die van gereformeerde oorsprong die zich rond Michigan bevinden.
Overigens, Ada merkte in de supermarkt met grote verbazing op dat er zoveel soorten stroop waren. Waarom ik die zin hier neerzet weet ik niet, maar dat kwam even in me op toen ik over die vele verschillende kerken schreef. Zoveel soorten, en het gaat om hetzelfde. Toch?
Geschreven door Mari.ada.op.reis