Hallo iedereen,
Door de nachtelijke jacht op zoek naar het noorderlicht van de voorbije nacht, waren we natuurlijk nog steeds moe toen we het bedje uitkwamen.
Er wachtte ons een mooie dag. De weersvoorspelling was iets beter, en vandaag zou de zon regelmatiger te zien zijn.
We genoten opnieuw van het lekkere ontbijt en het mooie uitzicht vanuit de ontbijtruimte.
Het plan van vandaag lag min of meer vast. We besloten het eiland Kvaløya met de auto te verkennen en onderweg af en toe te stoppen om te genieten van de mooie uitzichten. Kvaløya betekent walviseiland, omdat er in de winter regelmatig walvissen in de omliggende fjorden worden gezien. Jammer genoeg hadden we ervoor gehoord dat het echte walvisseizoen voorbij is, daarvoor waren we iets te laat. De dieren laten zich vooral in januari zien. Kvaløya is een bergachtig eiland en het 5e grootste eiland van Noorwegen. Na de rondrit overdag zouden we opnieuw naar Tromsø rijden om er met de kabelbaan Fjellheisen bovenop de berg Storsteinen (421m) te komen. Het uitzicht op Tromsø zou er spectaculair zijn. Daar konden we uitkijken over het nachtelijke Tromsø en de ontelbare lichtjes bewonderen. Met wat geluk zagen we ook opnieuw het noorderlicht boven de stad dansen.
Voor we aan de rondrit begonnen maakten we eerst een kleine pauze aan een kleine pier op enkele tientallen meters van onze boerderij. Elke dag hadden we daar vele aalscholvers op houten paaltjes zien zitten en het leek me wel de moeite om hiervan een fotootje te nemen. Na deze korte pauze begonnen we aan onze verkenning van Kvaløya. Onderweg stoppen om iets lekker te drinken en knabbelen zat er niet in. De boerderij waar wij sliepen was de enige plaats waar iets lekkers kon gevonden worden. Op de rest van het eiland zijn geen café's of dergelijke te vinden.
We genoten van de mooie panorama's onderweg. Winter in Noorwegen is toch speciaal en het licht is er bijzonder.
Op onze nachtelijke plaats om het noorderlicht te bewonderen stonden een aantal auto's geparkeerd. Druk in de weer met fototoestel stonden een aantal mensen druk naar de rotsen te wijzen. We zagen vanuit de auto niet wat er te bewonderen viel, maar stopten toch even. Je weet maar nooit.
Wat hogerop tussen de rotsen stond een mooi rendier, met halsband. Deze rendieren mogen enkel door de Sami ( het oorspronkelijke volk dat lapland bewoonde) gehouden worden. Oorspronkelijk waren dit rondtrekkende volkeren. De rendieren zorgden voor melk, vlees en huiden. En ze dienden als trekdier voor de sleden.
We maakten wat fotootjes van het rendier dat zich niet veel van de belangstelling aantrok, wat rondkeek en zich tegoed deed aan de mossen die op de rotsen groeien.
Even later werden we getrakteerd op een vliegshow van 2 zeearenden. Hier moesten toch ook even voor stoppen.
We zetten onze toch verder en kwamen opnieuw in het vissersdorpje Sommarøy. Het dorpje stelt niet zoveel voor, er leven ongeveer 250 mensen. Maar de omgeving is er prachtig. We liepen wat rond, namen wat foto's en zetten onze trip voort.
Na een aantal fjorden en inhammen met schattige dorpjes te doorkruisen begon de klim door de bergen van het eiland. Tijdens een kleine pauze aan de kant van de weg, reed er ons al een takelwagen voorbij. We letten er verder niet op, en zetten onze tocht voort.
De witte bergen kwamen in het zit en naarmate we verder omhoog klommen met onze kleine auto, werd het duidelijk dat de rit niet vanzelf zou gaan. Naast de weg was de sneeuw hoog opgespoten door de vele sneeuwruimers die er regelmatig passeerden.
Op een bepaald moment was de wind enorm. De losse bevroren sneeuw blies de fijne bevroren sneeuw van de hoge zijkanten over en op de weg. Er was niets anders te zien dat een grote witte leegte. De baan was verdwenen, de ijs- en sneeuwmuren langs de weg waren onzichtbaar. Het was niet meer mogelijk om verder te rijden, maar stilstaan was ook geen goed idee. We hadden geen zin om vast te geraken in deze storm. Onze kant van de baan was al helemaal ondergewaaid met sneeuw, dus de enige manier om vooruit te geraken was langs de tegenliggerszijde te rijden.
We zagen ook al vlug waarnaar de takelwagen op weg was. Iets verderop had een auto zich op ons baanvak vastgereden in de diepe sneeuw. Wanhopig stond de bestuurder zich met een sneeuwschop uit te graven. Nu was het maar te hopen dat we dit ook niet aan de hand kregen, want in onze toyota lag er geen sneeuwschop...
We reden stapvoets verder, en enkele andere auto's waren ook zowat gestrand op de weg. Rijden was zo goed als niet mogelijk. De achterlichten van de andere auto's waren al onzichtbaar. Alles wat na de ruitenwissers lag, was niet te zien. Zo dicht waaide de bevroren sneeuw vanop de kanten de weg op.
Heel voorzichtig reden we verder, en stopten we toen we ofwel nieuwe achterlichten ofwel nieuwe koplampen te zien kregen. Hopelijk bleef het niet zo de hele tijd...
We zetten onze toch stapvoets verder en deze hoge bergpas voorbij was het zicht opnieuw beter. De wind was er een stuk minder en blaasde nieuw meer zoveel stuifsneeuw de baan over. Dit was weer een avontuur om door te vertellen.
Na deze tocht reden we door naar de stad. Bij de parking van de kabelbaan aangekomen, was het al raar dat er zo weinig auto's stonden. De kabelbaan bleek gesloten te zijn wegens te felle wind. Dat was jammer, maar de dag erna zouden we terugkeren om van het panorama over de stad te genieten.
We ontdekten via tripadvisor een gezellig zaakje en aten er ons avondeten. Tony ging voor spaghetti bolognese, ikzelf voor het rendier.
Daarna reden we opnieuw naar onze boerderij en merkten dat er veel sterren te zien waren. Dit betekent geen wolken. Geen wolken betekent kans om het noorderlicht te zien. Ook de kp-index die we met de app op onze gsm in het oog hielden voorspelde een grote kans op het noorderlicht.
We reden opnieuw een uurtje verder naar onze noorderlichtplek om het groene licht te bewonderen. Achteraf gezien vallen de foto's tegen. Ik moet deze lens nog leren kennen en de instelling die ik gebruikte was niet ok. Ondanks de weinige huizen in het nabije vissersdorpje er is nog veel lichtvervuiling op de foto's te zien. De nachtelijke hemel kleurt niet mooi blauw, maar eerder een vuil geel/oranje. Daar heb je in Ijsland een stuk minder last van.
Zoals de traditie wil, kropen we weer veel te laat het bedje in.
Vele groetjes, Dirk en Tony
Geschreven door Dirkentonys.reisdagboek